De strijd om de liefde

Deel 3

 

Het weerzien

Tess is in de keuken druk in de weer met de voorbereiding voor het avondeten. Haar gedachten draaien om het aankomende bezoek en als ze plots de deurbel hoort voelt ze een vreemde sensatie door haar lichaam stromen.

Doe niet zo stom, je bent toch geen puber, maant ze zich tot kalmte. Ze loopt naar de voordeur en als ze hem opent staat Lenn haar vrolijk lachend aan te kijken. In zijn hand heeft hij een enorme bos gele rozen.

‘Ik had je heel graag rode gegeven, maar ik weet dat ik daar geen recht meer toe heb en daarom heb ik er maar één rode tussen laten voegen. Dit als teken voor mijn eeuwige liefde, dat speciale plekje in mijn hart dat ik altijd voor jou zal bewaren,’ begroet hij haar.

‘Dank je, kom verder,’ antwoordt Tess die even moet slikken en zich moet vermannen om de tranen te verbergen. Zijn verschijning maakt haar kwetsbaar en dat wat zij ooit voor hem voelde komt weer gevaarlijk naar de oppervlakte.

Lenn overhandigt haar de rozen en kust haar. ‘Dank je, dat je me wilt ontvangen.’

‘Je weet best, dat ik het altijd moeilijk heb gevonden om jou iets te weigeren, ook al pakte dat niet altijd goed voor mij uit.’

‘Dat weet ik, maar ik ben mij daar niet altijd bewust van geweest.’

‘Dat meen je niet?’

‘Jawel, op mijn trouwdag werd het mij pas duidelijk dat ik misschien wel de liefste persoon, die op deze aardbodem rondloopt ben verloren. Niemand begreep waarom je was verdwenen, maar op dat moment wist ik dat je vertrokken was om mij te ontlopen, waar of niet?’

‘Gedeeltelijk heb je gelijk, maar voor mij was dat de beste beslissing die ik ooit heb genomen en daarbij komt, ik koos eindelijk voor mezelf. Kom laten we naar binnen gaan dan zet ik je bloemen in het water en dan kunnen we wat drinken. Waar heb je trek in?’

‘Het is warm, dus graag iets kouds.’

Terwijl Tess de bloemen verzorgt en een verfrissing voor hen inschenkt kijkt Lenn goedkeurend in het rond, loopt naar de tuin en nestelt zich in één van de comfortabele tuinstoelen.

‘Alsjeblieft,’ hoort hij Tess plots zeggen. ‘Waar zat je met je gedachten?’

‘Ik geniet van de rust die er hier heerst. Je woont mooi, prachtig gewoon en de inrichting is rustgevend en betoverend.’

‘Dank je, maar je bent hier in het verleden toch wel vaker geweest’ antwoordt Tess en ze kijkt hem onderzoekend aan. ‘Lenn, zou je me willen vertellen wat er met je aan de hand is?’

‘Ik kwam hier om je te vragen of je me wilde vergeven. Ik heb je in het verleden niet zo goed behandeld en heb totaal niet over jouw gevoelens nagedacht. Begrijp me niet verkeerd, ik kom niet op hangende pootjes terug, maar voor ik wegga wil ik het met je hebben uitgesproken.’

‘Wegga, wat bedoel je. Waar ga je naar toe?’

Lenn kijkt haar glimlachend aan en in zijn ogen verschijnt een schittering, een schittering die Tess maar al te bekend voor komt. Die glans kreeg hij in het verleden ook al als hij één of andere droom wilde gaan waarmaken.

‘Ik ga met mijn jacht een reis om de wereld maken. Ik laat me meevoeren door de wind en zie wel waar hij me heen stuurt.’

‘Ik weet niet wat ik hoor en je werk dan, je passie?’

‘Die passie is er niet meer. Die ben ik al een tijdje kwijt en daarbij komt dat dat wereldje steeds harder wordt. Ik heb in het verleden personen verdedigt, die dat eigenlijk niet waard zijn. Het is tijd dat ik daar mee stop.’

‘Wat vindt je familie daarvan?

‘Elenora gaat trouwen met haar grote liefde en neemt de kinderen mee, dus ik ben vrij om te gaan.’

‘Het spijt me en ik hoop dat dit geen vlucht van je is.’

‘Geloof me, ik ben in tijden niet zo gelukkig geweest. Echt maak je om mij maar geen zorgen. Trouwens is die sloep van jou?’

‘Ja, dat is de oude sloep van mijn vader. Na zijn pensioen heeft hij hem samen met zijn vrienden opgeknapt.’

‘Prachtig, daar zitten vast heel wat werkuurtjes in. Wat denk je, zullen we een tochtje maken. Dan trakteer ik je op een lunch. Ik weet een leuk eetcafé in Terherne, echt de moeite waard.’

