De strijd om de liefde

Deel 4

 

De verwarring

Twijfelend loopt Tess de huisartsenpraktijk binnen en haar huisarts, die net zijn volgende patiënt wil roepen, vraagt haar of ze voor hem komt.

‘Eigenlijk wel, ik wil een afspraak maken.’

‘Ben je niet lekker, dat is niets voor jou? Als je even wacht dan kan ik je wel even tussendoor zien.’

‘Maar kom je dan niet in de knel met je schema?’

‘Wel nee, voor jou neem ik dat graag voor lief. Als ik jouw hulp nodig zou hebben zou je ook die tijd voor mij inplannen.’

‘Het lijkt me sterk dat jij mijn hulp nodig hebt.’

‘Je weet best wat ik bedoel. Neem maar even plaats,’ antwoordt de huisarts.

‘Graag dank je.’

Ze neemt plaats in de wachtkamer en vraagt zich af of het eigenlijk wel nodig is om door de arts gezien te worden. Op dit moment gaat het toch wel? Maar ze weet best dat dat aan het eind van de dag anders is. Straks slaat de vermoeidheid weer toe en dan kan ze zich voor het hoofd slaan dat ze zich niet heeft laten onderzoeken. Nee, het is goed. Misschien is er niets aan de hand, maar dan weet ik in ieder geval dat alles goed is.

‘Tess…, loop maar even met me mee,’ hoort ze plotseling en ze loopt achter hem aan naar zijn spreekkamer. ‘Vertel wat kan ik voor je doen. Zijn er klachten?’

Tess vertelt haar klachten en de arts onderzoekt haar grondig.

‘Kleed je maar weer aan,’ zegt hij en gaat weer achter zijn bureau zitten. ‘Weet je echt niet wat er met je aan de hand is Tess?’

Verslagen haalt ze haar schouders op en begrijpt niet zo goed wat hij bedoelt.

‘Herken je de symptomen niet?’

Verbaast kijkt ze hem aan. ‘Symptomen niet…, wat bedoel je?’

‘Zou het kunnen zijn dat je zwanger bent?’

‘Zwanger,’ vraagt ze verbaast? ‘Maar dat kan…,’

‘Niet,’ vraagt hij? ‘Wanneer was je laatste menstruatie?’

‘Twee weken terug, maar ik gebruik de pil dus…’

Maar dan herinnert ze zich opeens…. Nee, het zal toch niet waar zijn. Van schaamte slaat ze haar handen voor het gezicht. ‘Dat ik daar niet bij stil heb gestaan. Wat dom,’ fluistert ze.

‘Is het welkom,’ vraagt hij? ‘Je bent namelijk best al ver. Ik denk dat je zwangerschap zich al in het tweede trimester bevindt. Heb je al de tekenen van een zwangerschap gemist of zijn die er niet geweest?’

‘Nee buiten dat ik wat misselijk was, maar dat weet ik aan de werkdruk. De vermoeidheid van de laatste tijd zijn de enige signalen die me zijn opgevallen en daarbij komt dat ik ook geen grammetje ben aangekomen.’

‘Nogmaals ben je er blij mee en is een kindje welkom?’

‘Ja absoluut. Ik had nooit gedacht nog eens moeder te zullen worden. Het is zeker welkom.’

‘En de vader, is die in beeld?’

‘Nee, die is niet meer in beeld. Ik zal het alleen moeten doen, maar dat is geen probleem. Dat gaat goed komen.’

‘Ik verwijs je naar een gynaecoloog voor verder onderzoek, misschien wil je gezien je leeftijd een prenatale screening? Zal ik bellen of je vandaag terecht kan en je de tijd door laten geven?’

Nog verward knikt ze en neemt afscheid van haar huisarts. ‘Dank je.’

‘Geen dank, beloof me alleen maar dat je van de zwangerschap gaat genieten.’

 

De huisarts heeft, zoals hij had beloofd een afspraak bij de gynaecoloog kunnen regelen en buiten wat bloedarmoede is alles prima in orde. Gezien haar leeftijd besluiten ze alsnog een prenataal onderzoek te verrichten.

Twee weken later blijkt ook die goed te zijn en Tess, die inmiddels gewent is geraakt aan het feit dat ze zwanger is, kan nu echt gaan genieten van haar zwangerschap.

Haar omgeving reageert verbaast maar enthousiast en verzekeren haar dat ze haar de komende tijd zullen gaan steunen.

 

De zwangerschap verloopt goed en Tess is zich aan het beraden hoe zij na de bevalling haar werk zou moeten gaan indelen. Er was haar verzekert dat, mocht zij minder willen werken, dat geen probleem zou zijn. Ze was inmiddels begonnen om de babyuitzet aan te schaffen. Vandaag zou ze de zolder op gaan om te kijken of het wiegje, waar zij en later haar broertje in hadden gelegen, nog op te knappen is. Haar moeder had het wiegje altijd gekoesterd, iets waar Tess altijd om had moeten lachen. Nu was ze benieuwd hoe het eruit zag. Al jaren was ze niet op zolder geweest en had geen idee wat ze daar zou aantreffen. Waarschijnlijk zou het kant opnieuw bekleed moeten worden, maar daar verheugde ze zich op. Ze was zeker van plan om het wiegje in ere te herstellen, met het allermooiste kant dat ze kon vinden. Misschien zou Janneke haar kunnen helpen, die zou beslist weten waar zij het allerbeste kant zou kunnen kopen. De deur naar de zolder piep en glimlachend fluistert ze. ‘Nou dat klinkt luguber. Ik ben benieuwd wat ik nog meer aantref?’

Wat ze aantreft overtrof haar stoutste verwachtingen. Haar moeder had alles keurig geordend en netjes afgedekt. Tess opende het raam zodat er wat frisse lucht naar binnen kwam en nieuwsgierig kijkt ze in het rond. In de hoek staat het wiegje haar als het ware toe te lachen en Tess krijgt tranen in haar ogen als zij het prachtige kant, waarmee het wiegje is bekleed bewonderd. Kant dat er nog zo goed als nieuw uitzag. Eigenlijk zou ze het wiegje alleen wat hoeven aan te passen, maar het kant is nog heel goed bruikbaar. Als ze verder in het rond kijkt ontdekt ze diverse spullen die haar bekend voorkomen. In de hoek van de zolder ontdekt ze haar poppenhuis. Pa had deze indertijd eigenhandig opgebouwd. Ze herinnerde zich nog dat hij de tekeningen van het prachtige victoriaanse huis had gekocht. Maanden had hij eraan geknutseld en ze had vol bewondering naast hem gestaan. Ze vroeg zich af of de lampjes het nog zouden doen. Vol trots had hij haar de lichtjes laten ontsteken en ze weet nog heel goed dat haar ogen groot werden van verbazing. Nauwkeurig dekt ze het poppenhuis weer af en gaat verder opzoek naar de schatten uit haar jeugd. In de enorme eikenkast bevinden zich tal van bruikbare goederen en ze vraagt zich af waarom ze nooit eerder de zolder heeft geïnspecteerd. Haar blik valt op de bruidsjurk van haar moeder en voorzichtig streelt ze het prachtige Brusselse kant. Het doet haar emoties oplaaien en voelt het gemis van haar moeder. Ze voelt de baby bewegen en zacht wrijft ze met haar hand over haar buik. ‘Ja lieverd, samen gaan we het heel fijn hebben. Ik weet zeker dat opa en oma altijd dicht bij ons zullen zijn en erop toezien dat het goed met ons gaat.’

