De strijd om de liefde

Deel 5

 

Afscheid

Ergens in de verte hoort Janneke een mobiel afgaan en vermoeid gaat ze rechtop in haar bed zitten. Het duurt even voor ze zich realiseert dat het haar mobiel is die onophoudelijk blijft gaan. Ze grijpt ernaar en knipt tegelijkertijd het nachtlampje aan.

‘Hallo met Janneke,’ zegt ze slaperig.

‘Janneke met Chris.’

Ze gaat direct op het randje van het bed zitten en vraagt angstig: ‘Chris is er iets, gaat het niet goed met haar?’ Het blijft stil aan de andere kant van de lijn. ‘Chris asjeblieft, zeg iets.’

‘Ze…, ze…,’ hoort ze. ‘Wat is er, moet ik naar je toekomen?’

‘Janneke, ze is overleden.’

‘Overleden, maar gisteravond was alles nog goed,’ antwoordt ze.

‘Het ging plotseling heel snel. Ze hebben haar niet meer kunnen redden.’

‘Lieverd ik kom naar je toe, waar ben je op dit moment?’

‘Ik ben nog in het ziekenhuis en ga zo dadelijk afscheid van haar nemen.’

Even is het stil omdat beiden met hun eigen gedachten bezig zijn. Verslagen door onmacht. Waarom toch, waarom Tess vragen ze zich beiden af?

‘Chris neem alle tijd om afscheid van haar te nemen. Ik zal op de afdeling op je wachten.’

‘Prima, tot straks en dank je.’

 

Janneke legt haar mobiel neer en blijft even in het niets staren. Ik moet Lars op de hoogte brengen gaat het door haar heen. Als ze op de klok kijkt ziet ze dat het tegen zessen loopt en dat betekent dat hij vast en zeker al in de keuken bezig is. Ze besluit dat ze hem via whatsapp belt omdat ze sterk de behoefte heeft om hem te zien. Zijn mobiel gaat vier keer over en dan ziet ze zijn slaperige verwarde hoofd.

‘Hallo Janneke, mistte je me zo dat je besloot om me zo vroeg te bellen,’ plaagt hij haar.

‘Nee lieverd, ik bel je omdat ik je moet vertellen dat Tess is overleden.’

Beiden blijven secondenlang sprakeloos naar elkaar staren. ‘Overleden?’

‘Ja Lars, ze is vannacht overleden. Chris belde mij zojuist. Op dit moment is hij afscheid van haar aan het nemen.’

Lars valt neer op één van de keukenstoelen en laat zijn tranen de vrije loop. ‘Maar dat kan niet, niet Tess. Zeg dat het niet waar is,’ snikt hij.

Janneke had zich niet gerealiseerd dat de dood van Tess deze reactie bij Lars zou veroorzaken. Ze had moeten weten dat dit een enorme schok voor hem zou zijn. Die twee waren immers van jongst af aan erg close en menigeen had verwacht dat zij ooit een paar zouden gaan vormen. Maar zij Janneke had daar een stokje voorgestoken. Zij had het hart van Lars gestolen, ook al hadden beiden altijd verklaard dat ze niet meer voor elkaar voelden dan een broer en zus relatie. 

‘En haar baby,’ vraagt Lars plots.

‘Haar baby, dat weet ik niet. Chris heeft niets over een baby gezegd. Ik weet het echt niet, maar ik ga zo naar hem toe en dan weet ik meer. Zodra ik meer weet bel ik je. Denk je dat je het redt in je ééntje met de kinderen?’

‘Ja, dat komt wel goed. Om acht uur komt moeke, dus ik red me wel. Wens je Chris veel sterkte en zeg hem dat wij allemaal aan hem denken.’

‘Dat doe ik schat. Ik ga me aankleden en gauw naar hem toe,’ antwoordt ze.

‘Doe voorzichtig schat,’ fluistert hij en kust het scherm van zijn mobiel.

 

Intussen loopt Chris de steriele witte kamer in. Daar ligt Tess op een tafel en zijn blik glijdt over haar gezicht, die er op de één of andere manier ontspannen uitziet. Minutenlang blijft hij naar haar kijken en streelt haar mooie donkere krullen. Hij moet denken aan die keer dat hij haar bij toeval tegenkwam op de markt en hoe ze bloosde door de opmerking die Aaltje naar hem maakte. ‘Wel lieverd, wie is deze prachtige man. Je gaat me toch niet zeggen dat je die alleen voor jezelf wilt houden?’

Verlegen had ze haar ogen neergeslagen. Eigenlijk lag die verlegen blik ook nu op haar gezicht.

‘Schat ik beloof je dat ik goed voor onze zoon zal zorgen en de herinneringen aan jou zo levendig mogelijk zal houden. Ik weet zeker dat andere mij daarin zullen steunen.

De kennismaking

Met een zwaarmoedig gevoel loopt Janneke de afdeling gynaecologie op en beseft dat Tess niet meer op deze afdeling aanwezig is. Ze vraagt zich af waar Chris zich op dit moment bevindt en besluit om aan één van de verpleegkundige te vragen of zij weten waar hij is. Op de afdeling begint de routine van de dag weer opgang te komen en uit de lift hoort ze het geluid van de kar, die de patiënten zullen voorzien van een ontbijt.