‘Lijkt me fijn. Als jij de sloep in gereedheid brengt, pak ik wat te drinken voor onderweg.’

Tess pakt de koelbox en vult hem met het een en ander voor onderweg. Het vertrouwde gevoel dat er ooit tussen hen bestond was terug en geen van beiden voelde nog het gemis van al die jaren die inmiddels voorbij waren gegaan. Op de één of andere manier leek het wel alsof het de dag van gisteren was dat ze samen in het kleine appartementje hadden gewoond.

Zorgvuldig sluit ze haar huis af en stapt in het bootje, waar hij zijn hand aanbiedt om haar bij het instappen te ondersteunen.

‘Wat een geweldige sloep. De motor loopt als een zonnetje en startte in één keer.’

‘Pa was er altijd mee bezig en zorgde er goed voor. Na zijn dood hebben zijn oud-collega’s die taak van hem overgenomen en daar ben ik ze ook erg dankbaar voor.’

Rustig varen ze de Houkesleat af richting Sneekermeer en genieten van de rust om hen heen. Op het Sneekermeer is het water wat onstuimiger en doet de boot tijdens het varen zachtjes heen en weer wieggen. Als ze door het Heerengat varen komen ze op de Sâltpoel waar het weer wat rustiger is. Bij één van de aanlegsteigertjes leggen ze de sloep aan en sluiten hem af. Hier en daar zien ze een aalscholver op één van de palen staan en geduldig wacht totdat zijn vleugels weer droog zijn. Samen wandelen ze door het weiland richting Terherne waar ze uitgehongerd plaatsnemen aan een tafeltje bij ‘De gouden leeuw’.

‘Ken je dit hotel,’ vraagt Lenn?

‘Ik denk wel dat ik hier ooit als kind geweest ben. Pa vond het fijn om samen een tocht te maken en dan gingen we altijd ergens eten,’ antwoordt Tess. ‘Als moeder meeging maakte ze een enorme picknickmand klaar en dan legde we aan bij één van de vele weilandjes hier in de omgeving.’

‘Ben je gelukkig,’ vraagt Lenn plotseling.

‘Ja, ik denk het wel. Ik heb alles wat ik mij maar wensen kan. Een mooi huis, fijne baan, leuke collega’s en vrienden. Wat wil een mens nog meer?’

‘Een gezin?’

‘Ja, maar je kan nu eenmaal niet alles in het leven hebben. Daarbij komt, ik ben nog geen tachtig hè.’

‘Dat is waar.  Die slag is voor jou.’

‘Ben jij gelukkig Lenn?’

‘Ik ben een beetje zoekende, maar het komt goed.’

‘Zou je me willen vertellen wat er is gebeurd?’

‘Straks Tess, straks zal ik je mijn verhaal vertellen. Nu genieten we van de lunch en daarbij komt dat ik er een hekel aan heb als mensen hun problemen tijdens het eten spuien.’

Tess moet lachen om zijn reactie, één die ze nog maar al te goed van hem kent. Vroeger had hij daar immers ook altijd al een hekel aan gehad. ‘Zonde van het eten,’ had hij dan gezegd.

 

Als ze weer terugwandelen naar de sloep vertelt Lenn haar zijn verhaal. Hij legt haar uit dat hij al een tijdje niet goed in zijn vel zit en dat het werk hem al een hele poos geen bevrediging meer had gegeven. ‘Weet je, als je zo aan de top staat wordt het moeilijk om te veranderen van functie. Ze blijven je polsen en het is bijna niet mogelijk om te stoppen. Tenzij je hogerop wil, maar dat is waar ik geen zin meer in heb. Opeens begreep ik zo goed wat jij indertijd bedoelde.’

‘Denk je niet dat je er spijt van krijgt,’ vraagt ze zacht?

Lenn overtuigt haar dat die kans klein is omdat hij zijn andere passies wil gaan uitvoeren en heel misschien brengt het schrijven nog eens het één en ander op.

‘Denk je niet dat je de kinderen gaat missen,’ vraagt Tess?

‘Ik denk het wel, maar tegenwoordig kan je heel goed op afstand communiceren en daarbij komt dat ook zij aan de nieuwe situatie moeten wennen. Het is goed dat ik een tijdje weg ga en dat zij op die manier hun biologische vader leren kennen, zonder dat ik daardoorheen loop.’

‘Wat bedoel je met ‘hun biologische vader’?’

‘Dat is een lang verhaal, waar ik inmiddels vrede mee heb. Enkele jaren geleden vertelde Elenora mij, dat niet ik, maar Tom de vader van de meisjes is. Tom is haar grote liefde die door haar ouders te min bevonden werd. Nu zij opnieuw zwanger is hebben ze besloten om open kaart te spelen en daar heb ik hun mijn zegen voor gegeven. Mijn schoonouders waren er niet blij mee, maar in middels hebben ze het wel geaccepteerd.’