Op de bovenste plank staat een donkerblauwe doos en als ze hem opent vloeien de tranen over haar wangen. In de doos bevinden zich dierbare voorwerpen die van haar overleden broertje waren geweest. Haar broertje…, waar zij veel te snel afscheid van hadden moeten nemen. Vrolijk was hij op die bewuste dag in zijn optimist gestapt om deel te nemen aan de race. Hij wist dat hij er goed voorstond en dat hij een grote kans maakte de wedstrijd te winnen. Water en wind dat waren zijn grootste passie geweest en er waren er maar weinig die hem konden verslaan. Toen sloeg het noodlot plotseling toe. Een jongen op een speedboot die door de snelheid de macht over zijn boot verloor, voer dwars door het wedstrijd gebied en sleurde Andre in zijn optimist met zich mee. De paniek die er ontstond zal ze nooit vergeten. Geschrokken keek iedereen naar de ravage om hen heen. Andre werd uit het water gevist en vader bracht hem aan de kant. Hij was opslag dood geweest en de stilte die zijn overlijden teweegbracht zal ze nooit meer vergeten. Ze vroeg zich af hoe haar moeder zich had gevoeld toen zij al deze dierbare herinneringen in deze doos opborg. Ze streelde een foto waarin hij haar breed glimlachend aankeek. Voorzichtig legt ze alles weer in de doos. Later…, later moet ik me er beslist wat langer de tijd voor geven om deze doos te bekijken.

 

Dat kleine uurtje dat zij gedacht had nodig te hebben werd een hele middag. Een emotionele middag, maar toch voelde het goed. Op de één of andere manier leek het wel alsof ze haar moeder had laten weten dat ze oma zou worden en dat zij haar schatten die zij altijd zo had gekoesterd zou gebruiken. Ze brengt de kostbare spullen, waarvan ze zeker wist dat ze deze zou gaan gebruiken naar beneden en sluit dan het raam en de deur van de zolder weer zorgvuldig dicht.

 

Moe maar voldaan maakt ze wat te eten voor haar klaar. Ondanks het najaar was het in de tuin nog goed vertoeven en dus besluit ze om nog wat buiten te gaan zitten. Haar blik valt op de sloep, die vorige week nog door de vrienden van haar vader was gebruikt. Die oudjes hadden er met zijn allen ontzettend veel plezier in om met elkaar op pad te gaan en dan gebruikte ze steevast ook de sloep van haar vader. Tess dacht aan de laatste keer dat zij er zelf gebruik van had gemaakt. De dag dat ze er samen met Lenn, mee naar Teherne was gevaren om daar te gaan lunchen. Soms vroeg ze zich af waar hij op dat moment zou zijn. De laatste keer dat ze iets van hem had vernomen was hij in Zuid-Afrika aangekomen. Hij was druk bezig met het schrijven van een roman. Hij had haar geschreven dat alles goed met hem ging. Het had haar goed gedaan dat hij het goed maakte, maar verder deed het haar niets. Hoe anders was dat met Chris, waar ze nog dagelijks aan dacht. Ook al waren ze heel kort samen geweest, het verlangen naar hem bleef groot.

Soms vroeg ze zich nog steeds af waarom ze zo afwijzend op zijn omarming had gereageerd. Hij had het in ieder geval wel aangevoeld en daar zijn conclusie uitgetrokken. Kon ze hem dat verwijten? Nee, dat kon ze niet, zeker nu niet meer. Na het telefoontje hadden ze elkaar niet meer gesproken en met anderen sprak ze niet over hem. Als ze aan hem dacht voelde ze een warm gevoel in zich opkomen en ook al was hij ver weg en zou hij waarschijnlijk nooit een rol in haar leven gaan spelen, toch voelde het fijn dat hij voor heel even deel daarvan had uitgemaakt.

Verlof

De zwangerschap verloopt voorspoedig en over een week zou haar verlof ingaan. De babykamer is bijna klaar en Tess geniet ervan om zwanger te zijn. Haar collega’s en patiënten leven met haar mee en complimenteren haar met het feit dat ze er zo goed uit ziet. Grappig is ook dat nu zij zelf zwanger is, ze wordt geconfronteerd met de vele bakerpraatjes die er op haar afkomen. ‘Het wordt vast een jongen. Een jongen maakt een moeder mooier,’ wordt er dan gezegd en zo zijn er nog meer van die praatjes. Weer een ander wil dan de truc met de ketting en de ring uitvoeren. De ketting laten ze dan over haar buik draaien en als ze dan stoppen en de ketting draait rondjes dan wordt het een meisje en bij een jongen gaat hij heen en weer, wordt haar dan vertelt.  Tess moet er om lachen, zeker om de verbaasde reacties die ze krijgt als men van haar het geslacht van de baby wil weten en zij hen vertelt dat ze dat niet weet, omdat het haar niet uitmaakt.

Tijdens de kerstdagen was ze er zich bewust van geweest dat dit haar laatste kerst alleen zou zijn. Volgend jaar zou ze immers een kleintje om zich heen hebben die al haar liefde zou opeisen. Dit jaar zou het haar beurt zijn geweest om vrij te zijn met de kerstdagen, maar ze had met een collega kunnen ruilen. Het was voor haar nooit een punt geweest om op die dagen te werken en ze genoot altijd van de kerstsfeer die rond deze tijd in het ziekenhuis heerste.

Omdat de buitentemperatuur nog vrij zacht is, besluit ze om dit weekend af te reizen naar Terschelling. De komende maanden zou ze daar geen tijd meer voor kunnen vrijmaken en je weet maar nooit wat koning winter nog in petto heeft!

Haar verlof zal ze gebruiken om de laatste klusjes te verrichten die nodig zijn om de baby te verwelkomen. De muur van de babykamer moet nog worden geschilderd en de babyuitzet zou ook nog gewassen moeten worden. Die zou ze dan netjes in de commode op bergen. Deze had ze eigenhandig opgeschuurd en geschilderd. De commode had ze op zolder zien staan en de buurman had deze, samen met zijn zoon naar beneden gedragen. Tezamen met de wieg gaf hij de kamer een rustgevende uitstraling. Over de kleur van de kamer had ze nog even getwijfeld, maar ook daar was ze inmiddels uit.

Voor haar vertrek controleerde ze of ze alles bij zich had. ‘Vergeet geen water,’ sprak ze zichzelf toe. Nog even alles afsluiten en dan kan de reis beginnen. Het was niet druk op de weg dus de rit naar Harlingen verliep voorspoedig. Toen ze de veerboot opreed begon haar maag te knorren van de honger en ze besloot om een broodje en een jus d’orange te halen. Zoals gewoonlijk, ging ze op het dek uit de wind zitten. Daar kon ze genieten van het ruisen van het water en de frisse zeewind.

Haar hand wrijft liefdevol over haar buik, iets dat ze de laatste weken heel vaak deed. Het gaf haar een rustgevend gevoel en maakte haar gelukkig als de baby op haar warme hand reageerde. Nooit had ze verwacht dat dit zo’n bijzonder gevoel zou kunnen zijn en soms vond ze het jammer dat ze dit met niemand kon delen. Twee dagen had ze ervoor uitgetrokken om naar Terschelling te gaan. Twee dagen en dat wist ze zeker, die zouden ongetwijfeld goed gevuld zijn. Bauke en Aaltje konden niet wachten om haar te zien. De afgelopen weken hadden ze zo vaak gevraagd waarom ze toch niet naar het eiland kwam? Uiteindelijk had ze hen uitgelegd dat ze zwanger was en het daarom druk had met de babykamer. Even was het stil geweest toen ze het hen vertelde, maar toen braken ze los. Tess weet zeker dat ze straks bij aankomst voorlopig geen tijd voor zichzelf zou hebben. Die twee schatten zullen haar overladen met liefde en goede raad. Het nieuwtje van haar zwangerschap werd al snel doorverteld en binnen no-time bracht de postbode dagelijks wel een felicitatiekaartje.

