De strijd om de liefde

Deel 6

 

De ontmoeting

Vroeg in de morgen vertrok Chris naar Amsterdam. Lenn had zijn adres doorgegeven en het navigatiesysteem leidde hem er feilloos naar toe. Als het systeem hem vertelt dat hij zijn bestemming heeft bereikt staat hij voor een indrukwekkende oprijlaan. Een oprijlaan met aan weerszijde gigantische beukenbomen. Aan het eind van de laan stopt hij voor een statig huis met een fantastische uitstraling.

Zodra hij stopt komt Lenn naar buiten en begroet zijn oude vriend hartelijk. Chris voelt een vreemdsoortig angstgevoel in zich opkomen. Hopelijk is hij straks, als ik hem de reden van dit weerzien heb verteld, nog net zo blij om me te zien als nu, denkt hij.

‘Chris, wat fijn om jou na al die jaren weer eens te zien. Hoe gaat het?’

‘Prima, met jou ook zo te zien. Man wat een prachtig huis heb je,’ antwoordt Chris.

‘Dit huis is van mijn schoonouders geweest en toen pa overleed heb ik het gekocht. Nu woon ik er samen met mijn schoonmoeder. De benedenverdieping heb ik voor een deel voor haar laten verbouwen zodat ze op haar oude dag gewoon in het huis kan blijven wonen. Kom binnen, wil je iets drinken, misschien ook iets te eten?’

‘Nou, ik heb best wel een beetje trek,’ antwoordt Chris.

‘Dan zorgen we eerst dat je wat te eten krijgt. Wat denk je van een broodje zalm?’

Chris knikt en samen gaan ze in de keuken aan de slag om een lunch te bereiden. De sfeer tussen beide mannen is al snel als vanouds en na de lunch besluiten ze in de tuin te gaan zitten.

‘Zeil je nog wel eens,’ vraagt Lenn?

‘Ja, regelmatig met de kinderen. Op dit moment zitten we op Terschelling en zijn ze druk in de weer met kitesurfen. Dat is iets waar ik me niet aan waag, dat doen die jongelui maar. Man de kapriolen die ze soms uithalen, nee dat is niets voor mij.’

‘Ik denk dat ik je wel begrijp. Jij was trouwens altijd al aan de voorzichtige kant,’ lacht Lenn.

‘Ja lach maar, maar ik zie het jou ook niet meer doen hoor. Man je moet eens zien wat ze allemaal uithalen op dat water.’

‘Misschien heb je wel gelijk, maar toch voel ik nog steeds die drang om weer eens op die plank te gaan staan.’

‘Nou Lenn, jij liever dan ik.’ Even valt er een stilte en piekert Chris erover hoe hij hetgeen hij met zijn vriend wil bespreken moet aanvangen.

Lenn ziet dat hij ergens mee worstelt en kijkt hem serieus aan en vraagt: ‘Wil je me nu vertellen wat de werkelijke reden van je komst is?’

Maar voordat Chris kan antwoorden komt de schoonmoeder van Lenn opgewekt aanlopen. ‘Ach wat leuk, je hebt bezoek,’ richt ze zich tot Lenn.

‘Hallo ma, ja dit is Chris.’

‘Hallo,’ begroet ze Chris. ‘Maar jou ken ik, werkte jij vroeger ook niet op het kantoor van mijn man?’

‘Dat klopt mevrouw, nu herinner ik mij u ook weer. We hebben elkaar inderdaad eens ontmoet op het kantoor. In eerste instantie dacht ik toen dat u samen met u zus uw vader kwam bezoeken, maar dat bleek uw dochter te zijn. Ik was toen erg van u onder de indruk.’

‘Was je toen ook al zo’n charmeur,’ vraagt ze hem glimlachend?

‘U kunt alles over me zeggen, maar ik denk niet dat ik een charmeur ben. Ik meen het echt en u ziet er nu ook nog heel goed uit.’

‘Dank je lieve jongen, jij weet de dag van een oude dame goed te maken. Maar ik laat jullie verder alleen, ik kwam alleen even wat melk uit de keuken halen. Fijn je weer eens te hebben gezien.’

‘Het genoegen is geheel aan mij,’ antwoordt Chris en pakt haar fragiele hand en drukt er een kus op.

‘Charmeur,’ glimlacht ze weer en loopt de keuken in.

‘Wel je hebt er wederom een bewonderaarster bij,’ plaagt Lenn hem.

‘Ik meende het echt, ze is nog steeds heel mooi.’

‘Ja dat is ze en ook heel lief,’ antwoordt Lenn. ‘Maar wil je me nu de reden van je komst vertellen?’

‘Het heeft te maken met Tess.’

‘Met Tess,’ vraagt Lenn verbaast.

‘Ja met Tess. Weet jij nog wanneer je haar de laatste keer hebt ontmoet?’

‘Ja,’ antwoordt Lenn zacht. ‘Dat kan ik mij nog heel goed herinneren en die dag zal ik ook nooit vergeten. Vlak voor mijn vertrek ben ik naar haar toegegaan omdat ik mijn reis niet wilde beginnen voordat ik met haar had gesproken over hetgeen ik haar had aangedaan.’

‘Weet je nog wat jullie toen hebben…,’ vraagt Chris voorzichtig.

‘Ja natuurlijk weet ik dat, maar vraag je nu of ik je dat… Chris wil je dat echt weten?’

‘Ja, ik wil graag weten hoe jij daarin stond?’

Even is het stil en kijkt Lenn hem achterdochtig aan. Wat wil die man toch van me. Ik kan hem toch niet gaan vertellen hoe…

‘Lenn, het is belangrijk voor mij om te weten wat jouw verhaal hierin is. Dat van haar ken ik.’

‘Weet je Chris. Tess en ik…. Ja, ik weet niet zo goed hoe ik het je moet uitleggen. Toen ik die dag bij haar kwam wilde ik haar vertellen dat ze altijd een speciaal plekje in mijn hart zou houden. Ik wist dat ze verliefd op jou was en dat voelde ik ook aan alles, maar ik moest haar vertellen hoeveel spijt ik had van hetgeen ik haar had aangedaan. We hebben een boottochtje gemaakt met de sloep van haar vader en zijn ergens gaan lunchen. Toen we weer terugkwamen hebben we uren gepraat en gedronken en dat drinken hadden we misschien achteraf beter niet kunnen doen.  Het voelde weer als vanouds en voor we er erg in hadden lagen we in elkaars armen. Je weet best dat Tess hartstochtelijk kan liefhebben.’