‘Mevrouw De Jong,’ hoort ze achter zich. ‘Kan ik iets voor u doen,’ vraagt de verpleegkundige?

‘Ik ben op zoek naar Chris de Vries,’ antwoordt ze.

‘Ik loop wel even met u mee. Gecondoleerd met uw verlies. We hadden allemaal zo gehoopt dat Tess zich erdoorheen zou slaan.’

‘Dank u, maar ik begrijp dat het verlies ook voor jullie heftig moet zijn.’

‘Dat is het ook. Kijk daar staat Chris, ik laat u nu alleen. Sterkte.’

Janneke ziet Chris een kamer inlopen en volgt hem. Haar verbazing is groot als hij uit één van de wiegjes een baby oppakt die hij liefdevol wiegt en kust. Met tranen in haar ogen loopt ze langzaam zijn richting op. ‘Chris is dat…,’ vraagt ze zacht?’

‘Hallo Janneke, kom wat dichterbij dan kan ik je mijn zoon voorstellen. Kijk Bert, dit is tante Janneke. Janneke, dit is Christiaan Lennert Hubertus.’

Met tranen in haar ogen kijkt Janneke naar het kleine bundeltje dat hij beschermend in zijn armen houdt. ‘Ik dacht dat…’

‘Sorry, ik had het je moeten vertellen, maar ik was…’

‘Het geeft niet, ik had het ook kunnen vragen. Lars vroeg mij ernaar, maar ik kon hem daar geen antwoordt op geven. Chris wat is hij mooi, prachtig.’

De begravenis

De begrafenis werd drukbezocht, maar Chris had het geheel langs zich heen laten gaan. Merendeel van de aanwezige kende hij niet en als het aan hem had gelegen had de begrafenis in stilte plaatsgevonden, maar Janneke had hem overgehaald om dat vooral niet te doen.

‘Ik begrijp dat je dat het liefste zou willen, maar Tess kende veel mensen. In de afgelopen jaren heeft ze relaties opgebouwd met de vrouwen, die zij had bijgestaan tijdens hun zwangerschap en bevalling. Nee, echt Chris je moet de mensen gelegenheid geven om afscheidt van haar te laten nemen. Ook haar collega’s, die inmiddels ook jouw collega’s zijn in Amsterdam moet je die kans gunnen,’ had ze hem aangespoord.

Achteraf had het hem goed gedaan om te zien dat er zoveel mensen waren gekomen. Veel van zijn collega’s hadden de moeite genomen om naar Sneek af te reizen, om Tess de laatste eer te bewijzen en hem een hart onder de riem te steken. Waar hij het meest van onder de indruk was geweest en wat hem nog steeds zorgen baarde was het verdriet dat Ome Bouke en tante Aaltje hadden getoond. De twee oudjes waren, ondanks dat de reis eigenlijk veel te zwaar voor hen was, naar Sneek gekomen om de begrafenis bij te wonen. Van Janneke had hij begrepen dat ze nog dagelijks over Tess spraken. Binnenkort moet ik echt even met de baby bij ze langsgaan, besluit hij.

 

Samen met Frank had hij de zaken, met betrekking tot haar nalatenschap opgepakt en hij zou hem bij blijven staan tot deze in zijn geheel geregeld zou zijn.

Gelukkig traden er geen problemen op wat betreft de baby, daar had hij het volledige gezag overgekregen. Officieel heet de kleine Christiaan Lennert Hubertus de Vries en zijn roepnaam is Bert.  Als hij aan de kleine Bert denkt komt er een glimlach rond zijn mond. Vanaf het moment dat hij in zijn armen werd gelegd was hij opslag verliefd geworden op dat kleine manneke.

Bij toeval was hij op de begrafenis een oude studiegenoot tegengekomen. Hij had hem verteld hoe fantastisch Tess zijn vrouw en hem had begeleid. Jelle had hem gevraagd wat zijn plannen waren voor de toekomst, hij had geantwoord dat hij daar nog niet over had nagedacht. Jelle had hem een kaartje in zijn handen gedrukt. ‘Als je besluit om hier in Sneek te blijven, moet je me eens bellen. Wij kunnen bij onze firma een advocaat als jij goed gebruiken,’ had hij gezegd.

Soms vroeg Chris zich af of er ergens toch niet een engelbewaarder over hem waakte. Hij had inderdaad contact opgenomen met Jelle en die had hem voorgesteld aan zijn partners. Ondanks dat het kantoor in Amsterdam hem niet graag zag vertrekken, hadden zij begrip voor zijn situatie. Hij had hen uitgelegd dat hij de verzorging van zijn zoon voor het grootste gedeelte zelf op zich wilde nemen en dat de aanstelling die het kantoor in Sneek hem aanbood daarop aansloot.

De crèche waar hij Bert elke morgen naar toe bracht bevond zich praktisch in dezelfde straat en zijn werktijden waren geen probleem, daarbij kwam dat hij vanuit huis ook veel werk kon verrichten.