‘Wouw, wat een verhaal,’ fluistert Tess.

 

Moe maar voldaan keren ze weer terug bij het huis van Tess en samen leggen ze de sloep aan op zijn vaste plek. In de tuin drinken ze nog wat en na een uurtje besluit Tess om de maaltijd klaar te gaan maken. Ook Lenn staat op en helpt haar, net als vroeger bij het koken en dekt de tafel.

Omdat de temperatuur nog steeds heel aangenaam is besluiten ze om na het eten nog wat in de tuin te gaan zitten. De avondwind is zwoel en op de achtergrond horen ze het ritselen van de bladeren. Het lijkt wel alsof de bomen een zachte harmonieuze melodie laat horen. Een melodie waar ze beiden in wegzinken. Beiden voelen dat het uur van het afscheid naderbij komt, maar geen van beiden willen daaraan denken.

Tess loopt naar binnen en blijft met haar rug tegen het aanrecht naar buiten staren.  Lenn komt rustig op haar af en blijft voor haar staan. Ze kijken elkaar in de ogen en begrijpen dat ze beiden met dezelfde gevoelens worstelen.

‘Het spijt me,’ fluistert Lenn. ‘Als ik de tijd kon terugdraaien zou ik…’

‘Dat kan je niet en gedane zaken nemen geen keer. We hebben beiden een ander pad gekozen en dat is goed zo. Volg je droom, of zoals de Engelse zeggen ‘Follow your dream’.’

Zwijgend kijken ze elkaar aan en dan neemt hij haar in zijn armen. Ze worstelt met zichzelf, maar dan laat ze zich gaan.

De kennismaking

Janneke en Lars hadden een druk weekend achter de rug. Een weekend vol gezelligheid, waar ze met zijn allen met plezier op terugkijken. De BBQ, die in hun tuin plaatsvond was een succes en de vrienden van Lars waren allen tevreden over het nieuwe bemanningslid. Enkele hadden gevreesd dat de overtocht naar Londen geen doorgang zou kunnen vinden, maar nu hadden ze er alle vertrouwen in. In de middaguren waren ze met zijn allen aan boord gestapt en ze hadden Chris het vuur aan de schede gelegd. Door niets of niemand werd hij ontzien en na deze proefvaart werd hij geaccepteerd als één van hen. Chris had het reuze naar zijn zin en voelde zich thuis tussen het gezelschap.

Aan het eind van de avond hadden de mannen gezamenlijk de tuin weer netjes opgeruimd, zodat Janneke die klus bespaard bleef. Janneke en Lars hadden erop gestaan dat Chris bij hen zou logeren. Iets wat de kinderen maar wat gezellig vonden. De vrijdag dat hij aankwam hadden de jongens hem, samen met hun vader aan de haven opstaan wachten. Nog nooit was hij zo uitbundig begroet en al die genegenheid die hij binnen dit gezin kreeg, ontroerde hem af en toe.

De ochtend na de BBQ had hij met de jongens een ontbijt voor hun ouders klaargemaakt. Iets waar de jongens zo’n plezier aan hadden beleefd dat hij zich afvroeg wie of hij nou het grootste plezier had laten beleven, de ouders of de jongens.

Zo nu en dan had hij de vraag gekregen waarom Tess er niet was en dan had hij steevast geantwoord dat zij dienst had. Hij miste haar, maar had zo zijn twijfels of haar gevoelens voor hem dezelfde waren als die hij voor haar voelde. Miste zij hem net zo, als hij haar? Hij begreep dat hij daarachter moest zien te komen en besloot dat hij, als hij thuis was wederom contact met haar zou gaan op nemen.

De gemiste oproepen

Het weer is drukkend en volgens de weerberichten zit er onweer in de lucht. Tess spoedt zich naar huis omdat ze na het eten nog even in de tuin wil zitten. Ze herinnert zich dat ze tijdens haar diens haar mobiel een paar maal heeft horen afgaan, maar door de drukte was ze vergeten deze te controleren. Hopelijk was het niets serieus, thuis zal ik wel even kijken wie er belde.

Als ze thuiskomt kruipt ze snel even onder de douche om zich op te frissen. Als ze uit de douche komt hoort ze opnieuw haar mobiel afgaan, maar als ze beneden komt heeft degene alweer opgehangen.  Ze ziet dat ze vijf oproepen heeft gemist, alle vijf van Chris. Ze drukt direct op terugbellen in de hoop dat er niets ernstigs met hem aan de hand is.

‘Hallo Tess, ik dacht al dat je me had verbannen!’