Janneke was de eerste die haar had gebeld en een beetje geërgerd had gevraagd, waarom zij niet op de hoogte was gesteld. Toen Tess haar had uitgelegd dat ook zij aan de gedachte moest wennen dat ze moeder werd, begreep ze het.

De veerboot loopt de haven binnen en de passagiers die met de auto zijn, mogen zich naar het autodek begeven.  Waarom gaat die tijd altijd zo snel, vraagt Tess zich af. De wind en het klotsen van het water tegen de boot aan maakte haar altijd rustig en dromerig. Het ontschepen verloopt voorspoedig en Tess rijdt de Willem Barentszkade op richting haar huis.

In de verte ziet ze het dak van haar huisje en een warmgevoel vult haar hart. Het is veel te lang geleden dat ik hier ben geweest, mijmert ze. Hoeveel mooie herinneringen liggen er niet in dat lieve huisje. Het is niet groot, maar ze houdt van elk hoekje. Ze parkeert haar auto en pakt haar bagage eruit. Als ze de deur opent komt, zoals gewoonlijk de geur van versgebakken appeltaart haar tegemoet en glimlachend loopt ze de kamer binnen. Een mooie bos bloemen vult het ronde tafeltje in de hoek. En zoals zo vaak de laatste tijd vullen haar ogen zich met tranen. Plots wordt er op het raam geklopt en ziet ze de lachende gezichten van Bauke en Aaltje. Snel opent ze de deur en liefdevol omhelst ze het oude echtpaar.

‘Maar kindje toch, daar hoef je toch niet om te huilen,’ troost Bauke haar.

‘Ach Bauke, dat zijn vast de hormonen. Daar heb ik de laatste tijd wel vaker last van.’

‘Kom kind, ga lekker zitten dan maak ik een lekker bakkie troost voor ons,’ roept Aaltje.

‘Graag Aal, daar heb ik trek in, samen met een stuk van die heerlijke appeltaart die je gebakken hebt.’

‘Wel kind, ik ben zo blij dat je er weer bent. Je bent veel te lang weggebleven. We hebben je gemist.’

Bauke kijkt haar onderzoekend aan en vraagt bezorgd: ‘Gaat het echt?’

‘Ja hoor, echt. Het gaat goed, ook ik heb jullie ontzettend gemist.’

Ze drinken koffie en daarna nemen ze haar mee naar hun huisje. Aaltje overhandigt haar een grote mand vol met pakjes en Tess vraagt waar ze dit aan heeft verdiend.

‘Lieverd, je hoeft niet altijd iets te krijgen omdat je het verdient, maar gewoon omdat mensen van je houden en dat zijn er hier op het eiland genoeg. Vergeet niet dat je voor een deel ook hier bent opgegroeid.’

Tess krijgt het er warm van en elk pakje dat ze opent bewondert ze oprecht. Er zijn niet alleen prachtige cadeaus voor de baby, maar er is ook aan haar gedacht. Een geurtje, een stel warme sokken voor het geval ze midden in de nacht de baby moet voeden. De berichtjes die de gevers bij hun pakje hadden gevoegd zijn hartverwarmend. Ze neemt zich voor om iedereen, zodra ze thuis is, een kaartje te sturen om hem te bedanken voor hun geschenk.

‘Kijk Tess, ook wij hebben natuurlijk nog iets voor je,’ zegt Aaltje en overhandigt haar een pakket dat zacht aanvoelt.

Tess opent het pak en haar ogen worden groot van verbazing. In haar handen houdt ze een prachtige cape. Een cape van de fijnste wol die zij ooit in haar handen heeft gehad. Het schitterende haakwerk is fijn en regelmatig en de onderkant van de cape is afgezet met gekleurde bloementjes die erop geborduurd zijn. En weer vloeien de tranen, waar ze met zijn drieën om moeten lachen.

‘Het is inderdaad bijzonder, niet alleen dat je zwanger bent, maar ook die hormonen die bij jou alle kanten opgaan,’ lacht Bauke. ‘En dan heb je nog niet eens mijn cadeau gezien, maar dat zie je straks als je je slaapkamer in komt.’

 

Bauke had het niet doeltreffender kunnen verklaren, want als ze die avond in haar slaapkamer komt staat er een mooi wit ledikantje met fijne Disney figuurtjes erop geschilderd. Er was geen twijfel mogelijk, Bauke had daar gegarandeerd uren aan gewerkt.  En Tess is inderdaad blij dat zij op dat moment in haar eentje het bedje kan bewonderen en ze de tranen van geluk, kan laten vloeien. Moe en tevreden stapt ze in haar bed en valt vrijwel direct inslaap.

De volgende morgen besluit ze om na het ontbijt allereerst een bezoek te brengen aan Janneke en Lars. De rest van de dag zou ze dan kunnen gebruiken om wat te rusten en te kijken wat zij eventueel mee naar huis zou moeten nemen. Vanavond zou ze met Bauke en Aaltje bespreken wat er de komende maanden met haar huisje zou moeten gebeuren. Gisteren had Aaltje verteld dat haar dochter met haar kinderen voor een paar maanden zou komen logeren omdat haar man zou worden uitgezonden naar het buitenland. Aaltje vond het heel fijn om haar dochter en de kleinkinderen om zich heen te hebben, maar met zijn alle in hun kleine huisje, daar zag ze toch wel een beetje tegen op.

Na het ontbijt stopte Tess de kleine pakjes, die ze voor de kinderen van Janneke en Lars had gekocht, in een tas en besloot dat ze best op de fiets naar ze toe zou kunnen gaan. Ten slotte was het voor de tijd van het jaar nog best aangenaam.

Als ze bij haar vriendin aankomt is het er gezellig druk. De kinderen zijn, zoals gewoonlijk met elkaar op een leuke manier aan het kibbelen en de tweeling liggen ze vanuit hun box gade te slaan.

Dat belooft wat, denkt Tess. Die zijn de boel al aan het observeren over hoe zij ze straks te slim af kunnen zijn.    

‘Je eet toch wel mee vanavond,’ vraagt Janneke?

‘Het spijt me, maar ik heb Aaltje al beloofd dat ik bij hen langs zou komen.’

‘Ik begrijp het wel, jammer. Ik had nog zo graag even met je willen kletsen. Wanneer ga je weer naar huis?’

‘Morgenochtend,’ antwoordt Tess, ‘Is Lars er niet?’

‘Nee hij is op de werf aan het klussen. Ik weet zeker dat hij het jammer vindt dat hij je gemist heeft.’

‘Tante Tess, waarom kom je nooit mee als ome Chris komt,’ vraagt Jan opeens.

Tess kijkt Janneke verbaast aan. Niet begrijpend waar deze vraag opeens vandaan komt.

‘Jan, je weet toch dat tante Tess vaak moet werken,’ sust Janneke.

‘Ja en je ziet toch wel dat ze een baby krijgt,’ roept Junior.

‘Oké jongens, gaan jullie maar even op het erf voetballen,’ oppert hun moeder

‘Sorry,’ verontschuldigt ze haar jongens. ‘Kinderen!’

Na een paar uurtjes neemt Tess afscheid van haar vriendin. Ze heeft sterk het gevoel alsof er een verwijdering tussen hen is ontstaan. Dat vindt ze jammer en vraagt zich af wat daar de oorzaak van zou kunnen zijn. Had ik het haar moeten vragen, maar misschien is er niets en verbeeld ik het me maar, piekert ze.

Aaltje had heerlijk gekookt en Tess helpt haar met het afwassen. Daarna drinken ze nog een kop koffie en bespreken ze haar afwezigheid voor de komende maanden.