 

Hij verkocht zijn huis in Amsterdam en verhuisde naar Sneek, naar het huis van Tess. De eerste keer dat hij het huis binnentrad herinnert hij zich nog heel goed. Het huis straalde warmte uit en hij voelde zich direct thuis. Hij had er bewust voor gekozen omdat in zijn eentje te doen. Ergens leek het erop alsof ze elk moment binnen kon komen om hem welkom te heten. Hij was opzoek gegaan naar de kinderkamer, die zich naast de slaapkamer bevond. Verbijsterend had hij om zich heen gekeken en begreep met hoeveel liefde zij de kinderkamer had ingericht. Hij durfde de wieg nauwelijks aan te raken, zoveel zorgvuldigheid ging daarvan uit. Stil nam hij plaats in de schommelstoel, die ongetwijfeld daar was neergezet om de kleine in alle rust te voeden. Op dat moment waren de tranen gaan vloeien en had hij zich laten gaan. Hier mocht het, besloot hij, hier in haar domein mocht hij zijn verdriet laten gaan.

Voor even thuis

Na meer dan twee jaar afwezigheid komt Lenn aan op Schiphol. In de aankomsthal kijkt hij onderzoekend in het rond in de hoop dat hij zijn schoonvader in de menigte kan ontdekken. Vrolijk en enthousiast begroeten de mensen hun geliefde, die ze hoogstwaarschijnlijk een tijd hebben moeten missen. Hier en daar wordt zijn weg door de menigte verspert, maar uiteindelijk ziet hij zijn schoonvader staan en omhelsd hem liefdevol. Ondanks dat het inmiddels al een tijdje zijn ex-schoonvader is, noemt hij hem nog steeds pa.

‘Wat fijn dat je er weer bent,’ begroet zijn schoonvader hem.

‘Fijn om je weer eens in levende lijven te zien pa, hoe gaat het?’

‘Goed, het gaat goed met ons,’ antwoordt pa. ‘Kom laten we gaan, ma zit met smart op je te wachten. Is dit al je bagage?’

‘Ja, ik had er geen zin in om met koffers te lopen slepen. Nu ik toch in Amsterdam ben wil ik eens flink gaan shoppen en ma wil mij daar vast wel bij helpen,’ glimlacht hij.

‘Nou jongen, weet waar je aan begint.’

‘Dat weet ik pa. Kom laten we haar maar niet langer laten wachten.’

Na een half uurtje bereiken ze de oprijlaan van het statige huis en de auto staat nog niet stil of zijn schoonmoeder komt al opgewonden naar buiten.

‘Je zou bijna denken dat ze achter de deur op je heeft liggen wachten,’ grijnst pa.

Lenn wordt liefdevol begroet en als hij haar omhelst vloeien er tranen oven de wangen van zijn schoonmoeder. ‘Ma toch, waar komen die tranen nu opeens vandaan?’

‘Ach lieverd, plaag niet zo. Ik ben zo blij dat je er weer bent en geloof me er zijn er meer die net zo blij zullen zijn als ik,’ antwoord ze.

Plotseling komen Louise en Charlotte naar buiten rennen die hem eveneens omhelzen.

‘Wat een verrassing, daar had ik geen rekening mee gehouden,’ zegt Lenn met een trilling in zijn stem van emotie.

‘Blijven we hier voor de deur staan of gaan we nog naar binnen,’ glimlacht pa.

De middag verloopt plezierig en de kinderen brengen hem op de hoogte over wat er momenteel in hun leventje speelt. Zo nu en dan werpt Lenn een trotse blik richting zijn schoonouders, alsof hij hen wil zeggen: ‘Wat doen ze het goed hé.’

Voor het avondeten wacht hem nog een verrassing als Elenora, samen met Tom en de kleine Tommy de woonkamer binnenwandelen.

Lenn staat op en begroet Elenora en Tom vriendelijk. Tommy tilt hij voorzichtig op en de kleine jongen kraait het uit van de pret als Lenn hem kietelt. Zijn blik glijdt naar Elenora en tot zijn verrassing ziet hij dat ze wederom zwanger is.

‘Wel, zo te zien zijn jullie nog niet helemaal compleet,’ glimlacht hij.

‘Het leek ons fijn om Tommy nog een broertje of zusje te geven,’ antwoordt Tom.

Ook de avond verloopt gezellig en het doet Lenn goed dat zijn schoonouders Tom uiteindelijk geaccepteerd hebben als hun schoonzoon. Tegen tienen besluiten Elenora en de kinderen om naar bed te gaan en ook zijn schoonouders zeggen even later dat ze vermoeid zijn en zich terug gaan trekken naar hun slaapkamer.

‘Slaap lekker,’ groet Lenn ze. ‘Wil jij nog iets te drinken Tom?’

‘Ik hoef niet vroeg op, dus geef mij maar een cognacje.’

Lenn schenkt voor hen een cognac in en reikt hem het glas toe.

‘Vertel eens Tom, hoe gaat het met je restaurant in Spanje?’

‘Boven verwachting goed. We kunnen er goed van leven en het geeft Elenora de kans om zich volledig op de kinderen te richten. Eigenlijk is het verlopen zoals we het wilde. Soms vraag ik mij af of ik een tweede restaurant zou moeten openen, maar daar heb ik toch mijn twijfels over. Natuurlijk zou het betekenen dat we meer te besteden hebben, maar aan de andere kant heeft dat weer een nadeel. Ik zou meer van huis zijn en dat is iets wat het mij niet waard is. We hebben jaren moeten vechten om bij elkaar te kunnen zijn, waarom zou ik dat nu verspelen.’

‘En pa en ma…,’ vraagt Lenn?

