Het Wolwinkeltje van Tante Jans

Het Achterhuis

De storm van deze week zal Grietje niet snel vergeten. Nog steeds zit de schrik er goed in. Bij het minste geringe gerommel dat ze boven haar hoofd hoort, kijkt ze verschikt naar de lucht. Hopelijk gaat het snel weer beter met haar.

Teun de pitbull besluipt haar en geeft haar onverwachts een tik op haar achterste. Geschrokken kijkt Grietje om en ziet Teun achter haar staan.

‘Wat wil je van me Teun, blijf van mijn staart af,’ roept ze kattig.

‘Oh sorry hoor, ik wil alleen even met je praten zonder dat de anderen erbij zijn.’

Grietje staat nog een beetje trillend op haar poten van de schrik en antwoordt: ‘Ja…, ja…, je wilt natuurlijk niet dat ze zien dat je mij bijt en verslindt.’

‘Doe niet zo gek joh. Ik ben dan wel een rare hond maar in wezen net een tam konijn. Wil je nou wel of niet naar me luisteren?’

‘Oké sorry, zo bedoel ik het niet. Maar je ziet er zo gemeen uit en al die verhalen die ze over pitbulls vertellen zijn niet mis, maar goed ik luister,’ antwoordt Grietje.  

Teun kijkt eerst om zich heen en controleert of ze wel echt met zijn tweeën zijn. ‘Weet je Grietje, jij kan toch van hieruit bijna alles overzien? Moet je luisteren. De afgelopen nachten is mij iets heel vreemds opgevallen en ook vannacht is het weer aanwezig,’ fluistert Teun.

‘Nou kom op Teun, ik heb jouw tijd niet. Eigenlijk wil ik lekker gaan slapen. Die storm zit nog steeds in mijn kop en daarom slaap ik slecht. Dus vertel wat je te vertellen hebt.’

Teun draait zich weer om en kijkt Grietje verlegen aan. ‘Kijk…, daar is het weer. Zie jij dat ook?’

Grietje tuurt naar de richting waar Teun naar wijst. Voor het zolderraam, driehoog achter ziet ze een meisje met een kaars in haar hand staan. ‘Je hebt gelijk Teun, maar het was me nog niet opgevallen of ik heb er geen aandacht aan besteed. Maar wat is nou het probleem?’

‘Eerst dacht ik dat het dat meisje was dat daar woont, maar volgens mij is het een pop. Toen ben ik op onderzoek uitgegaan omdat ik zekerheid wilde. Verderop woont een goede vriend van mij. Het is een sneeuwwitte uil en uilen kunnen goed zien in het donker en hij is er zeker van dat het een pop is,’ fluistert Teun.

Plotseling staat Koos de kat achter hen en vraagt waar ze naar staren. Geschrokken draait Teun zich om en laat zijn gevaarlijke tanden zien. Koos is niet bang voor hem en springt bovenop zijn rug en slaat zijn nagels in zijn nek.

‘Kom maar op, ik lust je rauw,’ sist hij.

Grietje grijpt in en maant Koos dat hij Teun met rust moet laten. ‘Ik heb een onderonsje met Teun. Jij laat hem schrikken en zorgt er zelf voor dat hij naar je gromt. Hou daarmee op.’

Koos laat zich van de rug van Teun glijden en nijdig krijst hij naar Grietje.

De andere dieren komen op het gekrijs af en Bromknor vraagt wat er aan de hand is.

‘Kan een bok nog niet eens rustig slapen,’ bromt hij.

Grietje vertelt wat er gaande is en opeens heeft iedereen zijn eigen verhaal over wat er zich daar driehoog achter zou kunnen afspelen.

Door al die drukte zijn ook de buren wakker geworden en verschijnen voor het raam en mopperen dat ze stil moeten zijn. 

‘Weg wezen hier,’ roept Grietje en plotseling spat er een appel naast haar uit elkaar en spettert in haar gezicht.

Zelfs tante Jans is wakker geworden en doet het licht in de tuin aan. Als zij de tuin inloopt, houden de buren op met het gooien van allerlei dingen.

‘Kan je die rotkat niet binnen houden. Ik moet straks weer aan het werk,’ schreeuwt de buurman naar Tante Jans.

En dan is het plotseling weer rustig. Piet komt naar Grietje en zij vertelt hem wat er is gebeurd.

Hij wrijft zwijgend over zijn neus en kijkt haar bedenkelijk aan.

Als Grietje vraagt of hij hier meer van weet, kijkt hij naar driehoog achter en zegt. Tja, wat moet ik hiervan zeggen. Ik weet net zoveel als jij. En die pitbull daar heb ik weinig mee. Die komt misschien de boel een beetje ophitsen of hij wil in een goed blaadje bij ons komen,’ antwoordt hij. Hij weet best dat Teun gelijk heeft, maar hij heeft zo zijn reden om te zwijgen.

‘Weet je Grietje, volgens mij woont daar dat meisje dat ik bij tante Jans in de winkel heb gezien, maar is het belangrijk? Ik ga maar weer eens op pad. Kijken of ik nog iets bij het grofvuil kan vinden. Gegroet Grietje, nog een fijne nacht,’ en maakt zich uit zijn pootjes.

Grietje kijkt hem na en vermoed dat Piet meer weet over wat er zich daar in het achterhuis afspeelt. Ze haalt haar schoudertjes op en probeert opnieuw wat te slapen. Morgen weer een nieuwe dag en dan zullen we wel verder zien.