‘Sorry Chris, vanmiddag was ik zo druk. Ik heb mijn mobiel wel horen afgaan, maar niet gekeken wie mij wilde spreken. Toen ik naar huis reed bedacht ik me dat ik alsnog vergeten was om het te checken. Is alles goed gegaan op Terschelling?’

‘Ja en je moet de groeten hebben van iedereen. Vraag me niet van wie allemaal, want sommige namen ben ik eerlijk gezegd alweer vergeten.’

‘Dank je. Ik heb het idee dat jij je daar wel thuis voelt hè?’

‘Ja, maar ik heb je gemist en wil heel graag eens met je afspreken.’

‘Over twee weken heb ik een lang weekend vrij. Heb je zin om dan met me mee te gaan naar Terschelling.’

‘Dat wil ik zo wie zo, maar ik hoopte dat je me wat eerder zou willen ontmoeten. Misschien hier in Amsterdam?’

Tess is even stil en denkt aan Lenn. Zou Amsterdam niet te confronterend voor haar zijn, zeker na de laatste keer dat ze hem had gezien.

‘Ben je er nog,’ vraagt Chris?

‘Ja…, ja…, ik ben er nog. Ik denk even na wanneer ik je van de week zou kunnen bezoeken. Zou vrijdag kunnen?’

‘Wat mij betreft prima, daar maak ik tijd voor vrij.’

‘Oké, dan spreken we vrijdag af. Stuur mij het adres door dan kom ik om een uur of tien naar je toe.’

‘Geen probleem, ik kijk er naar uit,’ antwoordt Chris. ‘Tot vrijdag.’

‘Tot vrijdag,’ groet ze zacht.

 

Om de één of andere reden voelt ze zich schuldig. Schuldig voor wat, vraagt ze zich af? Maar in haar hart weet ze heel goed wat de reden van haar schuldgevoel is, maar is deze terecht? Tussen haar en Chris was toch nooit iets uitgesproken. Oké ze hadden het gezellig gehad samen, maar ze waren elkaar niets verplicht. Toch blijft het gevoel knagen, maar spijt van haar ontmoeting met Lenn had ze niet.

Hetgeen ze met Lenn had gehad daar hoefde ze zich niet schuldig over te voelen en ook geen verantwoording voor af te leggen. Als ze terugdenkt aan hun laatste samenzijn krijgt ze een warm gevoel en is dankbaar dat ze afscheid van elkaar hebben genomen op zo’n mooie manier. Even leek het alsof ze nooit uit elkaar waren geweest, maar de werkelijkheid was anders en daar waren ze zich heel goed van bewust geweest. Niet alleen de tijden waren veranderd, maar ook hun gevoelens.

Het afscheid was stil geweest, maar het was goed zo. Geen verdriet, geen boosheid en ook geen rancune naar elkaar toe. Ze hadden in het verleden fouten gemaakt en veel te weinig gecommuniceerd.  Hij had haar gezegd dat het beter voor hem zou zijn om zijn eigen weg te gaan, meer kon hij er niet over zeggen, maar Tess begreep heel goed wat hij bedoelde. Ze kende immers het wereldje dat hij jarenlang had vertegenwoordigd. Toch voelde ze af en toe nog even de pijn en soms leek het net alsof hij heel dicht bij haar was. Na zijn vertrek kwamen de tranen en had ze zich een paar dagen niet lekker gevoeld van verdriet. Uiteindelijk was ze weer opgeknapt en weer opgewekt aan het werk gegaan. Nu kon ze terugkijken op een prachtige laatste ontmoeting die ze voor altijd zal blijven koesteren.

 

Stilletjes maakt ze wat te eten voor zich klaar en gaat naar de tuin, maar al snel trekken er boven haar donkere wolken samen en begint het in de verte te rommelen. Ze ruimt de boel op en besluit om deze avond eens niets te doen en zich gewoon lekker in een hoekje van de bank te nestelen en een romantische film te gaan kijken. Al snel zit ze in het verhaal en stromen de tranen over haar wangen. De hoofdrolspeler doet haar op de één of andere manier aan Chris denken. Chris die op een vreemde wijze aan het verleden is verbonden. Op de één of andere manier voelde ze tegenstand in zich opkomen, maar aan de andere kant was er zijn warme persoonlijkheid waar ze hem om bewonderde. Of was het wat anders, nemen haar gevoelens tegenwoordig een loopje met haar. Vrijdag zou ze hem weer zien en diep van binnen kreeg ze het warm.