‘Onze verstandshouding is goed en ik geloof dat jij daar je steentje aan hebt bijgedragen en Lenn, daar ben ik je heel dankbaar voor.’

‘Ik heb niet veel gedaan hoor, ik heb ze erop gewezen dat je best oké bent.’

‘Dat heb je en dat had je, gezien het feit wat Elenora en ik je hebben aangedaan niet hoeven doen.’

‘Ach uiteindelijk is alles nog goed gekomen en daarbij komt, ik heb twee prachtige dochters, ook al ben jij dan hun biologische vader, ik voel me wel hun vader.’

‘Dat ben en blijf je ook, daar zullen Elenora en ik je nooit in dwarsbomen.’

Samen kletsen ze nog een tijdje door, maar dan gaat ook bij de beide mannen de vermoeidheid een rol spelen en Tom is de eerste die opstaat en zegt: ‘Fijn dat we nog even met elkaar hebben gepraat, maar nu ga ik toch echt mijn bed opzoeken. Lenn nogmaals bedankt voor alles.’

‘Het is goed Tom, welterusten.’

De volgende dag heeft Lenn voor die dag een aantal afspraken op zijn agenda staan. Allereerst een afspraak bij zijn uitgever om de voorwaarden omtrent de uitgave van zijn manuscripten te bespreken. Dat gesprek verloopt pittig omdat Lenn er niets voorvoelt om zich in bepaalde verplichtingen te schrikken. Uiteindelijk geeft de uitgever toe aan zijn wensen en wordt het contract dat voor hen beide gunstig is getekend. Opgelucht verlaat hij het kantoor om op weg te gaan naar zijn tweede afspraak.

Vandaag zou hij alle banden met het advocatenkantoor verbreken. Het kantoor waar hij jarenlang zo succesvol in was geweest. Zoals hij indertijd al had verwacht verliep het gesprek zonder problemen. Uiteraard had hij er natuurlijk baat bij dat zijn schoonvader één van de partners was en hij was er zeker van dat die zijn definitieve vertrek al had aangekondigd. Aan het eind van de dag stond hem nog één afspraak te wachten. Een afspraak met zijn accountant en met hem liep hij zijn financiën door. Hij controleerde wat er tijdens zijn afwezigheid was gebeurd met zijn tegoeden en bezittingen.

Het was al laat toen hij weer bij het huis van zijn schoonouders aankwam. In de keuken schonk hij zichzelf een kop koffie in en voor het eerst sinds zijn aankomst had hij even tijd om in alle rust te genieten van zijn omgeving. Elenora, Tom en de kinderen waren inmiddels alweer naar huis teruggekeerd. Vanmorgen had hij ze moeten beloven om voor zijn terugkeer naar Kaapstad een tussenstop te maken om een paar dagen bij hen te logeren.

Stil komt zijn schoonmoeder binnen en vraagt: ‘Lieverd ben je nog op?’

‘Ja, ik ben net thuis. Wil je ook een kop koffie?’

‘Nee, maar ik lust wel een kopje thee,’ antwoordt ma.

‘Dan maak ik die toch voor u. Is alles goed gegaan vanmorgen?’

‘Ja, maar het is nu wel stil in huis. Ik vond het stiekem wel heel gezellig, zo met zijn allen.’

‘Waarom kopen jullie dan geen appartementje bij Elenora en Tom in de buurt, dan kunnen u en pa daar wat vaker en langer verblijven.’

‘Lieverd pa werkt toch nog.’

‘Misschien is het tijd dat pa het ook wat rustiger aan gaat doen.’

‘Ik zou niets liever willen, maar durf er eigenlijk niet zo goed over te beginnen.’

‘Ma, gewoon doen. Misschien wil hij dat ook wel en denkt hij dat jij het niet leuk zou vinden dat hij wat vaker thuis zou zijn. Je weet het niet, dat hoor je wel vaker.’

‘Zou je denken?’

‘Ja, dat denk ik. Wil je dat ik hem een beetje pols?’

‘Ja, maar wel heel subtiel hoor.’

‘Natuurlijk, ik ben advocaat geweest, weet je nog?’

Samen kletsen ze nog gezellig verder en ma vertelt Lenn dat ze zo blij zijn met de relatie die ze met Elenora en Tom hebben opgebouwd en dat pa en zij zich een beetje schamen over het feit hoe ze Tom in het verleden hebben beoordeeld. Lenn adviseert haar dat zij dat op een zeker moment best een keer met Elenora en Tom kunnen bespreken. ‘Geloof me, dat zou ieder van jullie opluchten.’

De dagen die Lenn bij zijn schoonouders verblijft vliegen om. Na alle gezellige uitjes met zijn schoonmoeder is zijn bezoek bijna tot zijn einde gekomen. Er is nog één bezoekje dat hij moet gaan afleggen. Een bezoekje dat hij al enkele dagen voor zich uit had geschoven. Hij start de auto van zijn schoonmoeder en rijdt de oprijlaan af. Hij besluit om via de A6 en A7 richting Sneek te rijden. Het was druk op de weg, maar dat deerde hem niet. Misschien stelde hem dat enigszins gerust omdat dit het bezoek wat uitstelde. In Sneek koopt hij een mooie bos gele rozen en vraagt de verkoopster er één donkerrode tussen te voegen. Het navigatiesysteem meldt hem genadeloos zijn bestemming. Uiteindelijk hoort hij de stem ‘U heeft u stemming bereikt.’ Lenn parkeert de auto en stapt met lood in zijn schoenen uit. Hij zoekt uit bij welk pad hij moet zijn en loopt die richting op. De geur van bloemen en gras dringen tot hem door en de vogels tjirpen in alle rust. Zo hier en daar komt hij iemand tegen die hem vriendelijk groet. De bloemen in zijn handen omarmd hij liefdevol en even sluit hij zijn ogen en ziet haar voor zich. Ze reikt naar het boeket, net zoals ze dat de laatste keer had gedaan toen hij haar ontmoette.