‘Dat weet ik niet Lenn, ik ben nooit verder gekomen dan wat kussen,’ antwoordt Chris.

Lenn kijkt hem niet begrijpend aan, maar de woorden dringen niet goed tot hem door. Hij is te verdiept in zijn eigen gedachten: ‘Die nacht heb ik nog lang wakker gelegen, ik bestudeerde haar gezicht en streelde haar mooie donkere lokken,’ gaat hij verder. ‘Tegen de morgen moet ik in slaap zijn gevallen, want toen ik wakker werd lag ze niet meer naast me. Ik vond haar in de keuken waar ze verdrietig naar buiten staarde. Op dat moment wist ik dat ze verscheurd werd door verdriet omdat ze het gevoel had jou te hebben bedrogen en ik wist dat het definitief voorbij was tussen ons. ‘Dit hadden we niet moeten doen,’ zei ze me. Ze had gelijk, dat hadden we ook niet moeten doen, maar ik kon er onmogelijk spijt over hebben. We hadden voor altijd afscheid genomen van onze liefde. We konden alleen niet vermoeden dat dit afscheid ook een andere betekenis zou krijgen. Ze vertelde me dat ze van jou hield en met jou een toekomst wilde opbouwen. Dat begreep ik volkomen en heb haar al het geluk van de wereld toegewenst.’

Somber kijkt Lenn voor zich uit en er valt een stilte die minutenlang duurt. Plots kijkt hij Chris aan: ‘Waarom vraag je me dit allemaal. Ze is al zo lang niet meer in ons midden, ben je op zoek naar vragen. Ik kan je verzekeren dat ze van je hield. Ja, we hadden…’

‘Nee Lenn, ik ben niet op zoek naar vragen. Dat wat je me zojuist vertelde wist ik al. Ik wil je iets laten zien. Heb je een exemplaar van je laatste boek hier in huis?’

‘Ja, die heb ik. Wil je hem hebben?’

‘Nee, ik ben al in het bezit van een exemplaar, maar kun je hem even pakken?’

Lenn loopt naar de woonkamer en komt terug met het gevraagde boek. Chris pakt zijn mobiel, zoekt een foto van zijn zoon en overhandig Lenn zijn mobiel, die de foto aandachtig bestudeerd.

Vol ongeloof kijkt hij Chris aan en zijn blik gaat beurtelings van de foto op de achterkant van zijn boek naar de mobiel van Chris. ‘Maar dat kan toch niet…,’ stamelt hij.

‘De waarheid heb je zojuist bevestigd. Bert is jouw zoon.’

‘Heb jij dat al die tijd geweten,’ vraagt Lenn?

‘Ja, dat wist ik. Ik heb Tess op haar sterfbed moeten beloven dat ik voor de jongen zou zorgen. Dat ik je dit nu pas vertel was ook een wens van haar. Ze heeft hem de volgende doopnamen gegeven Christiaan Lennert Hubertus. Heb je enig idee waarom?

‘Als ik in de geest van Tess moet denken, denk ik dat dit de drie mannen zijn geweest waar zij van heeft gehouden. Maar jij, jij had toch op dat moment ook een relatie met haar.’

‘Dat klopt, maar zoals ik zojuist al zei. Wij zijn nooit intiem met elkaar geweest. Hij is jouw zoon Lenn.’

‘Weet de jongen dat jij zijn vader niet bent?’

‘Nee, nog niet. Dat is mijn volgende stap, maar ik wilde eerst jou op de hoogte stellen van het feit dat je een zoon hebt. We weten niet hoe hij gaat reageren, hopelijk is hij niet….’

‘Denk je dat hij je verstoot,’ vraagt Lenn.

‘Ik weet het niet. Doorgaans is het een rustige jongen. Het avontuurlijke karakter heeft hij van jou en de rust van Tess, maar hoe hij hierop gaat reageren dat weten we echt niet.’

‘Is het een oplossing als ik op dat moment bij jullie in de buurt ben. Mocht het nodig zijn, dan kan ik misschien helpen of, eventueel zijn vragen beantwoorden.’

‘Misschien, ik weet het niet. Doorgaans heb ik niet zo’n moeite om iemand de waarheid over te brengen, maar als het je eigen kind is, is dat toch anders.

‘Ik pak wat spullen en ga met je mee naar Terschelling en als het nodig is ben ik er voor je. Mocht hij mij niet willen zien dan vertrek ik gewoon weer naar huis.’

Terwijl Lenn wat spullen inpakt en een hotelboeking op Terschelling regelt kijkt Chris wat rond in het huis. Het huis straalt warmte uit en op de schoorsteen staan diverse foto’s van twee jonge vrouwen. Hij tilt een groepsfoto van de gehele familie op en ziet tot zijn verbazing dat er achter deze foto een fotolijstje staat met een foto van Lenn. Lenn die een jonge vrouw in zijn armen houdt en haar innig kust en Tess beantwoordt zijn kus.

De terugreis verloopt snel, mede omdat de twee vrienden elkaar veel te vertellen hebben. Na het ontschepen brengt Chris hem naar zijn hotel en hij belooft hem snel te bellen als hij nieuws heeft.

In afwachting

Nadat Lenn zich had ingecheckt loopt hij opgejaagd door zijn hotelkamer. Hij besluit om naar buiten te gaan zodat het onrustige gevoel in hem kon afkoelen. Uit ervaring wist hij dat lopen de enige manier was om zijn hoofd meer rust te geven. Omdat hij in het verleden regelmatig bij Tess en haar ouders op het eiland had gelogeerd, kent hij het eiland redelijk goed. Dus slaat hij een rustige weg in waarvan hij weet dat hij ten minste niet zou worden gestoord door de vele toeristen. Zijn gedachten gaan alweer snel terug naar het verleden. Opeens is hij weer dat studentje dat plotseling tegen de serveerster oploopt en die van schrik het dienblad uit haar handen laat vallen. Ze kijkt hem woedend aan en nijdig snauwt ze hem toe: ‘Ben je je blinde geleidehond vergeten. Oen!’

Timide had hij sorry gezegd en haar geholpen met het opruimen van de rommel. De verrassing was groot toen hij haar opeens de collegezaal zag betreden en naar de enige plek, die nog vrij was, toeliep. Dat was de plek naast hem. Op dat moment had hij wel door de grond willen zakken, maar zij had hem vriendelijk toegelachen. ‘Sorry, ik had gisteren niet zo tegen je uit moeten vallen,’ fluisterde ze hem toe.

Opgelucht had hij haar aangekeken. ‘Je hoeft niet zo angstig te kijken hoor, ik bijt niet,’ fluisterde ze opnieuw.