Weerzien in Amsterdam

Chris had haar via de mail zijn adres laten weten en dat het geen probleem zou zijn als ze met de auto zou komen. Kom gerust met de auto. Ik heb de bezoekersparkeerplaats in de garage geregeld. Bel me als je aankomt dan kom ik naar beneden en dan begeleid ik je naar die plek. Ik verheug me op je komst, had hij geschreven. Nu staat ze op hem te wachten, zodat hij haar de toegang tot de garage zou kunnen verschaffen. Ze ziet hem uit het gebouw komen en naar haar auto lopen. Intens kijkt ze toe hoe hij op haar afkomt en weer merkt ze de gelijkenis op met die van de hoofdrolspeler uit die film. Er verschijnt een glimlach om haar mond en fluistert: ‘Kom op zeg je wat is er toch met je aan de hand?’

‘Tess, wat fijn dat je er bent,’ begroet hij haar. Stapt in de auto en wijst haar de weg naar de bezoekersplek.

‘Was het druk op de weg,’ vraagt hij?

‘Nee, absoluut niet.’

‘Kom verder, ik heb de koffie al klaar.’

Hij gaat haar voor naar zijn appartement en Tess kijkt verrassend om zich heen.

‘Chris wat een geweldige woning en zo prachtig ingericht. Dat uitzicht, fantastisch. Daar krijg je toch geen genoeg van?’

‘Ach na een tijdje zie je het niet meer, maar ik moet toegeven, ik heb geluk gehad met het vinden van deze woning.’

‘Geluk…, man je hebt een lot uit de loterij met dit appartement. Ik weet zeker dat menigeen hier jaloers op is.’

‘Dat weet ik niet hoor, als ik vrij ben, ben ik graag op mezelf.’

‘Ik heb alleen één probleem. Om twaalf uur heb ik een afspraak, die ik niet heb kunnen verzetten. Ik baal daar enorm van en hoop dat je het niet erg vindt?’

‘Waar heb je die afspraak?’

‘Op kantoor. Ik beloof je dat ik deze zo kort mogelijk zal houden, maar al met al moet ik je toch een klein uurtje alleen laten, sorry!’

‘Maak je geen zorgen, het is mooi weer en het park ligt dicht bij je kantoor. Daar wacht ik op je en zo krijg ik ook nog wat vitamine D binnen.’

‘Weet je zeker dat je het niet erg vindt. Je kunt ook hier op me wachten.’

‘Nee geen sprake van, ik ben thuis in die omgeving, dat weet je toch?’

‘Ja, dat weet ik maar al te goed,’ antwoordt hij somber terwijl hij haar een kop koffie aanreikt.

‘Wat is er Chris, waarom zo somber ineens?’

Ernstig kijkt hij haar aan en vraagt zich af of hij haar moet vertellen wat hem zo bezighoudt. ‘Ik doel op je verleden met Lenn.’

Tess kijkt hem vertederend aan en fluistert: ‘Lenn is verleden tijd. Geloof me, we hebben vorige week een goed gesprek gehad en daar is alles uitgesproken wat ons dwars zat. Er is geen toekomst voor ons beiden. Wat ooit was is verleden tijd. Het is goed zo.’

‘Je bent dus op de hoogte van zijn scheiding?’

‘Ja en van zijn plannen om weg te gaan.’

Ze ziet dat hij zucht en zijn gezicht ontspant zich weer. ‘Sorry, dat ik aan je twijfelde.’

‘Die twijfel was terecht. Lenn en ik moesten onze gevoelens voor elkaar onder ogen komen. Daar zijn we nu uit en gaan ieder onze eigen weg. Daarbij komt dat Lenn nog een hele weg te gaan heeft om weer met zichzelf in reine te komen, meer kan ik je niet zeggen.’

‘Ik geloof wel dat ik begrijp wat je bedoelt,’ antwoordt Chris.

 

Om half twaalf pakken ze samen de fiets om naar het kantoor te fietsen. Chris had een fiets voor haar geregeld en samen fietsen ze door het Amsterdamse centrum. Als ze bij het gerenommeerde kantoor aankomen komen er als vanzelf vele herinneringen bij Tess boven drijven. Vreemd genoeg doen ze haar niets en neemt voor een uurtje vrolijk afscheid van Chris. ‘Ik ga heerlijk even van de omgeving genieten en kijken wat er hier de afgelopen jaren zoal is veranderd. Maak je vooral niet druk om mij, ik zie je straks,’ en ze geeft hem ten afscheid een lichte kus.

Chris kijkt haar verbaast na en wandelt dan het gebouw in.

Voordat Tess door de ingang van het park loopt kijkt ze nog even om en vangt nog net een glimp van hem op. Ze voelt dat haar hart, als ze naar hem kijkt een sprongentje maakt. Iets wat haar in lange tijd niet meer is overkomen. Opeens voelt ze een intens geluksgevoel bij zich opkomen. Als vanzelf loopt ze naar het bankje waar zij in het verleden haar lunch verschalkte. Helaas moet ze concluderen dat het bankje bezet is en teleurgesteld besluit ze om dan maar op het volgende bankje te gaan zitten, maar als ze erlangs wil lopen ziet ze dat daar een voor haar bekende man zit.