‘Pas op meneer, straks struikelt u nog,’ zegt een vrouw plotseling.

‘U heeft gelijk, ik was even met mijn gedachten ergens anders en lette niet op waar ik loop,’ antwoordt hij.

‘Ach meneer, dat hebben we allemaal wel eens als we onze geliefde bezoeken,’ antwoordt de vrouw glimlachend.

Lenn groet haar en loopt verder het pad op tot aan zijn bestemming. Daar moet het zijn gaat er door hem heen en blijft voor een sierlijke steen staan waarop haar naam staat gegraveerd.

Hier rust

 Tess de Waard

 

We zullen haar nooit vergeten.

Al onze herinneringen aan haar zullen we met alle liefde

doorgeven aan haar zoon Bert.

Bert, die zijn moeder helaas zal moeten missen.

Lenn staart verbijstert naar de tekst op de steen. Zoon…, had Tess een zoon. Waren Chris en zij dan getrouwd, daar had ze hem nooit over geschreven. Verslagen gaat hij op het bankje, dat tegenover haar graf staat, zitten en staart naar de tekst op haar steen.

Waarom had ze hem niet op de hoogte gebracht van het feit dat Chris en zij een kindje kregen. Was ze bang geweest dat hij haar dat geluk niet gunde of was ze bang geweest dat ze hem daar verdriet mee zou doen. In gedachten probeerde hij haar laatste mails te doorgronden. Nu pas begreep hij waarom hij er altijd een vreemd gevoel bij had gehad. Al langer had hij het gevoel dat ze iets voor hem verzweeg en nu begrijpt hij wat ze hem niet had durven vertellen. Had ze hem niet altijd behoed voor verdriet. Ze was er natuurlijk van overtuigd dat hij… Nee Lenn, nu ga je speculeren over wat zij zou hebben gedacht. De laatste keer dat je haar sprak heb je haar laten beloven dat ze het geluk moest najagen. Wat denk je nou, dat ze op jou zat te wachten. Zij had er immers recht op om gelukkig te worden.

Hij voelt de tranen in zijn ogen gevaarlijk prikken, iets dat hij lange tijd niet meer had gevoeld. Zijn ademhaling gaat snel op en neer en de leegte in zijn hart doet hem pijn. Hij slaat zijn handen voor zijn gezicht en laat zijn tranen vloeien.  

‘Meneer…, meneer…, kan ik iets voor u doen,’ hoort hij plotseling.

Hij richt zich op en kijkt in de ogen van een lieve dame die hem verontrustend aankijkt.

‘Zal ik de rozen voor u in een vaas doen en ze verzorgen?’

‘Sorry, maar ik…,’ antwoordt Lenn.

‘U heeft geen vaas,’ gaat de vrouw verder. ‘Achter de steen van mijn man heb ik vast wel een geschrikte vaas voor u staan. Blijft u maar even zitten, dan kunt u even bijkomen.’

Lenn kan alleen maar knikken en kijkt toe hoe ze liefdevol zijn rozen schikt en ze bij de steen van Tess neerzet. Rustig loopt ze naar hem toe en gaat zwijgend naast hem zitten.

‘Sorry dat u mij zo moet zien,’ begint Lenn het gesprek.

‘Ach jongen, ik begrijp het wel. Het is ook triest, ze was veel te jong. Mijn man en ik hebben ten minste nog 45 mooie huwelijksjaren gekend. Het liefst had ik samengegaan, maar dat heb je niet voor het zeggen. Nu kom ik hier dagelijks even bij hem langs en ga ik, net als u nu, op dit bankje zitten en soms praat ik met hem. Dat voelt goed.’

‘Was u man ziek?’

‘Nee, mijn man is in zijn leven nog nooit één dag ziek geweest. Het ging plotseling. De dag voor zijn dood hebben we onze 45-jarig huwelijksfeest gevierd en de volgende ochtend vond ik hem dood in zijn stoel. Een mooie dood zeggen ze altijd, maar ik had hem liever nog even bij me gehad en afscheid van hem willen nemen. Ook daar heb je niets over te zeggen. Wat is uw verhaal. Kende u Tess goed?’