Tess stelt voor dat hun dochter, gedurende haar verblijf op het eiland, best gebruik zou kunnen maken van haar huisje. Het staat immers toch leeg en daarbij komt dat dat veel rustiger voor jullie is.

‘Maar kind, weet je dat zeker,’ vraagt Bauke?

‘Natuurlijk, weet ik dat zeker. Gewoon doen. Ik slaap er geen nacht minder om, integendeel jullie doen mij er een groot plezier mee.’

‘Oké, maar dan nemen we wel de kosten voor gas, energie en water op ons.’

‘Als jullie daar per se op staan, maar dat is echt niet nodig. Ik hoop zo dat jullie volop genieten van het bezoek en ik ben tevreden dat mijn huisje iets toedraagt aan jullie plezier.’

Nog even kletsen ze wat en dan staat Tess op en zegt: ‘Ik moet nu echt gaan, de vermoeidheid slaat een beetje toe en ik wil morgenvroeg weer naar huis vertrekken. Dus daarom neem ik nu alvast afscheid van jullie.’

‘Laat je wel regelmatig van je horen en zodra de kleine er is willen we een foto van hem of haar op de app ontvangen hóór,’ drukt Aaltje haar op het hart.

‘Ik beloof jullie dat ik elke week wel een keer een appje stuur.’

Hartelijk neemt ze afscheidt en keert terug naar haar huisje.

Ze is nog geen vijf minuten thuis of er wordt op het raam geklopt, waar Lars glimlachend naar haar zwaait.

‘Lars, wat fijn dat ik je toch nog even zie.’

‘Ik hoorde van Janneke dat je morgenochtend weer vertrekt.’

‘Ja, ik wil graag weer naar huis en heb besloten om de eerste boot te nemen.’

‘Janneke maakte zich ongerust. Ze dacht dat je ergens mee zat en heeft mij gevraagd om even bij je langs te gaan.’

‘Nee, of ik weet het eigenlijk niet. Ik had namelijk het gevoel dat…’

‘Dat wat?’

‘Niets, een gevoel.’

‘Is het om hetgeen kleine Jan vroeg?’

‘Nee, niet echt. Het was meer de spanning die erna in de lucht hing, die ik niet thuis kon brengen.’

‘Ik denk dat ik wel begrijp wat je bedoel. We hebben er wat moeite mee dat we zowel bevriend zijn met jou als met Chris.’

‘Waarom zou dat een probleem zijn?’

‘Is dat het niet dan? Ik bedoel, wij weten niet wat er tussen jullie is voorgevallen.’

‘Lieve Lars, er is nooit iets tussen Chris en mij voorgevallen en als jullie bevriend zijn geraakt met hem vind ik dat alleen maar fijn voor jullie. Chris is één van die mensen die je leven een stuk rijker kunnen maken. Geloof me, gooi die vriendschap niet zomaar weg.’

‘Als je dat vindt, waarom hebben jullie dan geen contact meer met elkaar?’

‘Die gevoelens liggen wat gecompliceerder,’ antwoordt ze en wrijft daarbij onnadenkend zacht over haar buik alsof ze haar kindje wil beschermen. Maar beschermen, beschermen tegen wie of wat?

‘Is Chris, de vader van je kind?’

‘Dat doet er toch niets toe,’ antwoordt ze.

‘Wil je me niet vertellen wie het is. Is het die ex van je?’

Tess kijkt hem nietszeggend aan en lacht hem vriendelijk toe. ‘Kunnen we het over iets anders hebben?’

‘Sorry, het gaat mij ook niets aan. Ik zie alleen maar dat twee mensen, die ik graag mag elkaar totaal zijn kwijtgeraakt en daar begrijp ik niets van.’

‘Lars, ik ben erg blij dat je nog even bent langsgekomen, maar jullie maken je zorgen om niets.’

‘Ik geloof je, maar zul je het me zeggen als dat wel zo is? We willen alleen maar het beste voor jullie beiden. We zien twee mensen, die volgens ons stapel op elkaar zijn, maar niet tot elkaar komen. Sorry Tess, denk goed na, voordat een ander met de buit ervan doorgaat. Maar ik moet nu echt gaan en jij hebt je nachtrust ook hard nodig.’

Ze nemen hartelijk afscheid en Tess kruipt snel onder de wol. Morgen weer naar huis, denkt ze. Vreemd, ze had zich zo op het weekend verheugd en toch is ze blij dat ze morgen weer naar huis gaat.

Verbazing

Tegen het middaguur stapt Chris opgewekt de keuken van Janneke en Lars binnen.

‘Chris, wat een verrassing,’ roept Janneke opgewekt. ‘Ben je al lang hier?’

‘Vanaf vrijdag, ik moest nog het één en ander op de zolder afmaken, dus die tijd heb ik nuttig besteed.’

‘Waarom heb je me dat niet laten weten, dan had ik je daarbij geholpen,’ suggereert Lars.

‘Ben je gek joh, je hebt me al genoeg geholpen. Daarbij komt dat je ook tijd voor je gezin moet vrijmaken. Ik zou niet willen dat jullie ruzie krijgen omdat ik telkens een beroep op je doe.’

‘Vordert de verbouwing al,’ vraagt Janneke?

‘Ja, ik ben tevreden met het resultaat.’

‘Volgens mij heb jij een engelbewaarder op je schouder zitten. Dat huis is werkelijk een lot uit de loterij.’

‘Ja, ik zou alleen willen dat dat ook voor de liefde gold, maar ja daar gaat weer een ander over. Heette die niet cupido?’

De jongens hebben inmiddels de stem van Chris herkent en komen één voor één de keuken inrennen om hem te begroeten.

‘Wil je iets drinken,’ vraagt Lars?

‘Nou een kop koffie gaat er wel in, dat is er vanmorgen helemaal bij ingeschoten.’

‘Tante Tess was gisteren bij ons,’ roept Junior.

‘Ja en weet je ook dat ze een baby krijgt,’ mengt Jan zich in het gesprek.

‘Oh ja…,’ antwoordt Chris en kijkt vragend naar Janneke en Lars.

‘Je gaat ons toch niet vertellen dat je dat niet weet,’ vraagt Lars?

‘Daar ben ik inderdaad niet van op de hoogte. We hebben elkaar al maanden niet gesproken.’

In de keuken valt een drukkende stilte en zwijgend schenkt Lars de koffiekopjes vol.

‘Kom jongens laten we gaan voetballen,’ zegt Junior, die in de gaten heeft dat er iets aan de hand is waar de volwassenen over willen praten. De jongens rennen met zijn drieën de keuken uit en al snel hebben ze alleen nog maar oog voor het balspel.

‘Ik had al zo’n vermoeden dat je daar niets vanaf wist,’ zegt Janneke. ‘Waarom zou ze jou daarbuiten houden?’

‘Waarom zou ze me dat moeten vertellen,’ vraagt Chris?

‘Bedoel je dat jij niet de vader van haar kind bent?’

‘Geen idee,’ antwoordt Chris omdat hij het vermoeden heeft dat hij onderworpen wordt aan een kruisverhoor, waar hij niet aan wil deelnemen.

‘Sorry, ik dacht…,’ stottert Janneke.

‘Dat geeft niet. Ik begrijp je wel,’ antwoordt Chris glimlachend.

‘Lars, waarom zeg jij niets? Jij bent gisteravond nog bij haar geweest,’ oppert Janneke.

‘Lief, wat moet ik zeggen. Ik ben het niet hoor,’ antwoordt hij lachend. ‘

‘Wacht even. Is Tess op het eiland,’ vraagt Chris?

‘Nee niet meer, ze was hier om de boel af te sluiten, maar vanmorgen is ze weer met de eerste boot vertrokken,’ antwoordt Janneke.