En toen hadden ze samen moeten lachen en kon hij de moed opbrengen om zich voortestellen.

‘Ik heet Lenn.’

‘En ik Tess.’

Lenn zucht diep en gaat op een bankje zitten. Hoog in de lucht ziet hij de meeuwen vliegen en vraagt zich af waarom deze vogels toch altijd zo nadrukkelijk moeten krijsen? Hij had het Tess wel eens gevraagd of zij enig idee had waarom ze dat deden. ‘Ik denk omdat ze hun jongen beschermen en de andere vogels willen verjagen,’ was haar antwoord. ‘Het hele jaar door,’ had hij gevraagd?

Tess, god wat had hij van die vrouw gehouden. Zelfs nu ze er al zo lang niet meer is houdt ze hem af en toe nog bezig. Ze had hem onder haar hoede genomen, geleerd hoe anders het leven was, dan hetgeen hij van zijn ouders had meegekregen. Het leven is mooi en je moet ervan genieten, je hebt er maar één. Pak je kansen, maar wees op je hoede, dat is wat ze hem leerde. Met behulp van haar en haar ouders lukte het hem om het koude en emotieloze verleden van zich af te stoten. Bij haar voelde hij zich uitgroeien tot een zelfverzekerde man, maar er was één maar. Hij was erg ambitieus en genoot ervan als mensen hem prezen om zijn prestatie. Zijn werk deed hij vol hartstocht en als hij weer eens een mogelijkheid in de wet vond waarmee hij zijn cliënt kon vrijpleiten, kon zijn dag niet meer stuk.  

Toen werd hij tot over zijn oren verliefd op Elenora, die hem verleidde met haar prachtige lichaam. Ze streelde zijn ijdelheid en ambitie en Tess, Tess kon alleen maar toezien hoe verliefder hij op haar werd. Toen hij uiteindelijk doorhad wat er werkelijk speelde was het te laat om de fout te herstellen.

Inmiddels waren ook zijn beide ouders overleden en werd hij opnieuw geconfronteerd met het verleden. Bij het openen van het testament ontmoette hij voor het eerst na jaren zijn broer. Zijn broer die zich al heel jong van zijn ouders had afgekeerd. Hoe dikwijls had hij die verwijten van zijn ouders niet moeten aanhoren. Verwijten die niets met hem te maken hadden, maar daar trokken ze zich niets van aan. Kinderen waren ondankbaar, volgens hen. Dus hij ook.

Het bleek dat ze zijn broer en hem enorme bedragen hadden nagelaten, maar tot op de dag van vandaag had hij er nog geen cent van gebruikt. Hij had er geen flauw idee van hoe hoog het bedrag inmiddels was opgelopen, het deerde hem gewoon weg niet. Zijn broer was na het notarisbezoek direct weer vertrokken naar Denemarken, waar hij in het verleden een bedrijf had opgebouwd. Er was geen contact meer tussen hen beiden en dat was goed zo. Er zou te veel zeer naar boven komen. Te veel herinneringen die ze beiden liever wilde vergeten.

En toen kwam het moment dat hij er bij toeval achter kwam dat hij niet de biologische vader van zijn kinderen was. Dat deed pijn, maar hij had aan de andere kant begrip voor zijn vrouw. Hoe dikwijls waren ook zijn gedachten niet bij een andere vrouw dan de zijne. Liefde laat zich niet leiden, had hij vaak gedacht. Toch zijn ze nog een aantal jaren bij elkaar gebleven en gingen ieder zijn eigen weg.

Ook zijn succes had een keer zijde en daar liep hij op een gegeven moment tegen aan. De cliënten, die hij doorgaans verdedigde waren de daders en daar tegenover stonden de slachtoffers die hij in eerste instantie niet zag. Op het hoogte punt van zijn succes ging de advocatuur hem tegenstaan en trok hij zich meer en meer terug.  Toen de scheiding kwam stond niets hem meer in de weg om zijn andere droom na te jagen.

Tijdens zijn tocht rond de wereld had hij dikwijls aan Tess gedacht, zich afgevraagd hoe het met haar zou zijn. Het nieuws van haar overlijden had een diepe wond achtergelaten. Soms vroeg hij zich af hoe hij het had klaargespeeld om in leven te blijven. Weken had hij door de drank beneveld op zijn boot gezeten en had zich afgevraagd, waarom, waarom zij? Het waarom, daar kwam hij pas achter tijdens zijn bezoek aan haar graf. Zestien jaar geleden alweer. En nu, nu blijkt dat zij hem een zoon had geschonken. Hij voelde een warm gevoel in zich branden, een gevoel dat hem goed deed. Hoe ironisch kon het leven zijn. Jarenlang had hij immers gedacht dat zijn dochters van hem waren en toen Elenora hem de waarheid vertelde, had hem dat verdriet gedaan, maar het bleven zijn dochters. Gelukkig had Tom, tot op de dag van vandaag, daar alle begrip voor en nu staat Chris voor hetzelfde probleem.

Chris, die volgens hem in alle opzichten een goede vader voor de jongen moet zijn geweest. Hij had de moed opgebracht om de jongen aan te nemen als zijn zoon en zo zijn belofte aan Tess na te komen. Tess had hem niet voor niets gevraagd om voor de jongen te zorgen, daar had zij ongetwijfeld haar redenen voor gehad. Terugkijkend op die tijd moet hij toegeven dat hij een stuk onstabieler was dan Chris. De omstreden gevoelens waar hij destijds mee worstelde zouden niet goed geweest zijn voor de jongen. Nieuwsgierig was hij wel, maar mocht de jongen besluiten om hem links te laten liggen, dan zou hij dat accepteren en rustig afwachten tot dat hij uit zichzelf naar hem toe zou komen.

Weer thuis

Elly is in de keuken druk in de weer om de rommel, die de jongelui hebben achtergelaten op te ruimen.

‘Ik ben thuis,’ hoort ze Chris roepen.

‘In de keuken,’ antwoordt ze.

‘Wat is hier gebeurd. Is er een bom ontploft,’ vraagt Chris als hij de enorme bende ziet.

‘Dat lijkt er wel op. Nee…, gisterenmiddag kwamen Janneke, Lars en de kinderen langs en omdat het zulk mooi weer was hebben we spontaan een BBQ georganiseerd. Nou dit is dus het eindresultaat,’ lacht Elly.

‘Ik zal je even helpen.’

‘Hoe is het gegaan Chris?’

‘Goed, heel goed. We hebben het gezellig gehad en ik moet toegeven ik heb die man gemist.’