‘Ja, Tess was mijn grootste liefde. Helaas heb ik die liefde jaren geleden verspeeld, omdat ik verliefd werd op een ander. Toen ik besefte wat ik had laten schieten was het te laat, maar ik ben altijd van haar blijven houden. Ik zal haar nooit meer kunnen vertellen dat zij de enige vrouw was waar ik intens van heb gehouden. Ze heeft me zoveel geleerd. Voordat ik haar leerde kennen was ik niet instaat om mijn gevoelens te uiten. Ik ben namelijk nogal koud en kil opgevoed, waar alles om status en geld draaide. Tess leerde mij dat status en geld maar betrekkelijk was en liefde en warmte veel kostbaarder is dan hetgeen mijn ouders mij geleerd hadden. Helaas viel ik op een gegeven moment weer terug in mijn oude gewoontes en toen werd ik verliefd op een andere vrouw waar ik mee trouwde. Daar heb ik Tess veel verdriet mee gedaan en toen ik terugkwam van mijn huwelijksreis was ze verdwenen. Na mijn scheiding besloot ik om een andere richting in te gaan. Tess was inmiddels verliefd geworden op een ander en ik gunde haar dat geluk. Soms vraag ik mij af of het toch niet beter zou zijn geweest om haar te overtuigen dat ik zielsveel van haar hield. Ik vertrok met mijn jacht om de wereld rond te gaan en zo nu en dan mailde we elkaar, maar plotseling stopte de mails. Later hoorde ik dat zij was overleden en…’

Er valt een stilte waarin beide mensen met hun eigen gedachten bezig zijn. Opeens haalt de vrouw een thermosfles uit haar tas en vraagt of hij misschien een kopje thee wil?

Lenn kijkt haar glimlachend aan en kan het niet over zijn hart verkrijgen om deze te weigeren.

‘Graag, maar alleen als u genoeg heeft.’

‘Anders zou ik het u toch niet vragen,’ antwoordt ze en schenkt de thee in een bekertje die zij uit haar tas haalt en rijkt hem deze aan.

‘Zo nu en dan komt haar zoontje met zijn vader haar graf bezoeken,’ zegt ze plotseling en kijkt hem onderzoekend aan.

‘Haar zoontje,’ vraagt Lenn?

‘Ja, het is zo’n grappig en blij jochie. Zijn vader neemt altijd een bos bloemen mee, maar ondanks dat de kleine nog maar net kan lopen wilde hij de vorige keer daarginder wat bloemen plukken en ook bij mama neerleggen.’

Hij kijkt haar verwonderd aan en denkt aan de kleine Tommy en vraagt zich af hoe oud de zoon van Tess zou zijn. ‘Weet u hoe oud die kleine is?’

‘Nee, dat weet ik niet. Ik weet alleen dat zijn moeder bij zijn geboorte is gestorven.’

Beiden kijken naar de overlijdensdatum op de steen van Tess en tegelijkertijd zeggen ze. ‘Zestien maanden dus.’

‘Weet u het is al laat, ik moet nu echt gaan. Ik zal ervoor zorgen dat uw rozen zo lang mogelijk goed blijven.’

‘Dank u, dat is erg lief van u en dank voor de thee. Kan ik u misschien een lift naar huis geven, ik ben met de auto.’

‘Nee lieverd, dat is niet nodig. Ik woon hier om de hoek. Blijf nog even en neem dan afscheid van haar, zodat u weer verder kunt.’

‘U bent een wijze vrouw, ik weet zeker dat u man veel van u heeft gehouden.’

Ze groet hem en hij ziet haar langzaam het pad aflopen richting de uitgang. In gedachten blijft hij op het bankje naar het graf van Tess staren en dwalen zijn gedachten af naar het verleden. De herinneringen die hij voor de rest van zijn leven zou blijven koesteren. ‘Ik weet dat ik nooit meer een vrouw zoals jij zal ontmoeten, maar toch hoop ik dat ik er één zal vinden die ook maar enigszins op jou zal lijken,’ fluistert hij. Een blik op zijn horloge doet hem inzien dat het inmiddels tegen vieren loopt. De tijd was verstreken zonder dat hij daar erg in had. ‘Ik moet gaan Tess ik…,’ fluistert hij opnieuw. Lenn recht zijn rug en loopt het pad af.

16 jaar later

Het is prachtig weer en gezellig druk op Terschelling. Vanaf zijn veranda heeft Chris een fantastisch uitzicht over het water, maar daar heeft hij momenteel geen oog voor. Chris staart in de verte en piekert over wat hem te doen staat. Al enige tijd worstelt hij met het verleden. Geen voeging of spijt, nee integendeel. Hij moet een belofte, die hij bijna achttien jaar geleden is aangegaan, nakomen. Toen hij deze aanging was dat voor hem heel vanzelfsprekend geweest en dat deed hij uit liefde. Hij zou het zo weer doen, maar hij weet dat de tijd is gekomen om zijn gezin op de hoogte te stellen van hetgeen hij toen had beloofd. Deze bekentenis kan voor zijn hele gezin een verandering teweeg gaan brengen, maar allereerst moet hij Ellie op de hoogte brengen van zijn geheim en hopelijk zal zij hem dat vergeven. Zestien jaar geleden had hij nooit verwacht dat het geluk hem nog eens zo gunstig zou uitpakken. Maar toen kwam Ellie zijn leven binnen wandelen en niet alleen in die van hem, maar ook in die van zijn zoon. Indertijd werkte ze in de crèche waar hij dagelijks zijn zoon naar toe bracht en naar gelang de tijd verstreek groeide ze naar elkaar toe. In eerste instantie was hij heel voorzichtig, maar toen nam Ellie het initiatief om hem te benaderen. Zijn angst dat Bert een probleem zou vormen om een relatie met haar te beginnen was ongegrond. Ze was dol op de kleine jongen en dat is ze nu nog, ook nu ze inmiddels samen twee dochters hadden gekregen. Nooit heeft hij haar kunnen betrappen op het feit dat ze de meisjes zou bevoorrechtten. Ze hadden het goed samen en soms maakte hem dat wel eens angstig. Zoveel geluk kon een mens toch niet hebben, dacht hij soms. De meisjes weten inmiddels dat Bert hun halfbroer is, maar ook dat is nooit een probleem geweest. Als hij aan de meisjes denkt komt er een glimlach rond zijn mond. Ze waren zoveel anders dan Bert, die avontuurlijk maar heel rustig was. Dit in tegenstelling tot zijn zusjes, die druk en hartstochtelijk zijn. Vanaf de kleutertijd wedijveren de twee zusjes met elkaar, zeker als het om vriendjes gaat. ‘Dat belooft wat voor de toekomst’, had hij wel eens tegen Elly gezegd. ‘Ben je mal,’ had ze geantwoord. ‘Geloof me dat is straks ineens over. Mijn zus en ik waren precies zo.’ Daar had hij toen hartelijk om moeten lachen, maar hij hoopt nog steeds dat ze daar gelijk in krijgt.

