Een Nieuwe Dag

Tante Jans kan de slaap niet goed vatten. Het is erg rumoerig buiten in de tuin. Midden in de tuin staat een grote beukenboom en op één van de takken zit een nachtegaal haar lied luidkeels te zingen. Doorgaans geniet ze van het zingen van de vogels in haar omgeving, maar deze nachtegaal brengt een gezang voort die niet om aan te horen is. Zelfs Bromknor, de hond wordt het gezang beu. Zo vals heeft hij nog nooit een vogel horen zingen. Om de nachtegaal duidelijk te maken dat hij van haar gezang niet is gediend begint hij luid te janken. Het gevolg daarvan is dat meerdere buurtbewoners van alles en nog wat naar het hok van Bromknor smijten. Daarom besluit hij om maar veilig in zijn hok te gaan liggen en slaat zijn poten over zijn oren. Hij begrijpt er niets van. Zouden de mensen dan niet horen hoe vals die nachtegaal zingt, vraagt hij zich af. Maar Bromknor is niet de enige die last heeft van de vogel. Ook Koos de kat begint als een krolse kater te krijsen en als Teun de pitbull van de buren ook nog luidkeels begint te blaffen is het feest compleet. Menig buur doet het raam open om te kijken wat er zich afspeelt, maar dan is het plotseling stil. Doodstil, niets maar dan ook niets meer is er te horen.

Als Tante Jans de volgende morgen wakker wordt kijkt ze verschrikt naar de wekker. Opgelucht ziet ze dat deze nog niet is afgegaan. Omdat ze niet goed heeft kunnen slapen voelt ze zich nog erg moe. Moeizaam staat ze op en kleed zich aan. Voorzichtig neemt ze de trap naar beneden. Loopt naar het raam van het achterhuis en tuurt naar buiten. Aan de hemel staat een strakblauwe lucht waarin enkele kleine wolkjes zichtbaar zijn. ‘Dit gaat een prachtige zomerse dag worden,’ fluistert ze.
Tante Jans ziet Bromknor voor zijn hok liggen en weet dat hij al ligt te genieten van de vroege zonnestralen. Zoals gewoonlijk opent ze haar winkeltje en doet haar ronde langs elke pop of knuffel en zet deze netjes terug op zijn of haar plaats.
‘Soms lijkt het wel alsof er een aardbeving heeft plaatsgevonden,’ zegt ze glimlachend als ze de laatste knuffel op zijn plaats zet.

Tante Jans neemt plaats op haar schommelstoel en pakt haar haakwerkje op. Na een paar steken legt ze het werkje op haar schoot. Bedenkelijk kijkt ze voor zich uit. Haar gedachten gaan terug naar de afgelopen nacht en ze herinnert zich dat er achter één van de zolderramen een lichtje werd gedoofd. Op datzelfde moment hield plotseling het rumoer op.
Dat is vreemd? Het is me al eerder opgevallen en altijd als het zo rumoerig is in de tuin. Hier begrijp ik niets van, denkt ze. Er gebeuren hier vreemde dingen, dat weet ik zeker. Soms hoor ik mijn knuffels en poppen zachtjes zuchten en praten. En dan die nachtegaal die zo vals zingt dat het niet om aan te horen is. Wie is toch die persoon op de zolder driehoog achter. Zou die er iets mee te maken hebben?
De blik van Tante Jans valt op de plek waar ooit Annabel heeft gestaan. Even denkt ze of hoop ze dat Annabel er iets mee te maken heeft. Nee, dat is onzin. Nee Annabel zou nooit van huis weglopen, maar vreemd blijft het wel. Ze pakt haar haakwerk weer op en gaat vlijtig aan het werk.

Piet de rat opent behoedzaam het deurtje van het gootsteenkastje, waar Piet woont. Tante Jans ziet hem wel maar doet alsof ze niets in de gaten heeft. Piet rent als de wiedde weerga naar achteren en komt direct weer terug omdat hij zijn rugzak is vergeten. Tante Jans kijkt hem glimlachend na.
Over haar brilletje ziet ze de deftige heer voor de etalage staan, elke morgen moppert hij: ‘Dat dit winkeltje nog bestaat.’
Even later ziet ze ook het meisje met haar goudenkrullen die haar zoals altijd toewuift. Tante Jans vraagt zich af hoelang het nog zou duren voordat ze het geld bij elkaar heeft om de pop, die ze zo graag wil hebben, zal kunnen kopen. Er zijn klanten geweest die de pop wilde kopen, maar ze had het niet over haar hart kunnen krijgen om hem te verkopen. Nee hij was al gereserveerd voor het kleine meisje. Tante Jans weet best wel dat ze eigenlijk wat zakelijker zou moeten zijn, maar ach ze heeft niet zoveel nodig om door het leven te gaan. Kinderen zijn erg belangrijk voor Tante Jans en dat kleine hartje van dat meisje breken, omdat zij zo nodig geld moest verdienen. Nee, dat zou ze nooit doen. Nu leerde het meisje dat ze moest sparen om iets te kunnen kopen en wat zal ze trots zijn als dat haar is gelukt.
Tante Jans kijkt naar de pop en weet dat dit één van de mooiste poppen is die ze ooit heeft gemaakt en trots voelt ze een koude rilling over haar rug lopen.