Koen, maak je mijn schoen.
Ja, juffrouw, ik zal het dadelijk doen.
Koen, maak je hem sterk.
Ja, juffrouw, dat is mijn dagelijks werk.
Koen, is mijn schoen al klaar.
Ja, juffrouw, betaalt u maar.
Koen, ik heb geen geld ontvangen…
Laat uw schoen dan maar even hangen.
Want op klanten zonder geld, daar ben ik niet op gesteld.
Dag, Koen.
Dag, juffrouw zonder schoen.