‘Schat waar zit je met je gedachten,’ hoort hij plots vragen?

Elly zet wat verfrissing op het tafeltje en hij kijkt haar ernstig aan.

‘Is er iets, ben je ziek of zo,’ vraagt ze bezorgt.

‘Nee schat ik ben niet ziek, maar er is iets wat ik met je moet bespreken. Iets…’

‘Is er een ander?’

‘Doe niet zo gek, nee er is geen andere vrouw. Maar er is iets wat ik je moet vertellen en dat kan best voor problemen gaan zorgen, al hoop ik van niet.’

‘Heeft het met Bert te maken?’

‘Ja, het heeft met Bert te maken.’

18 jaar terug

‘Chris, ik weet dat wat ik vraag moeilijk voor je is, maar redt de baby,’ fluistert Tess en opnieuw verliest ze voor even het bewustzijn.

‘Schat, dat doe ik met alle liefde, maar vecht alsjeblieft voor je zoon.’

‘Is het een jongen,’ hoort hij haar zacht kreunen.

‘Ja wist je dat niet?’

‘Nee, dat wilde ik niet weten, maar goed dat je het me vertelt…. Chris, ik kan dit gevecht niet winnen. Ik zou je nog zoveel willen zeggen, ik wil dat je weet dat ik van je hou. Vanaf het eerste moment dat ik je ontmoette, dat was een bijzonder moment…,’

Hij ziet haar flauwtjes lachen en begrijpt dat ze het over het woordje bijzonder heeft, dat was immers het eerste woord dat hen samenbracht.

Opnieuw opent ze haar ogen en kijkt hem helder aan. ‘Het spijt me, ik had het je moeten vertellen.’

‘Wat bedoel je schat, wat had je me moeten vertellen?’

‘Allereerst dat ik van je hou. De afgelopen maanden ben je geen dag uit mijn gedachten geweest, maar ik schaamde me zo.’

‘Maar lieverd, dat was toch niet nodig geweest. Daar hadden we toch samen uit kunnen komen. We maken allemaal fouten,’ antwoordt hij en streelt voorzichtig haar gezicht waar een traan afrolt.

‘Niet huilen schat, ik ben bij je.’

‘Ik huil niet van verdriet, maar om de liefde die je me geeft.’

‘Tess, ik beloof je dat ik voor de jongen zal zorgen. Had je al een naam voor hem bedacht?’

‘Ja,’ fluistert ze. ‘Ik wil dat hij de namen Christiaan Lennert Hubertus krijgt en zijn roepnaam moet Bert worden. Bert naar mijn vader Hubertus. Christiaan naar jou en Lennert naar zijn vader.’

Chris kijkt haar aan en ziet dat het spreken haar steeds moeilijker valt. ‘Liefje, dat zijn mooie namen.’

‘Chris, er is nog één ding wat je me moet beloven. Ik zou heel graag willen dat jij hem opvoedt en tegen de tijd dat hij achttien wordt pas vertelt wie zijn echte vader is. Geloof me, jij bent daar veel beter toe in staat dan zijn vader. Lenn zit veel te veel met zijn gevoelens in de knoop en ik hoop dat hij tegen die tijd zichzelf heeft hervonden.’

‘Weet Lenn dat je zwanger bent.’

‘Nee, dat ik zwanger was was ook voor mij een verrassing. Het gebeurde toen we voor de laatste keer samen waren. We hadden te veel gedronken en er kwamen veel nostalgische gevoelens los. Misschien wilde we beiden op deze manier voorgoed afscheid van elkaar nemen. Diep van binnen zou er altijd een zwakke plek voor elkaar blijven bestaan. Begrijp je wat ik bedoel?’

Chris kijkt haar vertederend aan en moet toegeven dat hij wel begrijpt wat ze bedoelt. Hij had de chemie tussen hen beiden gezien en ook van andere gehoord hoe close ze altijd waren geweest. ‘Ik denk dat ik het begrijp, maar jouw liefde voor mij zou die net zo sterk zijn geweest?’

‘Ja absoluut, alleen is die liefde anders. Volwassener, ongecompliceerd en bij jou voel ik me goed en geliefd. De liefde die ik voor Lenn voelde lijkt meer op die van een jeugdliefde. Een liefde die geromantiseerd wordt, daarbij komt dat we onze relatie nooit goed hadden afgesloten. Het spijt me dat ik jou met de gevolgen daarvan opscheep.’