‘Meen je dat?’

‘Ja, we waren vroeger best wel goed bevriend, ondanks onze verschillende karakters.’

‘Verklaart dat misschien waarom je zo goed met onze jongen om kan gaan.’

‘Dat weet ik niet hóór. Ik heb, net als jij altijd goed met kinderen om kunnen gaan. Misschien had ik kleuterleidster moeten worden.’

Elly geeft hem een kus en knijpt even in zijn kont. ‘Maar dan hadden wij elkaar vast niet ontmoet.’

‘Daar heb jij een punt.’

‘Hoe reageerde hij op het nieuws,’ vraagt ze nieuwsgierig. ‘Was hij boos?’

‘Nee, maar wel verrast. Hij is meegekomen en logeert in een hotel. Mocht het nodig zijn dan komt hij naar ons toe. Ten minste als Bert hem wil leren kennen, zo niet dan gaat hij terug naar huis en wacht af tot dat Bert eraan toe is.’

‘Wanneer gaan we het hem vertellen?’

‘Ik zou dat graag vanavond willen doen, wat denk jij?’

Elly kijkt hem angstig aan en plots stromen de tranen. ‘Maar lief toch, eens moeten we het ze toch vertellen,’ troost Chris haar. ‘Waar zijn de kinderen nu?’

‘De meisjes zijn met de tweeling van Janneke op stap en Bert is boven.’

‘Bert is hier,’ horen ze achter zich. ‘Wat is eraan de hand. Wat moeten jullie vertellen, toch niet dat jullie gaan scheiden?’

Elly en Chris schieten in de lach en Chris antwoordt: ‘Nee jongen, we gaan niet scheiden. Het gaat over jou. We moeten met je praten.’

‘Nou dat klinkt wel ernstig zeg. Is mijn examen ongeldig verklaard, iets ergers kan ik me niet voorstellen.’

‘Nee jongen, dat is het niet. Ga even zitten.’

‘Kom pap, wat is er. Wat is er aan de hand?’

‘Ik weet niet zo goed hoe ik het je moet vertellen of hoe ik het moet inleiden.’

‘Ik zou zeggen pak de koe bij zijn horens,’ antwoordt Bert lachend.

‘Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Hetgeen ik je moet vertellen is te ernstig en blijft je misschien altijd bij.

‘Zo ernstig?’

‘Ja, zo ernstig. Je weet dat mam niet jouw biologische moeder is toch?’

‘Ja, dat weet ik. Ga je mij misschien vertellen dat jij niet mijn biologische vader bent?’

Chris kijkt hem zwijgend aan en buigt zijn hoofd. In zijn ogen prikken tranen. Tranen die hij lange tijd niet heeft gevoeld. Wanneer was dat ook alweer voor het laatst. Oh ja, dat was die keer dat ik voor het eerst ons huis in Sneek betrad, gaat het door hem heen. In de schommelstoel, waar het verdriet om Tess pas goed tot me doordrong.

‘Pap…, geef antwoordt. Is dat wat je me wil vertellen,’ en smekend kijkt hij zijn moeder aan.

‘Ja Bert, dat is wat ik je moet vertellen.’

‘Maar wie is dan mijn vader?’

‘Lenn…, Lennert de Grooth. Je moeder en hij zijn jarenlang een stel geweest. Geliefde, ze studeerde samen rechten. Op een dag werd Lenn verliefd op een ander en trouwde met haar.’

‘Maar mam was toch verloskundige?’

‘Dat klopt, dat was ze ook. Maar voor die tijd was ze advocaat en toen Lenn trouwde vertrok ze uit Amsterdam en ging verloskunde studeren. Toen ik haar hier op Terschelling leerde kennen was ze al enige tijd verloskundige. Ik leerde haar kennen bij de jachthaven waar ze naar een jacht stond te staren die de naam Tess droeg. Ik sprak haar aan en probeerde een afspraak voor de volgende dag te maken, maar daar gaf ze geen antwoordt op. Ik vertelde haar dat ik de volgende dag om drie uur op haar zou wachten in het restaurantje even verder op. Bij toeval kwam ik haar de volgende ochtend tegen op de markt waar ze samen met oom Bauke en tante Aaltje boodschappen deed.’

‘Oom Bauke en tante Aaltje mis ik soms nog wel eens,’ antwoordt Bert met een weemoedige blik. ‘En toen pap?’

Chris kijkt hem liefdevol aan, het stelt hem gerust dat hij hem pap noemt en gaat weer verder met zijn verhaal: ‘Wel je kent tante Aaltje, die wist altijd het ijs te breken en opeens kreeg ik goede hoop dat je moeder die middag zou komen opdagen. Dat deed ze ook, maar toen gebeurde er iets opmerkelijks. Tante Janneke belde dat ze aan het bevallen was en zowel de verloskundige als de huisarts waren elders aan het werk. Blijkbaar heerste er een babygolf in die tijd. Je moeder vroeg mij of ik het erg vond om met haar mee te gaan en daar had ik vanzelfsprekend geen bezwaar tegen. Ik was allang blij dat ik nog wat bij haar kon blijven. Bij tante Janneke werd ik aan het werk gezet. Je moeder vond dat ik best wel even op de jongens kon passen en dat deed ik en bakte mijn beroemde Brandarispannenkoeken.’

‘Ja die ken ik maar al te goed,’ is het commentaar van Bert. ‘En toen?’

‘Wel tot onze grote verrassing kwam er niet één, maar twee baby’s. Je kent ze Frouke en Elske.’

‘Heeft mijn moeder die gehaald?’

‘Ja, dat heeft ze. Inmiddels was het al laat geworden en toen zijn we naar haar huisje gegaan en daar hebben we nog wat gegeten en gedronken. De volgende ochtend stond mijn terugreis gepland en toen kwamen we er achter dat Lenn, de vriend die achter was gebleven op het jacht en waar ik mee naar Noorwegen was geweest, haar ex was. Ze ontmoette hem toen ze mij afzette bij de haven. Al die jaren was ze van hem blijven houden en zo kwam hij weer in haar leven.’

‘Heeft mijn moeder dan nooit van jou gehouden?’

‘Ja, dat deed ze. Het was gecompliceerd, maar dat deed ze en ik van haar. En van jou, vanaf het moment dat je in mijn armen werd gelegd hou ik zielsveel van je als mijn eigen zoon en voor mij ben je dat ook.’

‘Maar hoe zit dat dan, wat is er dan gebeurd met mijn biologische vader?’