‘Frank…, Frank ben jij het echt?’

Verbaast kijk de man haar aan en dan verschijnt er een grote glimlach om zijn mond.

‘Tess, wat een verrassing. Waar kom jij zo plotseling vandaan en wat doe je zover van huis?’

Ze omhelzen elkaar en Tess beantwoordt zijn vraag: ‘Ik ben bij Chris op bezoek, maar hij had helaas een afspraak waar hij niet onderuit kon. Vandaar dat ik even het park in ben gegaan zodat hij in alle rust zijn verplichting kan nakomen. Wat fijn om je weer eens in levende lijven te zien. Wat doe je hier, jij bent toch allang met pensioen?’

‘Dat is waar lieverd, maar ik leid nog steeds op en dat is de reden dat ik nog af en toe op kantoor ben.’

‘Dus Chris en jij…?’

‘Ach Frank, het is nog heel pril. Laten we het erop houden dat we beiden nog zoekende zijn.’

‘Nou geloof me, je kan het slechter treffen,’ lacht Frank haar toe. ‘En Lenn, zijn die gevoelens voorbij?’

‘Ik denk het wel. Het verleden kunnen we niet meer veranderen en er zal altijd een zekere liefde voor hem blijven bestaan, maar er is geen toekomst voor ons weggelegd.’

‘Ik begrijp wat je bedoelt. Ben je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rond zijn persoon?’

‘Ja Frank, sterker nog hij heeft ze mij zelf uitgelegd.’

‘Meen je dat?’

‘Ja serieus, het is goed zo.’

‘Toch is het jammer dat zo’n talentvolle advocaat ervoor kiest om te stoppen.’

‘Ja, maar het is zijn keuze en hem kennende zal hij daar wel heel goed over nagedacht hebben.’

Frank kijkt haar aandachtig aan en vraagt: ‘Vertel eens, wordt hij bedreigd of gechanteerd?’

‘Dat weet ik niet Frank, ik denk het niet. Volgens mij was de passie weg en had hij bereikt wat hij bereiken wilde. Vergeet niet dat hij problematische ouders had, die hem constant op de huid zaten en naar perfectie streefde. Nee, ik denk dat, wat hij gaat doen zijn droom is. Zeilen en schrijven, ook daar was hij goed in.’

‘Meisje, ik zou de hele middag nog met je willen kletsen, maar helaas heb ik zo mijn volgende afspraak.  Loop gezellig even met me mee, ik weet zeker dat er genoeg mensen zijn die het leuk zouden vinden als je ze even gedag zou komen zeggen.’

‘Oké, eigenlijk ben ik best benieuwd hoe tegenwoordig de sfeer binnen het gebouw is.’

‘Daar is niets aan veranderd, behalve dan dat jij er niet meer werkt.’

‘Ik niet alleen hè Frank.’

‘Nee dat klopt en ik hoop dat die man de rust gaat vinden die hij verdient. Hij heeft genoeg voor zijn kiezen gehad en ik ben blij dat hij die keuze heeft genomen.’

‘Dat ben ik absoluut met je eens.’

‘Ben je over hem heen?’

‘Ja Frank, dat hebben we achter ons gelaten. Hij gaat voor zichzelf een nieuw bestaan opbouwen, waar of dat ook mag zijn.’

 

Samen wandelen ze het gebouw in en net als toen ze jaren geleden voor het eerst het kantoor binnen stapte, imponeerde deze haar opnieuw. Ze herkende de geur en het interieur dat na al die jaren nog steeds aanwezig was. Achter de receptie herkende ze Paulien, die geen dag ouder leek te zijn geworden. Frank liep op haar af en glimlachend riep hij: ‘Kijk eens Paulien. Dit verloren vrouwke kwam ik tegen en heb haar maar even meegenomen.’

Paulien, die normaal gesproken geen minuut vanachter haar balie kwam, staat op en loopt met uitgestoken armen naar Tess om haar te begroeten.

‘Tess, wat een verrassing. Goed van Frank dat hij je heeft opgevangen en naar ons heeft toe gesleurd,’ gapt ze.  

‘Hallo Paulien, fijn je te zien. Je bent geen dag ouder geworden en nog net zo mooi als toen.’

‘Nou Tess, jij mag er ook best zijn. Je ziet er goed uit. Dagje Amsterdam?’

‘Ja, ik ben op bezoek bij een vriend.’

‘Een vriend of je vriend?’

‘Nog altijd even alert merk ik,’ antwoordt Tess.

‘Ach dat is een deel van mijn werk, waar ik nu weer verder mee moet. Leuk om je te zien, als je weggaat zeg je me toch nog wel even gedag hè.’