Hij ziet dat het spreken haar veel moeite kost en het doet hem pijn te beseffen dat dit haar laatste woorden zullen zijn: ‘Schat, dat doe je niet. Ik beloof je dat ik goed voor het kleine manneke zal zorgen. Ik wil niets liever, ten slotte is hij voor een deel van jou.’

Hij ziet dat ze haar krachten aan het verliezen is en ze langzaamaan weer wegraakt. Ter wijl hij op de bel drukt voor hulp voelt hij dat ze met haar laatste krachten in zijn hand knijpt en dan zakt ze voorgoed weg. Snel wordt ze naar de O.K gereden om haar kindje te redden.

De onthulling

‘Elly, dat is dus het verhaal. Ik heb Bert geëcht als mijn eigen zoon en met behulp van Frank, een oud-collega, heb ik alles rondom zijn erfenis geregeld. Ons huis in Sneek, dat ooit aan Tess heeft toebehoord heb ik gekocht van de verkoopopbrengst uit mijn appartement, die ik in Amsterdam bezat. Al haar bezittingen heeft Frank in een fonds vast laten zetten en als hij 21 wordt kan hij er volledig over beschikken. Ook de opbrengst van haar huis, hier op Terschelling heb ik daar ondergebracht. Zoals je weet heb ik dat huisje helaas niet kunnen behouden omdat we het gedwongen moesten verkopen in verband met de nieuwbouwplannen.

Elly kijkt haar man verbijstert aan en even is ze niet in staat om op zijn verhaal te reageren. Bert was haar net zo lief als haar eigen dochters, soms had ze gewild dat de meiden wat meer van het karakter van hun broer hadden meegekregen, maar nu begreep ze hoe het kwam dat hij zo anders was dan hun dochters. Even moet ze glimlachen en ziet dat Chris haar gadeslaat. 

‘Sorry schat, ik heb er dikwijls over nagedacht om het je te vertellen, maar je weet ik ben ook een man van principes en dus kon ik het gewoonweg niet. Daarbij kwam dat ik een beetje bang was dat je de jongen misschien anders zou gaan zien. Sorry, dit geheim woog best zwaar en ik had altijd het gevoel dat ik je bedroog.’

Verslagen slaat hij zijn handen rondom zijn hoofd. Elly neemt zijn handen in die van de hare: ‘Schat hoe kom je daar nu bij. Bert is en blijft onze zoon, ook al zijn wij niet zijn biologische ouders. Voor mij verandert er niets. We moeten dit probleem onder ogen zien. Het feit dat jij zijn vader niet bent zal vast een schrok voor hem kunnen zijn. Hoe had je gedacht dat op te lossen?’

‘Binnenkort praat ik met hem, maar eerst moet ik het zijn vader vertellen.’

‘Hoe wil je dat gaan doen, die Lenn woont toch niet in Nederland.’

‘Ja wel, Lenn woont sinds een paar jaar weer in Amsterdam. Hij schrijft nog steeds en ik moet zeggen dat doet hij best goed. Morgen heb ik een afspraak met hem.’

‘Hoe heb je hem gevonden.’

‘Hij is niet zo moeilijk te vinden en in de loop van de jaren ben ik hem blijven volgen. Zo nu en dan hadden we mailcontact. Je moet niet vergeten dat we best goed bevriend waren. Samen hebben we heel wat zeiltochten ondernomen, dat contact heb ik de afgelopen jaren best gemist. De laatste keer dat ik hem zag was 16 jaar geleden. Ik zag hem gebroken bij het graf van Tess zitten, maar ik kon indertijd niet de moed opbrengen om naar hem toe te lopen. Even heb ik hem geobserveerd en heb me toen weer omgedraaid en ben weggelopen. Soms had ik daar best wel eens spijt van, maar ik was nog te veel met mijn eigen verdriet bezig. Dat was in de periode dat wij elkaar leerde kennen. Ook mijn gevoelens gingen als een rollercoaster heen en weer.’

‘Wat is die Lenn voor een man?’

‘Ach, Lenn is oké. Uit de dagboeken van Tess begreep ik dat hij best een vervelende jeugd heeft gehad en zij hem heeft geleerd dat er ook mooie kanten aan het leven zijn en ik moet zeggen, dat is haar goed gelukt.’

‘Had Tess dagboeken?’

‘Ja, daarin ben ik ook beter gaan begrijpen hoe hun relatie in elkaar stak. Door haar dagboek ben ik erachter gekomen dat haar liefde voor mij oprecht en echt was.’

‘Weet je Chris, ik geloof dat het goed is dat de kaarten nu op tafel worden gelegd.’

‘Dat denk ik ook, en als Tess zou weten wat een prachtige jongen wij hebben grootgebracht zou ze trots op ons zijn. En volgens mij staat Lenn inmiddels stevig met beide benen op de grond. Dat is waar Tess op hoopte. En morgen, ja morgen moeten we maar even een smoes verzinnen over het feit dat ik naar Amsterdam moet.’

Ach joh, dat komt wel goed. Ze zijn zo druk, dat hebben ze niet eens in de gaten,’ antwoordt Elly met een glimlach.