‘Ik heb jouw moeder op haar sterfbed moeten beloven dat ik voor jou zou gaan zorgen. Je vader wist niets van haar zwangerschap af. Tot gisteren wist hij niet dat jij zijn zoon was.’

‘Maar wat is er dan gebeurd?’

‘Zie het als een soort Romeo en Julia dat een hele vreemde wending kreeg. Wat er is gebeurd is niet aan mij om dit te vertellen. Je zal je vader moeten vragen naar zijn kant van het verhaal. Ik wil je alleen vertellen dat die twee mensen heel veel van elkaar hielden en soms kan je in het leven ook nog van een derde persoon houden.’

Bert is stil en kijkt zwijgend voor zich uit. ‘Wat nu pap?’

‘Ik weet het niet jongen, dat is geheel aan jou.’

Bert staat op en loopt naar Chris toe die hij innig omhelst. ‘Weet je pap wat er ook gebeurt, jij bent mijn vader, net als mam mijn moeder is.’

‘Dank je jongen,’ zegt Chris met tranen in zijn ogen.

 

Die avond worden de meisjes ingelicht en Bert roept plagend: ‘Denk nu maar niet dat jullie van me af zijn hóór.’ Maar dat grapje valt niet goed bij de meisjes die hem smekend om zijn hals vallen.

‘Bert, je laat ons nu toch niet alleen. Je gaat toch niet weg om bij je vader te gaan wonen?’

‘Zijn jullie nu helemaal gek geworden, wie laat nu zulke zusjes in de steek. Nee hoor, wees maar niet bang ik blijf bij jullie. Niemand kan toch zo goed koken als mam en nergens vind ik een geschikte tegenstander om een potje te schaken als pap,’ troost hij ze.

 

Als de meisjes naar bed zijn vraagt Elly aan hem of hij er behoefte aan heeft om zijn biologische vader te leren kennen?

‘Ik weet het niet. Als dat betekent dat ik jullie er verdriet mee doe, dan niet,’ antwoordt hij.

‘Nee, lieverd dat doe je niet. Hij is hier op het eiland en als je wilt kan je naar hem toe of hem bellen.’

‘Mam, vandaag nog even niet. Ik moet dit even verwerken.’

‘Mocht je hem willen ontmoeten, hij logeert in het WestCord hotel,’ zegt Chris.

‘Bert…, Bert in mijn bureaula ligt het laatste dagboek dat je moeder schreef. Hier heb je de sleutel. Als je er behoefte aan hebt…. Misschien helpt het je,’ zegt Chris.

Bert pakt de sleutel aan en zegt: ‘Dank je pap, maar ik ga nu naar mijn kamer. Welterusten.’

Elly en Chris kijken elkaar aan: ‘Schat, ik denk dat we, na al die onthullingen vandaag wel een wijntje hebben verdiend.’

Het dagboek

In zijn kamer zit Bert op de brede vensterbank en tuurt in gedachten naar buiten. In zijn handen heeft hij het dagboek van zijn moeder en vraagt zich af of het verstandig is om deze in te zien. De afgelopen dagen had hij het feit verdrongen dat pa, in werkelijkheid helemaal zijn vader niet is. Even had hij gedacht dat het een grap was, maar zijn ouders waren daar te ernstig voor geweest. Hij had ze beide in tranen gezien en de machteloosheid was voelbaar geweest. De afgelopen dagen hadden ze hem vragend aangekeken, maar hij wist dat hij de vragen die zij hem wilde stellen, beslist nog niet zou kunnen beantwoorden. Hij kende de verhalen die zijn ouders en andere over zijn moeder vertelde. De vragen over zijn biologische vader zouden ongetwijfeld te vinden zijn in dit boek, maar hij wilde het boek niet lezen. Het zijn haar geheimen, haar liefdesleven. Pa had gezegd dat ze van hem hield, dat was genoeg voor hem. Hij wilde de strijd, die zijn moeder voor beide mannen voelde niet weten. Misschien wilde hij wel helemaal niet dat ze verdriet had. Uit de verhalen die hij over haar had gehoord kwam ze over als een liefdevolle vrouw, die niets liever wilde dan dat de ander gelukkig was. Dit boek zou haar strijdende gevoelens weergeven en die waren van haar. Hij hoefde niet te weten of ze van hem hield. Gewoon om de doodeenvoudige reden. Hij weet dat ze van hem hield. Ze had hem aan pa gegeven en pa was zijn pa. Daar zou nooit en te nimmer verandering in komen.

Zacht wordt er op de deur geklopt. ‘Kom maar binnen,’ roept Bert.

‘Ik wilde even kijken hoe het met je gaat,’ zegt zijn vader als hij binnenkomt.

Bert kijkt zijn vader aan en reikt hem het dagboek aan. ‘Pa, wil je deze weer meenemen?’

‘Heb je hem gelezen?’

‘Nee, ik wil de indruk die ik van mijn moeder heb niet laten verdoezelen door de geheimen die zij aan haar dagboek toevertrouwde. Ik ben ervan overtuigd dat dat voor jou anders lag, maar het is mijn moeder. Er zijn genoeg mensen om ons heen die haar hebben gekend en die mij een beeld van haar hebben laten vormen. Dat beeld wil ik vasthouden.’

‘Jongen, hoe komt het toch dat jij zo volwassen reageert. Als mij dat op die leeftijd zou zijn overkomen, zou ik niet weten hoe ik gereageerd zou hebben.’

‘Dat komt omdat jullie mij zo hebben opgevoed,’ antwoordt Bert liefdevol.

‘Ik weet zeker dat jij na je medicijnenstudie een uitstekende arts wordt,’ complimenteert zijn vader hem.

Chris pakt het dagboek van hem aan en verzekert hem dat hij deze weer bij de andere zal opbergen.

‘Pa, waar heeft u haar persoonlijke bezittingen opgeborgen?’

‘Die staan in het kamertje boven de garage. Tijdens de verbouwing van ons huis heb ik die ruimte gereserveerd voor al de spullen die eens van haar en van haar ouders zijn geweest. Mocht je er ooit een kijkje willen nemen dan ligt de sleutel in mijn bureaulade.’

‘Dank u pa en geef mam een extra knuffel van mij. Dit moet voor haar ook niet meevallen.’

‘Die knuffel moet je zelf maar geven, van mij krijgt ze er al genoeg,’ lacht Chris. ‘Welterusten knul.’

‘Welterusten pa!’

De kennismaking

Tijdens de lunch bespreken Elly en Chris de gebeurtenis van de afgelopen week. Eigenlijk waren er geen ontwikkelingen omdat Bert zich in stilzwijgen hulde en als Chris hem vroeg of hij behoefte had om te praten, was zijn antwoordt: ‘Nee, ik ben er nog niet uit.’