‘Dat beloof ik.’

Frank neemt haar mee en voor het eerst na al die jaren ontmoet ze haar vroegere collega’s die haar zeker niet zijn vergeten.

‘Kom ik zal je je werkkamer laten zien. Daar staat je een verrassing te wachten,’ fluistert Frank.

Samen lopen ze door de stijlvolle gang en komen bij haar oude werkkamer aan. Frank klopt op de deur en vanuit de kamer hoort ze een bekende stem roepen: ‘Binnen.’

Verbaast kijkt ze Frank aan en die maakt glimlachend de deur open.

‘Ik kwam in het park een dame tegen die wel wat goede raad en daad nodig heeft. Ik dacht daarbij direct aan jou.’

‘Tess…, sorry dat het uitliep. Kom binnen. Dank je Frank, ik ben blij dat jij je om haar hebt ontfermd.’

‘Frank en ik hebben elkaar best vermaakt hoor,’ grapt Tess.

‘Ja en deze Frank moet nodig aan het werk. Geniet van deze mooie dag en laten we snel eens wat afspreken om bij te kletsen.’

‘Doe ik en doe Marie de hartelijke groeten van ons,’ antwoordt Tess.

‘Van jullie beiden,’ grapt Frank vrolijk en draait zich dan om om naar zijn afspraak te gaan.

Tess blijft in de kamer staan en Chris kijkt haar vol bewondering aan. Waarom lijkt het alsof ze hier thuishoort, vraagt hij zich af.

‘Deze kamer is nog altijd precies zoals ik hem indertijd heb verlaten.’

‘Ik heb hier inderdaad nooit iets aan veranderd, maar hoe weet jij dat?’

‘Dat weet ik omdat dit mijn werkkamer was.’

‘Dat meen je niet?’

‘Ja, echt waar. Heb je nooit overwogen om hem te restylen?’

‘Nee, dat is mij wel aangeboden maar ik voelde mij hier thuis, dus waarom zou ik hem dan veranderen? Wat denk je zullen we gaan?’

‘Graag,’ antwoordt Tess.

Voordat ze het pand verlaten loopt ze nog even naar Paulien om haar gedag te zeggen. Als Chris en Tess het pand verlaten kijkt een glimlachende Paulien hen na. ‘Hopelijk wordt het wat tussen die twee,’ fluistert ze.

 

Ze besluiten om allereerst iets te gaan drinken en daarna van het mooie weer te gaan genieten. Ze wandelen nog wat door het park en maken een boottocht door de grachten. De middag vliegt voorbij en Chris stelt voor om ergens te gaan eten. Al snel vergeten ze de tijd en Tess komt plots tot de conclusie dat het al half elf is.

‘Chris, het spijt me, maar hoe gezellig en fijn ik het vind om hier bij je te zijn, maar helaas. Ik moet nu toch echt gaan, morgenmiddag moet ik weer werken.’

‘Ik begrijp het, kom laten we dan maar gaan.’

Zwijgend fietsen ze terug naar het appartementencomplex en brengt hij haar naar haar auto.

‘Chris bedankt voor deze heerlijke dag,’ fluistert ze.

‘Wat denk je, zullen we bij mij boven de dag afsluiten met een drankje. Je auto staat hier morgenochtend ook nog en daarbij komt dat ik eigenlijk nog geen afscheid van je wil nemen.’

Even twijfelt ze, maar ook zij kan nog geen afscheid van hem nemen en stemt toe. Hand in hand lopen ze naar de lift en even drukt hij haar zachtjes tegen zich aan.

 

De volgende morgen loopt hij met haar mee naar haar auto in de garage. Teder kijkt hij haar aan en neemt haar in zijn armen. Hij voelt dat ze aarzelt en dat doet hem besluiten om haar los te laten. Chris drukt een lichte kus op haar warme ontspannen lippen en fluistert: ‘Rij voorzichtig, ik hoop je snel weer te zien.’

‘Ik zie je toch het volgende weekend als je naar Terschelling komt,’ vraagt Tess verlegen omdat ze wel in de gaten heeft dat hij haar aarzeling gevoeld moet hebben. Waarom reageer ik toch op zo’n afwijzende manier. Ik wil immers niets liever dan dat hij mij in zijn armen neemt, vraagt ze zich af?

‘Ja, ik bel je van de week om de afspraak te bevestigen.’

Tess stapt in haar auto en als ze de garage uit rijdt ziet ze hem in haar achteruitkijkspiegel haar nakijken. Een vreemd voorgevoel komt bij haar boven borrelen.

 

Er gaan dagen voorbij maar het telefoontje waar ze op wacht komt niet. Dan besluit ze om zelf het initiatief te nemen om hem te bellen. Als ze zijn stem hoort slaat haar hart wederom sneller en een vreemd geluksgevoel komt boven. Een gevoel dat zij nog nooit zo intens had ervaren, ook niet tijdens haar relatie met Lenn.