‘Verdorrie, op de één of andere manier ontwijkt ze me keer op keer.’

‘Zou je niet willen weten, wat of daar de reden voor is,’ bemoeit Lars er zich mee.

‘In het begin dacht ik dat ze wel contact met me zou opnemen, maar toen ik niets meer van haar hoorde dacht ik dat mijn gevoel me niet had bedrogen. Nu weet ik niet wat ik ervan moet denken. Misschien is er toch een ander?’

‘Eén ding wat ik zeker weet, is dat er geen andere kerel is. Als dat het geval zou zijn had ze mij dat gisteravond wel verteld.’

‘Heeft ze werkelijk niets gezegd,’ vraagt Janneke nogmaals aan Lars?

‘Nee, ze zei alleen maar dat er niets aan de hand was en dat we niet bezorgd om haar hoefde te zijn, meer heeft ze echt niet gezegd.’

‘Jammer dat ik niet geweten heb dat ze hier was. Er zit dus niets anders op dan dat ik haar binnenkort moet gaan opzoeken, zodat dit probleem uit de wereld wordt geholpen,’ oppert Chris.

Diep ingedachte speelt hij met het kopje en probeert met zichzelf in reine te komen. Had ik haar niet zo voor het blok moeten zetten. Ze had hem toch duidelijk gezegd dat het over was tussen Lenn en haar. Heb ik haar in de armen van een ander gedreven, maar iets in hem vertelde dat dat niet bij haar zou passen. Nee Tess is een persoon die eerst het één zou willen uitzoeken voordat ze zich in de armen van een ander zou storten. Maar van wie zou ze dan zwanger kunnen zijn? Kom op man, dat zou je haar toch echt zelf moeten vragen, maant hij zichzelf tot de orde. Wat jammer dat nu net die seminar in Amerika staat gepland, maar zodra ik terugkom zal ik haar opzoeken om met haar te praten.

Complicaties

Nog een week of vier voor de uitgerekende datum voelt Tess zich plotseling niet lekker. In eerste instantie denkt ze dat ze te ijverig in de weer is geweest met schoonmaakwerkzaamheden. Nesteldrang, had ze om zichzelf gelachen. Maar nu, maakt ze zich toch een beetje ongerust en ze besluit een collega om advies te vragen en samen besluiten ze dat het verstandig zou zijn om voor controle naar het ziekenhuis te gaan. Haar bloeddruk is sterk verhoogt en voor de zekerheid wordt ze ter observatie en rust opgenomen en dan gaat alles opeens in een stroomversnelling. De pijn in haar buik en hoofd worden heftiger en de koorts gaat snel omhoog. De koude rillingen doet haar lichaam rillen en langzaam verliest ze haar bewustzijn.

‘Tanja, zijn er familieleden of een partner die we kunnen waarschuwen,’ vraagt de arts?

Tanja moet hem het antwoordt schuldig blijven. ‘Volgens mij zijn er geen naaste familieleden meer in leven. Ik kan in haar adresboek kijken of ik mensen kan vinden die meer van haar weten.’

‘Goed, als je meer weet hoor ik dat graag van je.’

Tanja doorzoekt haar tas en voelt zich, ondanks dat het noodzakelijk is, daar ontzettend schuldig over. Het was haar nooit opgevallen dat Tess eenzaam was. In tegendeel ze was altijd vrolijk, maar nu valt het haar op dat ze eigenlijk maar weinig wisten over haar privéleven.

Onder in de tas vindt ze haar telefoon, maar die is beveiligd met een wachtwoord dus zoekt ze verder. Uiteindelijk vindt ze in één van de zijvakjes een klein adressenboekje. Tijdens het bladeren ziet ze de namen van Janneke en Lars staan en ze besluit dat nummer te bellen. Ze meende zich te herinneren dat ze haar eens iets had verteld over de kinderen van Janneke en ze hoopte maar dat ze zich niet vergiste. Nu stond ze voor de moeilijke keuze om die Janneke te bellen en de situatie uitteleggen.

Ze toetste het nummer in en hoopte maar dat de oproep zou worden beantwoord.

‘Hallo met Janneke,’ hoort Tanja aan de andere kant van de lijn.

‘Hallo mevrouw, u spreekt met een collega van Tess de Waard. Het spijt me dat ik u lastig moet vallen, maar Tess is opgenomen op de gynaecologische afdeling hier in Sneek en we zijn opzoek naar naaste familie omdat het niet zo goed met haar gaat.’

Even is het stil aan de andere kant van de lijn, maar dan herpakt Janneke zich snel en antwoordt: ‘Tess, heeft geen naaste familie meer, maar het is goed dat u contact met ons opneemt.’

‘Is er een partner, waar wij contact mee op kunnen nemen?’

‘Ik ga regelen dat er iemand naar haar toekomt. Als u mij u nummer geeft bel ik u zo snel mogelijk terug,’ antwoordt Janneke. ‘Kunt u mij vertellen wat er aan de hand is en hoe ze het maakt?’

‘Ze zijn haar aan het onderzoeken, men denkt aan het HELP-syndroom, maar het zou ook een sepsis kunnen zijn. Helaas is ze nauwelijks aanspreekbaar, maar misschien is het nootzakelijk dat er beslissingen moeten worden genomen.’

‘Ja, ik begrijp het. Ik ga iets regelen.’

Tanja geeft Janneke haar nummer en belooft haar dat ze direct contact met haar zal opnemen als blijkt dat de situatie slechter wordt.

 

Janneke blijft verslagen naar haar toestel kijken en haar gevoelens gaan alle kanten op. Het liefst zou ze in de auto stappen en met de eerste boot naar Harlingen gaan, maar ze kan onmogelijk op stel en sprong haar gezin hier achterlaten. Wie moet ik in vredesnaam bellen? Eerst maar even Lars om raad vragen of ik er goed aan doe om Chris te bellen. Als Lars het nieuws hoort krijgt ze niet eens de kans om haar voorstel voorteleggen. Zijn eerste reactie is dat ze contact op moet nemen met Chris en daar is ze het volledig mee eens.

Ze toetst het nummer van Chris in en het duurt even voor dat er wordt opgenomen.

‘Hallo, met de secretaresse van mijnheer De Vries. Kan ik een boodschap voor hem aannemen?’

‘Hallo met Janneke de Jong, ik ben zeer dringend op zoek naar de heer De Vries en moet hem spreken.’

‘Het spijt me, maar mijnheer De Vries zit midden in een vergadering,’ antwoordt de secretaresse.

‘Dat spijt mij ook, maar geloof me het is zeer dringend. Ik weet zeker dat hij het u niet kwalijk zal nemen dat u hem stoort, integendeel zelfs. Ik denk dat hij het u juist kwalijk zal nemen als u hem niet zou storen.’

Even is het stil aan de andere kant van de lijn. De secretaresse is gewend om de telefoontjes van haar baas tegen te houden, maar om de één of andere reden zegt haar gevoel dat dit ernst is.

‘Weet u zeker, dat het echt dringend is,’ probeert ze nogmaals?

‘Ja, het gaat om een goede vriendin van Chris. Tess de Waard is opgenomen en de situatie is zeer ernstig.’

‘Tess de Waard, ja haar kennen we wel. Wilt u aan de lijn blijven of zal ik vragen of hij u terugbelt? Ik zal hem voor u uit de vergaderruimte halen.’

‘Ik blijf aan de lijn,’ antwoordt Janneke.

De secretaresse spoedt zich naar de vergaderruimte en bij het binnentreden van de ruimte negeert ze de norse blikken van de aanwezigen en loopt op Chris af. Fluisterend meldt ze hem dat er een zeer dringend telefoontje op hem wacht van Janneke en dat deze te maken heeft met Tess die ernstig ziek blijkt te zijn.

