De Familie Poppels

Het Ei

Vanuit haar slaapkamerraam heeft Elv een prachtig uitzicht over een uitgestrekt en betoverende omgeving. De zon, die langzaam achter de bomen verdwijnt, creëert met zijn prachtige kleuren een sprookjesachtige sfeer. Bewonderend kijkt Elf ernaar en de ze luistert naar de voor haar nog niet herkenbare geluiden. In haar hand heeft zij de knoop uit haar avontuur en vraagt zich af waar zij deze het beste kan verstoppen. Ze besluit hem voorlopig maar onder haar kussen te bewaren. Behoedzaam, alsof hij van puur goud is, legt ze hem eronder.  Ze pakt haar dagboek en begint te schrijven.

Drude komt haar kamer binnen en gaat naast haar op het bed zitten. Elv sluit haar dagboek. Niemand, maar dan ook niemand mag lezen wat zij in haar dagboek schrijft. Het zijn haar gevoelens die ze daarin schrijft en die zijn alleen voor haar.

“Wat schijf je over mij. Hopelijk geen gemene dingen, toch­?” vraagt Drude.

‘Dat zou je wel willen. Zo’n sulletje als jij kan toch geen domme dingen doen,’ glimlacht ze hem toe. ‘Als jij belooft nooit in mijn dagboek te lezen, beloof ik dat ik nooit iets kwaads over jou zal schrijven.’

‘Ja hoor, dat is prima. Ik ga naar mijn bed. Vergeet je de luiken niet dicht te doen, anders heb je grote kans dat er spoken binnen komen en misschien je dagboek stelen,’ lacht Drude haar toe en geeft haar een kus. Elv kijkt hem na en ondanks dat ze zijn raad niet serieus neemt sluit ze toch de luiken.

sprookjesverhalen-slaapkamer-Elv
Sprookjesverhalen-Poppels eg

Moeder komt nog even langs en wenst haar welterusten. Moe en tevreden kruipt Elf onder de dekens en denkt na over wat ze heeft meegemaakt de afgelopen tijd. Opnieuw luistert ze naar de geluiden die van buiten komen. Zo af en toe maakt de vreemde omgeving haar bang en verlangt ze naar haar oude vertrouwde buurtje. Ze weet best dat er geen weg meer terug is en dat ze samen met zijn vieren er het beste van moeten maken. Buiten steekt de wind op en door de gesloten luiken is een fluittoon, die de wind voortbrengt, hoorbaar. Elv kruipt nog dieper onder de dekens. Ze heeft het nooit zo op de wind, het maakt haar onrustig. Gelukkig valt ze al snel in slaap.

Plots schikt ze wakker door een vreemd geluid. Ze denkt dat er iets tegen de boom aanslaat. Tok…., tok…., tok, klinkt het weer en het blijft zich herhalen. Maar dan is het geluid plotseling weer verdwenen en wordt het doodstil.

Ook Drude heeft het geluid gehoord en sluipt met zijn zelfgemaakte knots naar buiten. De maan staat hoog aan de hemel en het waait nog steeds stevig. Op zijn tenen sluipt hij rondom de boom, maar er is niets te zien waar hij zich zorgen om hoeft te maken. Vlak naast hem hoort hij opnieuw het getok. Hij kijkt naar het ei dat voor hem ligt, pakt hem op en zet het tegen de boom. Voorzichtig legt hij zijn oor ertegen, maar hij hoort niets.

‘Wat zou erin zitten. Het is vast één of andere rare vogel,’ fluistert hij.

Ook vader komt naar buiten en vraagt wat er aan de hand is?

‘Volgens mij zit er iets in dat ei, ik ben er vrijwel zeker van. Maar wat?’

Vader wrijft over zijn gezicht en haalt zijn schouders op. ‘Ik zou het niet weten zoon. Laten we maar weer gaan slapen. Ik ga nog even bij je zusje kijken, maar die zal wel lekker liggen te slapen.’

Elv schrikt als haar kamerdeur wordt geopend, maar is blij als ze papa ziet.

‘Ben je geschrokken van dat getok,’ vraagt vader?

‘Een beetje,’ antwoordt ze en dan komt ook haar moeder de kamer binnen die haar vertelt dat het waarschijnlijk vanuit het ei komt.

‘Zie je wel. Ik zei het toch. Ik ben zo benieuwd wat eruit het ei komt. Misschien is het wel een draak?’

Daar moeten ze allen hartelijk om lachen, maar omdat ze Elv’s pret niet willen bederven laten ze het voor wat het is en eenieder gaat weer naar zijn eigen bed. Morgen komt er weer een drukke dag en al snel vallen ze in een diepe slaap.

Inmiddels is de wind weer gaan liggen en gebeurt er buiten iets vreemds.

Het ei begint te bewegen en er verschijnen kleine haarscheurtjes op de schild van het ei.

De scheurtjes worden groter totdat het ei langzaam breekt en dan is het weer doodstil.

Elv die opnieuw wakker wordt van een vreemd geluid gaat naar het raam en kijkt of de wind veel schade heeft aangericht rondom de boom. Omdat de maan achter de bomen staat en het licht dus niet de grond raakt kan ze niet echt zien wat er op de grond ligt. Iets had haar wakker gemaakt, maar het was niet het geklop, nee het was eerder een gebonk tegen de boom waardoor de takken gingen trillen. Zo erg zelfs dat haar neus ervan ging jeuken. Ze wacht nog even, maar denkt dat ze het waarschijnlijk heeft gedroomd, sluit de luiken en kruipt opnieuw lekker onder de wol en valt in een weer slaap.

Als zij zou weten wat er zich buiten afspeelde zou ze niet in een heerlijke slaap zijn verzonken. Er verschijnt namelijk een enorme gedaante welke zich over het ei buigt. Het open zijn bek en zet zijn tanden erin. 

 

Einde deel 6