‘Denk jij dat hij het ons kwalijk neemt,’ vraagt Elly’

‘Dat denk ik niet, ik denk dat hij niet zo goed weet wat hij moet doen. Het enige wat we kunnen doen is afwachten.’

‘En Lenn, is hij nog op het eiland?’

‘Ja, ik heb vanmiddag met hem afgesproken. Als je wilt kan je mee, dan kan ik je aan hem voorstellen.’

‘Zou hij dat niet vervelend vinden. Ik bedoel….’

‘Wel nee, ik denk juist dat hij het fijn zal vinden dat hij kennis kan maken met de vrouw die zijn zoon al die jaren heeft opgevoed.’

‘Graag, ik wil nu ook wel eens weten wie die persoon is, waar ik al zoveel verhalen over heb gehoord.

 

Een uurtje later zijn ze op weg naar het hotel en Elly voelt een spanning in zich opbouwen. Hoe zou hij reageren, zou ik goed genoeg… ‘Is het echt wel oké dat ik met je meega? Misschien wil hij mij helemaal niet leren kennen,’ suggereert ze.  

‘Doe niet zo gek, waarom zou hij afkerig tegenover jou zijn. Nee, ik weet zeker dat hij het fantastisch zal vinden om je te zien. Vertrouw me nou maar?’

 

Lenn staat voor het hotel zijn vriend op te wachten en is verrast als hij ziet dat hij Elly heeft meegenomen. ‘Ik zie dat ik eindelijk kennis kan maken met de vrouw waar je me al zoveel over hebt verteld.’

‘Lenn, dit is Elly. Ik heb haar meegenomen omdat ik je graag aan haar wil voorstellen. Elly, dit is Lenn.’

‘Hallo Elly, ik ben erg blij dat ik je mag leren kennen,’ groet Lenn haar en geeft haar een kus op de wang.

Elly kijkt hem verbijsterend aan. De gelijkenis tussen haar zoon en deze man is overduidelijk. Iedereen kan zien dat dit de vader van haar jongen is. ‘Het genoegen is geheel aan mij,’ antwoordt ze vriendelijk.

‘Kom binnen, dan drinken we wat op het terras,’ zegt Lenn en leidt ze naar het terras.

‘Prachtig is het hier,’ fluistert Elly.

‘Ben je hier nog nooit geweest,’ vraagt Lenn?

‘Nee, waarom zou ik. We hebben daarginds een prachtig huis met alles erop en eraan,’ antwoordt ze alsof ze zich moet verdedigen dat ze nauwelijks in restaurants komt.

‘Ik bedoelde het niet kwaad,’ antwoordt Lenn, die haar verdedigende toon opvalt.

‘Sorry, ik wilde niet bot reageren. We hebben echt een heel mooi huis. Kijk je kan van hieruit het dak van ons huis zien. Het is er prachtig en je gelooft het of niet, Chris heeft het met zijn eigen handen gebouwd.’

‘Dat meen je niet. Is dat waar Chris?’

‘Ja, maar ik heb ook wel hulp gehad hoor,’ lacht Chris.

Het weer is nog steeds prachtig en nadat hun bestelling is geserveerd, vraagt Lenn: ‘Hoe gaat het, heeft hij nog niet gereageerd?’

‘Nee, hij is wel veel stiller dan normaal maar als ik hem vraag of hij erover wil praten, antwoordt hij dat hij er nog niet uit is.’

‘Ik herken dat patroon. Dat deed Tess ook altijd als ze ergens meezat. Ze wilde er eerst met zichzelf uitkomen en dan pas sprak ze er met anderen over.’

‘Wanneer vertrek je weer naar huis,’ vraagt Elly?

‘Over drie dagen, ga ik naar huis. Niet omdat ik moet, maar mijn schoonmoeder is jarig en daar wil ik bij zijn. Ik wil er ook zijn omdat de kinderen overkomen uit Spanje. Sinds kort ben ik ook opa en dus ga ik kennis maken met mijn kleindochter.’

‘Opa, jij?’

‘Ja ik, is dat zo moeilijk voortestellen,’ glimlacht Lenn. ‘Maar dank je voor het compliment.’

‘Is er geen vrouw in jouw leven,’ gaat Elly verder?

‘Nee, en ik denk dat die er ook niet meer komt. Ik ben gehecht aan mijn vrijheid. Nu kan ik gaan en staan waar ik wil. Mocht ik morgen besluiten om te vertrekken dan kan dat, zonder dat ik een ander moet achterlaten. Het enige wat ik nodig heb is mijn computer en dan kan je me zelfs in een hutje op de hei neerzetten. Luxe is fijn, maar ik kan heel goed zonder.’

‘Chris vertelde dat je jaren met je jacht op reis bent geweest, had je dan geen last van eenzaamheid?’

‘Niet echt, toen ik wegging lag ik behoorlijk met mijn gevoelens in de knoop. Alles waarvan ik ooit droomde was in rook opgegaan, of was niet zo aantrekkelijk als ik me had voorgesteld. Ik droomde van een fantastische loopbaan als advocaat maar toen ik aan de top stond, ging het me tegenstaan. Dat was ook één van de reden dat ik vertrok. Ik maakte een bucket list en met mijn jacht een reis om de wereld maken stond bovenaan die lijst. Maar de zeeën zijn grillig. Het ene moment beland je midden in een enorme storm, waar je soms doodsangsten uitstaat. En het andere moment lig je op de Atlantische oceaan wekenlang in de luwte. Die luwte duurde drie weken en daar heb ik alle frustraties die in me zat, van me afgeschreven, gehuild en uitgeschreeuwd. Dat was mijn eerste manuscript, dat ik trouwens nooit heb laten uitgeven.’

‘Waarom niet,’ vraagt Elly?

‘Te privé en niet geschrikt voor uitgave omdat er passages in voorkomen uit mijn tijd als advocaat. ‘Ik zou daar cliënten en slachtoffers mee kunnen schaden.’

Chris had gefascineerd naar ze zitten luisteren en was blij dat hij Elly had overgehaald om mee te komen. Hij twijfelde er niet aan dat ook Bert op een gegeven moment zijn vader wilde leren kennen en het proces zou wat versneld kunnen worden als Elly hem vertelde dat zijn vader best oké was.

Even moet hij glimlachen als hij denkt aan de woorden die Lenn net had uitgesproken over het feit dat Bert, net als Tess vroeger deed, er eerst met zichzelf wilde uitkomen.