‘Heren, ik moet helaas deze vergadering verlaten. Mijn collega, de heer Dodewaard neemt de verdere vergadering van mij over. Hij is ook bevoegd om namens mij besluiten te nemen. Het spijt me.’

Snel staat hij op en loopt met de secretaresse naar haar kantoor en pakt de telefoon aan die zij hem aanreikt.

‘Hallo Janneke, met Chris.’

‘Chris gelukkig dat ik je spreek. Ongeveer een half uur geleden heb ik een telefoontje ontvangen van één van de collega’s van Tess. Zij ligt opgenomen op de gynaecologische afdeling van het Antonius ziekenhuis in Sneek. De artsen willen een naast familielid of een partner spreken. Zoals je weet heeft Tess geen familie meer en jij bent degene die haar het naast staat. Ja, ik weet wat je waarschijnlijk wil zeggen, maar geloof me, dat ben je!’

‘Lieverd rustig maar, ik zal doen wat je van me vraagt. Ik ga direct naar haar toe en bel je zodra ik meer weet.’

Hij legt de telefoon neer en blijft even in gedachten naar buiten staren. Waarom ben ik nou ook van de week niet direct na aankomst naar haar toegegaan, piekert hij. Maar hij weet best waarom hij zijn bezoek had uitgesteld. Op de één of andere manier gaf die onzekerheid hem ook een beetje hoop. De angst om door haar te worden afgewezen was sterk. Daar zou hij dan voor de rest van zijn leven mee moeten leren omgaan, maar aan de andere kant, wat had hij te verliezen. En toch had hij het uitgesteld en dat zou misschien de grootste fout kunnen zijn, die hij tot nu toe in zijn leven had gemaakt!

‘Chris, kan ik iets voor je doen,’ vraagt zijn secretaresse bezorgd?

‘Nee, dank je. Ik moet naar Sneek. Zou je mijn afspraken voor de komende week willen annuleren tot nader order. Mochten er dringende zaken zijn dan kun je mij die mailen of geef ze door aan Dodewaard,’ antwoordt hij.

‘Goed, sterkte en als ik iets kan doen, laat het me weten.’

‘Doe ik, dank je,’ zegt hij en loopt dan verslagen naar de lift.

Thuis stopt hij wat kleding en toiletspullen in een koffer en sluit vervolgens zijn woning af.

Voordat hij in de auto stapt zucht hij een aantal keer diep in en uit. ‘Kom op, het heeft geen zin om ook jouw leven op het spel te zetten. Concentreer je eerst op je rit. Pak het probleem één voor één aan,’ moppert hij tegen zichzelf.

Behendig stuurt hij zijn auto de A7 op en tot zijn genoegen treedt er niet zoveel vertraging op. Richting Hoorn rijdt hij een file in, maar die is al snel opgelost. Als hij de afsluitdijk over is dan voelt hij zich onrustig worden en heeft het gevoel alsof er een knoop in zijn maag ligt. Wat staat hem zo dadelijk te wachten en zullen ze hem bij haar laten? Hij zou zich zeker niet laten afwimpelen, dat is een ding wat zeker is, piekert hij.

Bij de hoofdingang ziet hij een aantal klompen voor de deur staan en dat doet hem denken aan thuis. Hij loopt naar de receptie en vraagt waar de gynaecologische afdeling is. De receptioniste wijst hem de weg en Chris vervolgt zijn weg naar de afdeling, waar hij zich wederom wendt tot een receptioniste.

‘Hallo mijn naam is Chris de Vries. Mijn vriendin Tess de Waard is hier opgenomen en ik wil haar graag zien. Kunt u mij vertellen in welke kamer zij ligt en is het mogelijk dat ik haar behandelend arts of een verpleegkundige kan spreken?’

‘Tess ligt aan het eind van de gang, daar loopt de dienstdoende verpleegkundige en als u haar aanspreekt zal zij met u meelopen,’ antwoordt de receptioniste.

‘Dank u vriendelijk,’ groet Chris en loopt naar het eind van de gang. Daar komt hij inderdaad een verpleegkundige tegen, die hij aanspreekt.

‘We hadden van Tanja al begrepen dat er iemand onderweg zou zijn voor Tess. Fijn dat u er bent, komt u maar mee,’ zegt de verpleegkundige.

Als Chris de kamer binnen komt schikt hij in eerste instantie van het kwetsbare figuurtje dat in het bed ligt. Om haar heen staan verschillende apparaten die met draden aan haar zijn verbonden.

De verpleegkundige merkt zijn onrust op en probeert hem gerust te stellen.

‘Ik zie dat u schrikt, maar de apparaten controleren zowel de moeder als de baby. Ze worden constant gemonitord zodat we direct kunnen ingrijpen als dat nodig mocht zijn.’

Chris knikt, maar dat laat zijn angst niet verdwijnen. ‘Mag ik haar aanraken?’

‘Ja, dat mag,’

‘Kan ze me horen,’ vraagt hij zacht?

‘Soms is ze even bij. Hopelijk herkent ze u.’

Chris loopt naar het bed en raakt voorzichtig haar hand aan. ‘Tess, hoor je me. Ik ben het Chris.’

Als er geen reactie komt gaat hij verslagen op een stoel naast het bed zitten en observeert haar witte gelaat. Nog nooit had hij zich zo verslagen gevoeld als op dit moment en voelt de tranen in zijn ogen prikken. Niet doen, maant hij zichzelf. Stel je voor dat ze wakker wordt en jouw verdriet ziet. Kom op sterk blijven. Achter hem gaat de deur open en een arts loopt op hem af.

‘Ik heb begrepen dat u de vriend van Tess bent,’ vraagt hij?

Chris knikt en vraagt wat er met haar aan de hand is.

‘Daar zijn we nog niet helemaal uit. We wachten nog op een aantal uitslagen, maar we zijn inmiddels wel gestart met de behandeling. Dat wil niet zeggen dat het gevaar geweken is. We vrezen nog steeds voor het leven van moeder en kind. Helaas kan het voorkomen dat er een keuze moet worden gemaakt tussen de moeder of het kind. Daar moet u zich wel op voorbereiden.’

‘Ik…,’ vraagt Chris verbaast?

‘Ja u…, ik heb begrepen dat u haar partner bent?’

Chris antwoordt niet en streelt het gezicht van Tess, die reageert op zijn aanraking.

‘Tess, kun je me horen,’ vraagt hij opnieuw en een zacht gekreun is hoorbaar. ‘Tess, ik ben er en blijf bij je. Spaar je krachten en vecht voor jullie beiden. De baby en ik hebben je allebei nodig.’

De arts kijkt naar de man, die zijn vriendin teder streelt en toespreekt. Hij ziet ook de tranen in zijn ogen en hoopt maar dat het lot hen beiden gunstig gezind is. Zijn vak is mooi, maar zulke momenten kunnen hem gestolen worden. Voorzichtig treedt hij naar voren en controleert onzichtbaar de levensfuncties van moeder en kind. ‘Als u ons nodig heeft druk dan gerust op de knop,’ fluistert hij Chris toe.

‘Dank u dokter.’

Al enige uren zit Chris naast het bed van Tess en blijft haar onophoudelijk in de gaten houden. Regelmatig wordt hij even aangesproken door een verpleegkundige die telkens opnieuw de controles uitvoeren en hem vraagt of ze iets te drinken voor hem kunnen halen?

‘Misschien een kopje koffie,’ is zijn antwoordt.

Tegen middernacht komt de dienstdoende arts langs en ook hij vraagt Chris hoe het met hem gaat.

‘Ik ben oké,’ antwoordt Chris.