Maar ze hoort een aarzeling in zijn stem als ze haar naam noemt en dat doen alle alarmbellen bij haar rinkelen. Hij vertelt haar dat hij helaas de afspraak moet annuleren. Misschien een andere keer, is zijn antwoordt, maar Tess voelt dat er meer aan de hand is.

‘Ligt het aan mij,’ vraagt ze hem?

‘Misschien, ik heb het gevoel dat je nog niet helemaal klaar bent om een nieuwe relatie aan te gaan. Ik heb het gevoel dat de gevoelens die je voor Lenn koesterden nog steeds enigszins aanwezig zijn. Zolang deze er nog zijn, wil ik mij zeker niet aan je opdringen.’

‘Het spijt me dat ik jou het gevoel hebt gegeven dat je niet de moeite waard bent voor mij. Dat is zeker niet het geval, maar als dit is wat je wil dan accepteer ik dat.’

‘Het spijt me ook Tess. Ik hou van je, maar toch heb ik het gevoel dat die gevoelens meer van mijn kant komen, dan van jou. Laten we elkaar geen verdriet doen en elkaar zeker niet voor de gek houden. Lieverd, als je eruit bent weet je waar je mij kunt vinden.’

 

Dat waren zijn laatste worden geweest en inmiddels zijn er al weken verstreken waarin ze geen bericht meer van hem had ontvangen. Soms vroeg ze zich af of zij inderdaad die stap zou moeten zetten, maar iets in haar weerhield haar daarvan. Ze voelde zich de laatste dagen niet goed en vroeg zich af of dit kwam door de breuk of dat ze misschien één of ander virus onder de leden had. Misschien moest ze van de week toch maar even langs de huisarts gaan om wat bloed af te laten nemen.

De doop

Janneke pakt de doopjurkjes, die zorgvuldig in de doos zijn verpakt, uit. Vol bewondering kijkt ze naar het prachtige kant en streelt de zijde linten. Trots kijkt ze naar de tweeling, die ze straks mag aankleden voor de doopplechtigheid.

Eén voor één komen de jongens de slaapkamer binnen en richten zich op de tweeling.  

Junior komt naast haar staan en vraagt: ‘Heb jij die vroeger ook gedragen?’

‘Ja lieverd, die roze was van mij en die crèmekleurige is door oma gedragen.’

‘Wouw, ik zou niet kunnen kiezen welke ik het mooiste zou vinden.’

‘Gelukkig hoeft dat niet. De meisjes krijgen de jurk aan van de oma waar ze naar vernoemd zijn.’

‘Dat is slim,’ gapt Junior. ‘Mam, ome Chris is er ook al. Jammer dat tante Tess niet kon komen.’

‘Tante Tess, voelt zich niet zo lekker de laatste tijd en daarom kan ze er niet bij zijn.’

‘Ze wordt toch wel beter hè?’

‘Ja hoor liefje, dat komt wel goed.’

 

De doopplechtigheid is stijl- en sfeervol. De meisjes worden door hun oma’s de kerk binnen gedragen en aan de ouders overhandigd.

Na de plechtigheid eten en drinken ze met zijn allen nog wat bij Janneke en Lars thuis.

De volgende dag vertrekken de mannen voor hun jaarlijkse zeiltocht, die ze dit jaar naar Londen voert.  Levenslustig stappen ze aan boord en bij het vertrek worden ze door de familieleden uitgezwaaid. Chris is inmiddels door de andere volledig geaccepteerd als één van hen.

Enthousiast zwaait hij naar de jongens, die inmiddels zijn hart hadden veroverd. Heel even denkt hij aan Tess. Hij had gehoopt dat ze bij de doop aanwezig zou zijn, maar hij had begrepen dat zij door ziekte verstek had moeten laten gaan. Was dat inderdaad waar, of was het een leugentje om bestwil geweest om hem te ontlopen. Soms twijfelde hij aan het feit of hij er wel goed aan had gedaan om haar af te houden. Zijn liefde was er niet minder om geworden, maar aan de andere kant, zij had ook niets meer van zich laten horen. Dus moesten zijn vermoedens wel juist zijn geweest.

‘Chris blijf je er wel bij met je hoofd,’ hoorde hij roepen.

‘Sorry, ik was even in gedachten verzonken.’

‘Kan gebeuren, maar nu aan het werk,’ gapte Lars.

‘Aye…, aye kapitein.’

De familie aan de kant zien het jacht kleiner en kleiner worden en op het laatst is ze nog maar een stipje aan de horizon. De reis voor de mannen is begonnen en ieder van hen geniet ervan.