Voordat ze er erg in hadden was het alweer half vier en dat betekende dat ze moesten opstappen, maar voor hij dat wilde voorstellen ging zijn mobiel. Het display geeft aan dat zijn dochter Femke hem belt. Als hij opstaat om op te nemen ziet hij verderop aan de informatiebalie zijn zoon staan. Een medewerker van de balie wijst naar het terras en dan heeft Bert hem in de gaten. Terwijl Chris het gesprek met zijn dochter aan neemt loopt hij op zijn zoon af.

‘Femke, ik heb helaas geen tijd om je te woord te staan. Kan ik straks terugbellen?’

‘Dat hoeft niet pap, ik wil alleen even melden dat Lobke en ik bij tante Janneke blijven eten. Geef jij dat even door aan mam.’

‘Is goed schat, dat doe ik. Veel plezier daar en doe ze de groeten.’

‘Doe ik, doei, doei…’

‘Pap jij hier,’ vraagt zijn zoon.

‘Ja jongen, en jij wat kom jij hier doen?’

‘Ik heb besloten dat ik die Lenn, toch maar eens wil zien,’ is zijn antwoordt en Chris ziet dat het hem moeilijk valt om hier te zijn.

‘Wil je dat ik je alleen laat?’

‘Nee, misschien is het wel goed dat je er bent. Ik zie dat mam er ook is.’

‘Ja, ik had vanmiddag een afspraak met hem en heb je moeder gevraagd of zij hem wilde ontmoeten. Nou zoals je ziet, ze kunnen het goed met elkaar vinden. Ik krijg er geen stok tussen,’ grapt Chris.

‘Ik zou maar uitkijken, je hebt al eens eerder een vrouw aan hem verloren,’ plaagt zijn zoon terug.

‘Nee jongen, die is hij aan mij verloren. Kom dan stel ik je aan hem voor.’

Samen lopen ze het terras op naar de twee mensen die niet in de gaten hebben dat er een verandering opkomst is. Elly kijkt op en kijkt in de wat angstige ogen van haar zoon. Haar verbazing valt Lenn onmiddellijk op en als hij zich omdraait kijkt hij in de prachtige ogen van zijn zoon. Ogen die hem direct aan die van Tess doen denken en zijn hart smelt onmiddellijk. Voorzichtig staat hij op, bang om hem te verjagen en even staan ze elkaar zwijgend aan te kijken.

‘Hallo, ik ben Bert,’ neemt Bert het initiatief.

Lenn reikt hem zijn hand en Bert strekt eveneens zijn hand uit. ‘Fijn dat je bent gekomen,’ fluistert Lenn met een brok in zijn keel. Snel herstelt hij zich en vraagt of hij zich bij hen wil voegen. Stil gaat Bert tegenover hem zitten en kijkt even hulpzoekend zijn moeder aan. Elly knikt hem bemoederend toe en onder de tafel wrijft ze troostend over zijn been.   

‘Ik begrijp best dat dit een hele schrok voor je moet zijn, ik was net zo verrast als jij toen ik van je bestaan hoorde. Hopelijk is de storm in je een beetje bekoeld. Allereerst wil ik je vertellen hoe dankbaar ik je ouders ben. Ik zie dat ze een geweldige zoon hebben grootgebracht.’

‘Hoe wilt u dat ik u noem,’ vraagt Bert zacht.

‘Ik ben Lenn. Dit zijn jouw ouders en ik wil absoluut niet tussen hen en jou komen. We zullen elkaar moeten leren kennen, maar ik ga geen rechten opeisen. Nogmaals zij zijn jouw ouders, zij hebben je grootgebracht, daar zal ik ze altijd dankbaar voor zijn. Jij geeft aan wat je van mij wenst en daar zal ik mij in schrikken. Dat is wat je moeder ook zou hebben gewild.

 

Elly kijkt haar zoon aan en hij knikt haar bemoedigend toe. ‘Het gaat goed mam, heus. Ik ben oké.’

Chris observeert moeder en zoon en staat op: ‘Elly, ik denk dat we Bert en Lenn nu wel even alleen kunnen laten. Zullen wij op huis aangaan?’

‘Het is goed mam, ga maar met pap mee,’ antwoordt Bert in haar plaats.

Elly kijkt onderzoekend de tafel rond en dan staat Lenn op en zegt: ‘Ik zal hem niet ontvoeren, ga maar,’

Weemoedig staat Elly op en kijkt Lenn smekend aan alsof ze wil zeggen: ‘Pak hem alsjeblieft niet van me af.’

Chris pakt liefdevol haar ellenboog en trekt haar voorzichtig naar hem toe. ‘Kom lief, het is goed zo.’

Lenn staat op en neemt afscheid van haar. Even houdt hij haar in zijn armen en fluistert in haar oor, dat ze zich niet ongerust hoeft te maken.

‘Tot snel makker,’ groet hij Chris en vriendschappelijk slaan ze elkaar op de schouder.

Elly en Chris lopen naar huis in de wetenschap dat alles goed gaat komen.

 

Twee weken later zit Chris, zoals gewoonlijk op zijn veranda wederom van het uitzicht te genieten. Morgen zullen ze helaas weer naar huis moeten vertrekken. De zomervakantie zit er weer op en de kinderen zullen binnenkort weer naar school moeten. Bert zal binnenkort medicijnen gaan studeren in Groningen, maar blijft voorlopig nog gewoon thuis wonen. Dit tot grote vreugde van zijn moeder.

Het contact tussen Lenn en Bert is goed en Chris heeft bewondering voor zijn oude vriend, die zich heel goed heeft kunnen aanpassen in hun gezin. Soms vraagt hij zich af wat Tess van deze hele situatie zou hebben gevonden. Zou ze hebben geweten dat Lenn op deze wijze zou gaan reageren. Ze zullen het nooit weten, maar hij zal haar altijd dankbaar blijven voor het feit dat ze hem haar kostbaarste bezit toevertrouwde.

Verrassende ontmoeting

Lenn bestuurd behendig zijn auto naar de plek waar hij 16 jaar geleden voor het eerst was. Het is er rustig en bijna herfst. Hier en daar vergelen er al wat blaadjes aan de bomen. Onder zijn voeten knarst het grindpad en ook nu ziet hij hier en daar mensen die hun geliefde bezoeken. Vreemd dat een kerkhof altijd zo rustgevend kan zijn. De mensen zijn vriendelijk, waarom kan dat ook niet buiten de hekken van die hoven. Zodra je die poort binnen stapt lijkt het alsof je een andere wereld binnen treedt. Zou dit een voorportaal van de hemel zijn, vraagt hij zich af. Op de één of andere manier geniet hij van zijn wandeling naar haar. Dat was indertijd wel anders. Toen kon de weg niet lang genoeg zijn voordat hij bij haar graf aan zou komen. Naast het graf van Tess ziet hij een vrouw, die zorgvuldig de steen en de plantjes verzorgt. Het is hetzelfde graf waar hij toentertijd die lieve oude dame had ontmoet. Als hij langs haar wil lopen staat ze plots op en doet een stap achteruit en staat boven op zijn tenen.