‘Misschien is het verstandig dat u probeert wat te gaan slapen. Als u wilt kan ik een slaapplaats voor u regelen.’

‘Nee, dank u. Ik red me wel.’

‘Het bed hiernaast is vrij, ga dan in ieder geval daar even rusten. Als er een verandering in haar toestand optreedt dan bent u in de buurt.’

Chris kijkt naar het bed dat naast die van Tess staat en overweegt of hij de raad van de arts toch maar zal opvolgen. De vermoeidheid gaat hem inderdaad parten spelen en als het voor de verpleging geen probleem is waarom dan ook niet.

‘Als dat geen probleem oplevert, wil ik daar graag gebruik van maken,’ oppert hij.

‘Prima, ik zal het aan de verpleging doorgeven,’ en voor Chris er erg in heeft is de arts alweer de kamer uit.

 

Chris wordt wakker van een zware kar die in de gang wordt voortbewogen en hij heeft een paar seconden nodig om zich de gebeurtenissen van de vorige dag te herinneren. Naast hem hoort hij de piepjes die de apparaten voortdurend laten horen. In het bed naast hem ligt Tess er nog net zo stil en verlaten bij. Hij vraagt zich af wat zij van hetgeen er rondom haar afspeelde meekrijgt. Is ze zich van zijn aanwezigheid bewust, maar vooral zou het haar goed doen?

‘Goedemorgen mijnheer de Vries. Heeft u nog wat kunnen slapen,’ vraagt de verpleegkundige.

‘Noem me alstublieft Chris.’

‘Ik ben Anja en vandaag is de zorg voor Tess aan mij toevertrouwd. Als ik de controles heb uitgevoerd zal ik ervoor zorgen dat u iets te eten krijg. Heeft u trek?’

‘Niet echt, maar een kop koffie gaat er wel in.’

‘Toch moet u iets eten, u heeft uw krachten nodig om op de been te blijven.’

Geroutineerd loopt ze alle controles door en verdwijnt dan om een ontbijt voor Chris te regelen.

Al snel wordt hem een blad met koffie en ontbijt gebracht en ondanks dat hij dacht geen honger te hebben is hij toch blij om zijn maag te vullen. De koffie smaakt hem goed en even moet hij glimlachen. Als deze situatie niet zo triest zou zijn, zou je denken dat je op vakantie was, denkt hij.

Ook deze dag verandert er niets in de toestand van Tess en Chris voelt zich met het uur onrustiger worden. Niemand kan hem vertellen hoelang deze situatie kan voortduren. Het enige wat hij kan doen is haar zachtjes toespreken en zo nu en dan streelt hij haar donkere haren. Soms heeft hij het gevoel als of ze in de gaten heeft dat hij er is, maar dan vraagt hij zich af of dat echt zo is of omdat hij dat zo wil zien. Wat zegt het spreekwoord ook alweer ‘De wens is de vader van de gedachte.’

 

In de avonduren besluit hij even om zijn mail in te lezen en stilletjes gaat hij aan het tafeltje bij het raam zitten. Er zorg voor dragend dat hij ten allertijden een blik op Tess kan werpen. Hij zoekt zijn mails door en enkele daarvan stuurt hij door naar zijn collega Dodewaard met de vraag of hij deze kan afhandelen. Er staat ook een mail van Janneke met de vraag hoe het met Tess gaat. Hij besluit deze te beantwoorden en stelt haar gerust dat hij belt zodra er iets verandert. Hij besluit om zijn afwezigheidsmelder aan te zetten en bergt zijn computer weer op. Zijn horloge vertelt hem dat het inmiddels alweer half twaalf is en hij besluit om te vragen of hij gebruik mag maken van de douche. Wat geen probleem is en hij was blij dat hij de tegenwoordigheid van geest had gehad om wat toiletspullen mee te nemen. Toch kon dit niet zo langer doorgaan, besluit hij. Morgen moet ik misschien een hotelkamer zien te boeken. Na het douchen gaat hij weer bij Tess zitten en ook deze dag verloopt zonder dat de situatie veranderd. Uiteindelijk kruipt hij weer in het bed dat naast haar staat, maar van slapen komt niet veel.  

 

De volgende ochtend komt rond een uur of tien Janneke de kamer binnen, die hem voorzichtig op zijn schouder klopt.

‘Janneke, hoe kom jij hier?’

‘Ik kon echt niet langer thuisblijven en Lars stond erop dat ik dan maar zou gaan,’ antwoordt ze.

‘Maar de kinderen…?’

‘De kinderen zijn bij Lars in goede handen en daarbij komt dat onze ouders hebben beloofd om hem te helpen. Hoe gaat het hier. Weet ze dat je er bent?’

‘Ik weet het niet, soms denk ik van wel. Toen ik aankwam reageerde ze even op mijn aanraking en stem en volgens de verpleegkundigen is ze sindsdien wat rustiger. Ik weet het echt niet.’

‘Waar slaap je, is er iets geregeld,’ vraagt Janneke?

‘Ik heb de afgelopen twee nachten op het bed hiernaast mogen slapen.’

‘Lieverd, ik begrijp dat je niet van haar zijde wil wijken, maar ook jij zult ervoor moeten zorgen dat je sterk blijft. Misschien is het verstandig dat ik een hotel regel. Ik weet zeker dat ze je zullen bellen als de situatie verslechterd.’

‘Je hebt gelijk, zo kan ik niet doorgaan,’ antwoordt Chris.

‘Laat mij dat dan maar regelen. Ik ga bij de receptioniste vragen of zij een hotel in de buurt kan aanbevelen.’

‘Doe maar,’ antwoordt hij en geeft haar zijn creditkaart. Hij staat erop dat hij de kosten van haar verblijf op zich neemt.

Het lukt Janneke om twee kamers in een hotel te boeken en ze spreken af dat zij om de beurt naast het bed van Tess zullen waken.

‘Chris, ik heb twee kamers in een Hotel geboekt. Ik stel voor dat jij als eerste je rust gaat pakken.

‘Dat is goed, ik los je dan aan het eind van de middag weer af en zal de nacht voor mijn rekening nemen. Zodra er iets veranderd neem je contact met mij op. Beloof je me dat?’

‘Natuurlijk schat, vanzelfsprekend. Ga nou maar, hier is het adres en knap jezelf op. Een ander overhemd zou ook geen kwaad kunnen,’ glimlacht ze.

‘Ik begrijp het,’ antwoordt hij. ‘Drie dagen met één overhemd, met deze spanning is wel veel, maar ik heb me wel geschoren.’

Janneke kijkt hem na en bewonderd zijn positieve houding, ook al weet ze dat hij diep van binnen verscheurd wordt door wanhoop.

 

Gedurende de dag praat ook Janneke regelmatig tegen Tess, in de hoop dat ze iets meekrijgt van wat zij zegt. Ze vertelt haar hoe het met de kinderen gaat en dat ze de groetjes van ze krijgt. Zo nu en dan neemt ze contact op met het thuisfront en als de kinderen er zijn zet ze ze op de speaker, zodat ook Tess ze misschien zou kunnen horen. 

‘Mam, wil je tante Tess een kusje van mij geven,’ vraagt Jan. ‘Misschien wordt ze dan wel wakker, net als Sneeuwwitje.’

‘Dat zal ik doen Jan, dat is erg lief van je.’

‘Mam we missen je, maar tante Tess heeft jou ook nodig dus blijf nog maar even bij haar.’

‘Goed, dat zal ik doen. Ik mis jullie ook. Dag lieverds.’

Janneke observeert het gezicht van Tess en op de één of andere manier heeft ze het idee dat haar gelaat wat bleker is. Verbeeld ik het mij nou, liggen haar handen anders dan een half uurtje terug? Wat stom, ik was zo bezig met de kinderen, dat mij misschien iets niet is opgevallen.   

 

’s Avonds om zeven uur lost Chris haar af en vraagt hoe de afgelopen dag is verlopen.

‘Ik weet het niet, af en toe denk ik dat ze wat rusteloos is. Ik kan er geen zinnig woord over zeggen,’ antwoordt Janneke.

‘Waar baseer je dat op en wat zeggen de artsen?’

‘Die laten niet veel los. Ze vertelde mij dat ze vanavond nog een echo zullen maken.’

‘Is er dan iets mis met de baby?’

‘Ik weet het niet. Sorry, ik weet het echt niet,’ antwoordt ze.

Nog even blijft ze Chris gezelschap houden en dan neemt ze afscheid van hem en wenst hem een goede nacht.

‘Janneke,’ fluistert Chris. ‘Bedank voor je steun, heus daar ben ik je erg dankbaar voor.’

‘Ik weet zeker dat jij dat ook voor ons zou doen als dat ooit nodig zou zijn,’ antwoordt ze en voordat hij haar tranen zou kunnen zien, draait zij zich om en loopt naar de lift.

Glimlachend luistert Chris naar haar wegstervende voetstappen. Niet veel later komt de gynaecoloog binnen met het echoapparaat.

‘Hallo Chris, hoe gaat het,’ vraagt hij opgewekt?

Chris kijkt hem argwanend aan en zegt: ‘Ik hoorde dat er vanavond nog een echo wordt verricht. Zijn er problemen met de baby?’

‘Momenteel niet, maar Tess reageert niet op de medicatie en we willen de baby daarom goed monitoren.’

Nauwkeurig meet de arts zijn bevindingen op en legt Chris uit wat hij aan het doen is.

Hij zet de transducer in zijn houder en draait zich om naar Chris, die hij ernstig aankijkt.

‘Chris, ik moet je helaas vertellen dat ik mij zorgen maak. Als Tess niet snel reageert op de medicatie ben ik bang dat we een keuze moeten maken.’

‘Bedoel je dat we haar zullen verliezen?’

‘Ja, dat bedoel ik.’

‘Maar zijn er dan geen andere medicijnen die haar er bovenop kunnen…’

‘Haar organen geven het één voor één op. We doen wat we kunnen, maar helaas vrezen we nu ook voor het leven van de baby. Inmiddels zien we dat de placenta geïnfecteerd is en dat betekent dat we hoogst waarschijnlijk snel een sectio moeten gaan inplannen, anders is de kans groot dat we beiden verliezen.’

Chris kijkt de arts vol ongeloof aan. ‘Vertelt u mij nou dat er geen hoop meer is voor Tess?’

‘Dat kan ik je niet zeggen, maar zoals het er nu uitziet gaan we haar inderdaad verliezen en als we niets doen verlies je ook de baby.’

Chris knikt en zakt verslagen neer op de stoel en streelt de hand van Tess. ‘Alsjeblieft Tess, doe me dit niet aan. Ik weet niet wat ik nog zonder jou in dit leven moet. Laat me niet alleen achter?’

‘Ik laat je even alleen,’ fluistert de arts. ‘Als je mij nodig hebt dan ben ik op de afdeling.’

 

Chris staat voor het raam en zijn blik staart het oneindige in. Zijn verdriet is groot en in één nacht lijkt het wel alsof zijn leven een totale andere wending heeft genomen. Morgen, ja morgen dan zal hij waarschijnlijk het liefste wat hij ooit op deze aardbodem heeft bemind gaan verliezen en hij weet niet hoe hij verder moet. Zijn enige troost is het kindje dat zij bij zich draagt. Ja, dat zal hij moeten redden, ook al is het maar omdat hij weet dat dat haar grootste wens zou zijn.

Plotseling hoort hij een zacht gekreun achter zich en hij spoedt zich naar haar toe. Heel zwak kijkt ze hem aan en om haar mond ziet hij een voorzichtige glimlach, die ze met moeite kan tonen. Snel drukt hij op de bel en binnen een paar seconden komen de arts en een verpleegkundige de kamer binnen die haar omringen en controleren. De apparaten waar zij aan gekoppeld ligt laten nu duidelijk een signaal horen. Zorgvuldig controleert de arts de beschikbare gegevens en stelt de medicatie bij. Langzaam normaliseren de functies zich weer, maar de arts kijkt Chris somber aan.

Weer verliest ze het bewustzijn, die een paar minuten duurt. Dan opent ze opnieuw haar ogen en valt haar blik op die van Chris, die opnieuw haar hand vasthoudt.

‘Lieverd,’ fluistert hij.

‘Chris, redt en zorg voor de baby,’ hoort hij haar langzaam en met moeite fluisteren.

‘Ik wil niets liever, maar mijn grootste wens is dat samen te doen.’

De arts wenkt de verpleegkundige om de kamer te verlaten. ‘Laat ze even, dit is waarschijnlijk de laatste keer dat ze met elkaar zullen spreken.’

Het gesprek dat Tess en Chris voeren is inderdaad het laatste gesprek dat zij ooit nog zullen voeren. Na een half uurtje verliest ze opnieuw het bewustzijn om er nooit meer uit te komen.

 

Chris geeft toestemming voor het verrichten van een sectio en die nacht wordt om kwart over drie zijn zoon geboren. Nadat de kinderarts de baby heeft onderzocht wordt de kleine in zijn armen gelegd en onwennig strijkt Chris met zijn vinger over zijn gezichtje. ‘Wel kleintje, laten we zorgen dat mama van bovenaf trots op ons neerkijkt.’

 

De kinderverpleegkundige neemt de baby van hem over en legt hem in zijn wiegje. Teder kijkt hij hoe de verpleegkundige zijn zoon naar de afdeling brengt.

‘Uw zoon doet het goed, alle score zijn prima,’ zegt de kinderarts.

‘Dank u dokter,’ antwoordt Chris ingedachte. Zijn blik is gericht op het levenloze lichaam van Tess dat nog steeds op de operatietafel ligt en die door de verpleegkundige wordt verzorgd. Verslagen kijkt ze Chris aan, die ziet dat ze moeite moet doen om haar tranen tegen te houden. Hij begrijpt dat de dood van Tess haar aangrijpt. Ten slotte was zij één van hen.

Dokter Brandsma komt naar hem toe en vertelt hem dat ze Tess zo dadelijk naar een kamer zullen brengen waar hij in alle rust afscheid van haar zal kunnen nemen. Misschien kunnen we samen even een kopje koffiedrinken zodat de verpleegkundige in alle rust hun werk kunnen doen en hun collega kunnen verzorgen. Chris loopt achter de arts aan naar zijn kamer, waar hij een stevige kop koffie krijgt.  De klok aan de wand tikt zijn vertrouwde minuten weg. Minuten die hem steeds verder van Tess verwijderen.

‘Het spijt me, we hadden het zo graag anders zien aflopen,’ begint dokter Brandsma.

Chris merkt dat Brandsma aangedaan is en het troost hem dat hij hier niet alleen doorheen hoeft. ‘Het team heeft alles gedaan wat in hun vermogen lag. Daar ben ik mij de afgelopen dagen erg bewust van geweest,’ antwoordt hij.

Er wordt aan de deur geklopt en een verpleegkundige komt binnen en meld dat de overledene is overgebracht naar het mortuarium. De arts knikt en vraagt Chris of hij er klaar voor is om afscheid van haar te nemen.

‘Kan iemand daar ooit klaar voor zijn,’ antwoordt hij triest. ‘Kan ik eerst nog een telefoontje plegen. Ik moet onze vriendin van haar overlijden op de hoogte brengen.’

‘Natuurlijk ik wacht op u in de gang.’