‘Oh sorry, ik had u niet aan zien komen,’ verontschuldigt ze.

‘Dat geeft niet hoor, dat gebeurt mij ook wel eens,’ antwoordt hij lachend en op de één of andere reden moet hij aan zijn eerste ontmoeting met Tess denken. Hij kijkt de vrouw oplettend aan en meent de trekken van de oude dame in haar terug te zien. ‘Is dit het graf van uw ouders,’ vraagt hij voorzichtig.

‘Ja, mijn moeder is een half jaar geleden overleden en mijn vader zoals u ziet al jaren eerder. Tot op de laatste dag ging ze nog elke dag naar hem toe. Dat vond ze fijn en gaf haar troost.’

‘Dat weet ik, ik heb u moeder jaren geleden eens ontmoet. Een lieve behulpzame dame.’

‘Dan bent u die man van die rozen, weet u dat ze ze altijd verzorgde als u weer eens nieuwe had laten bezorgen.’

‘Meent u dat echt?’

‘Ja echt, ze sprak er altijd zo liefdevol over. 24 gele rozen en 1 rode, zei ze altijd. Mijn moeder had een hele romantische inslag. Was gek op romantische films en u weet maar half hoe blij ze altijd was als er weer eens zo’n bos op het graf van Tess was gelegd. U wilt vast de vaas lenen, die bewaarde ze altijd voor het geval er weer bloemen werden bezorgd, achter de steen van mijn vader.’

‘Graag,’ antwoordt Lenn.

‘Geeft u deze dan maar aan mij en zal ze, net als ma dat voor u deed, verzorgen.’

Lenn overhandigde haar de bos en bedeesd kijkt hij toe hoe ze zijn rozen verzorgt en net als haar moeder de vaas naast het portretje van Tess zet.

‘Dank u,’ bedankt hij de vrouw. ‘De volgende keer bestel ik twee bossen, één voor Tess en één voor uw moeder.’

De vrouw kijkt hem glimlachend aan en antwoordt: ‘Ik weet zeker dat ze er daarboven op die wolk, ontzettend van zal genieten. Ik laat u even alleen, de rest ruim ik van de week wel op. Tot ziens.’

‘Misschien kan ik u straks als dank een kop koffie aanbieden. Dat ben ik uw moeder op zijn minst verplicht.’

Ze kijkt hem aandachtig aan en wat ze ziet bevalt haar wel. Hij is knap, zeker voor zijn leeftijd. Ongeveer mijn leeftijd, denkt ze. ‘Dat lijkt mij heel gezellig. Ik wacht op u bij de uitgang.’

‘Goed, dan zie ik u daar,’ antwoordt Lenn, die zich tot haar aangetrokken voelt en kijkt haar na als ze het pad afloopt.

Hij draait zich om en kijkt naar het portretje van Tess. Hoe anders is zijn gevoel nu na al die jaren. Nog nooit had hij zich zo goed gevoeld als nu. ‘Dank je voor het mooiste geschenk dat je me ooit hebt gegeven Tess. En wat lijkt de jongen innerlijk op jou, zo verstandig. De schoonheid heeft hij natuurlijk van zijn vader, maar goed dat was blijkbaar mijn aandeel daarin,’ grapt hij. ‘Chris en Elly hebben een prachtige jongen van hem gemaakt en je had gelijk, dat zou ik nooit voor elkaar hebben gekregen.

Liefste je zal, zoals je weet altijd dat plekje in mijn hart behouden, maar het leven gaat nu verder. We hoeven niet meer te strijden, de strijd om elkaars liefde is gestreden.’

Buiten de poort staat de dochter van de oude vrouw hem, zoals afgesproken op te wachten om samen naar een gezellig plekje te gaan om hun kennismaking kracht bij te zetten.

‘Ik heb mij nog niet eens aan u voorgesteld,’ zegt hij. ‘Lenn,’ en hij steekt vriendelijk zijn hand uit.

Ze reikt hem haar hand en de druk van zijn hand geeft haar een rustgevend gevoel en even is ze van slag. ‘Nynke, ik ben Nynke,’ antwoordt ze.

‘Ik weet een gezellig restaurantje hier even verderop. Wat denk je Nynke, durf je het aan?’

‘Absoluut, laten we het gevaar trotseren,’ antwoordt ze opgewekt.

Vanwege het mooie weer kiezen ze voor een plekje aan het water en bestellen koffie met een appelpunt. Al snel zijn ze druk in gesprek alsof ze elkaar al jaren kennen. Opvallend genoeg blijken ze beide avontuurlijk van aard. Ze vertelt hem dat ze regelmatig de behoefte heeft om te vertrekken naar een omgeving waar ze zichzelf kan zijn. ‘Gelukkig biedt mijn beroep als illustrator mij deze gelegenheid. Zolang ik mijn schetsboek, computer en tekentablet bij me heb, is er niemand die mij zal horen klagen,’ legt ze hem uit.

‘Is er dan nergens een plek waar je graag zou willen zijn,’ vraagt Lenn? Hij ziet dat ze daar diep over na moet denken. ‘Ik bedoel, zou je je niet ergens definitief willen vestigen. Er is toch zeker wel een partner die…., ’ probeert hij, maar hij ziet dat zijn vraag haar niet bevalt. ‘Sorry, ik wilde je niet uithoren, of je onbehaaglijk laten voelen.’

‘Nee, dat doe je niet. Ik ben de ware tot nu toe nog niet tegengekomen, maar dat begrijp ik wel. Wie wil er een vrouw die altijd de drang heeft om er op uit te gaan.’

‘Ik zou er geen bezwaar tegen hebben, mits ik haar mag begeleiden,’ gapt Lenn vrolijk.

‘Meen je dat,’ vraagt ze verbaast?

‘Dat meen ik, zeg het maar. Waar wil je heen en wanneer?’

‘Daar hou ik je aan, misschien doe ik sneller een beroep op je dan je denkt.’

Hij pakt haar hand en geeft er een lichte kus op. ‘Ik sta geheel tot je beschikking,’ is zijn antwoord.

 

Einde