Het Wolwinkeltje van Tante Jans

Mag Mette-Marit bij Tante Jans blijven?

De nieuwe pop brengt heel wat te weeg in de tuin. Mette begrijpt er niets van. Zij heeft er toch niet voor gekozen om hier in het raamkozijn te zitten. Moet je nu eens kijken wat al die beesten aan het doen zijn. Ze zijn aan het overleggen of zij hier wel of niet mag blijven. De meerderheid vindt dat ze hier niet thuishoort en dat laten ze haar blijken ook.

Mette houdt zich rustig. Ten slotte is zij al heel wat gewend en heeft ze geleerd wanneer zij haar mond moet houden.

‘Trek het je maar niet aan hoor,’ hoort ze achter haar.

Piet de rat kijkt haar vriendelijk aan en troost haar. ‘Niet bang zijn schat, ik zal je nooit iets aandoen. Mag ik misschien even op je schouder zitten?’

Mette knikt en antwoordt: ‘Als je maar niet mijn mooie jurk vies maakt.’

Piet springt op haar schouder en dat hebben de dieren in de tuin direct door.

‘Vuile verrader,’ roept Grietje. ‘Ik had het kunnen weten, je bent tenslotte een rat. Ik dacht dat wij vrienden waren.’

Ook Teun de pitbull bemoeit zich er mee en gaat grommend tegen het raamkozijn aanstaan.

‘Vreet die rat op Teun,’ krijst de kraai die wel van een opstootje houdt en graag de andere opfokt.

‘En nu is het wel genoeg,’ bromt Bromknor. ‘Teun, als je het lef hebt krijg je met mij te maken. Wegwezen, anders hoef je hier nooit meer te komen. Ga naar je eigen erf!’

Met zijn staart tussen zijn poten verlaat Teun de tuin. Ook al weet hij dondersgoed dat hij veel sterker is dan Bromknor, met hem wil hij echt geen ruzie hebben. Nog éénmaal kijkt hij om en verdwijnt dan achter de schutting op weg naar zijn eigen tuin.

 

Intussen schenkt Tante Jans nog een lekker kopje thee voor Charlotte in en vraagt wat zij voor haar kan doen. ‘Wil je iets kopen of is je pop ziek?’

Charlotte kijkt haar verlegen aan en durft het niet te vragen.

‘Kom maar lieverd. Zeg het maar. Voor elk probleem is er een oplossing,’ gaat Tante Jans verder.

Ongemakkelijk kijkt ze Tante Jans aan en buigt haar hoofd alsof ze zich schaamt om die o zo belangrijke vraag te stellen. Tante Jans neemt Charlottes handjes in de haren en legt ze in haar schoot. Ze kijkt Charlotte met vriendelijk ogen aan en begrijpt dat dit kleine lieve meisje een groot dilemma heeft en geduldig wacht ze af tot Charlotte uiteindelijk gaat praten.

‘U bent toch Tante Jans?’

‘Ja lieverd, dat ben ik.’

‘Ik…, ik… eh…, stamelt ze. Ik wil u vragen of u op mijn Mette wilt passen. Ik mag haar niet meenemen naar Australië. Weet u ik heb Mette nog van mijn papa en mama gekregen. Zij is het laatste wat ik nog van haar heb. Mama heeft Mette ooit eens van een Zweedse koning of koningin gekregen.

‘Maar schat, je ouders hebben je de pop gegeven en nu zou je haar niet mee mogen nemen, dat is raar, ja toch?’

‘Nou nee, zo zit het niet. Mijn mama en papa zijn op zee om het leven gekomen. Ik was nog heel klein en sindsdien woon ik bij mijn tante en zij wil Mette verkopen. Mijn tante zegt dat ze er veel geld voor kan krijgen, maar ik wil haar voor geen goud kwijt.’

Even is het stil en Charlotte begint stilletjes te huilen.

Tante Jans neemt haar in haar armen en droogt met haar schoort haar traantjes weg.

‘Lieve schat. Natuurlijk pas ik met alle liefde op jouw Mette en op een dag, dat weet ik zeker, dan kom je haar weer halen. Al die tijd zal ik op haar passen en haar zo nu en dan vertellen wat een geweldige poppenmoeder jij bent.’

Opgelucht kijkt Charlotte Tante Jans liefdevol aan en kust haar op beide wangen. ‘Heel.., heel…, erg bedankt. Daar zal Mette ook erg blij om zijn.’

‘Het is al goed kind. Ooit kom je haar weer ophalen, toch?’

‘Ja natuurlijk Tante Jans. Ik weet zeker dat ook u net zo veel van haar gaat houden als ik, maar ik kom haar weer ophalen. Het is maar voor een jaar of misschien twee of iets meer. Ik zeg tegen mijn tante dat ik Mette heb weggegeven. Ze zal wel heel boos op mij zijn, maar dat deert mij niet. Oh ja…, nog even dit. Haar volledige naam is ‘Victoria Madeleine Mette-Marit’ en ze is een echt dametje, daar ben ik eerlijk in.’

Op het gezicht van Tante Jans verschijnt een glimlach en zegt: ‘Een duur dametje dus. Ik begrijp nu waarom je tante haar wil verkopen. Ik beloof je dat ik goed op haar zal passen. Wij kunnen haar hier wel aan hoor. Maak je daar maar geen zorgen over. Alles komt goed.

 

‘Ja dat hoop ik maar. U weet nog niet wat er zich in de tuin afspeelt,’ fluistert Beer.

‘Wat zeg je Beer,’ vraagt Tante Jans?

‘Oh niets, ik zag iets geks door het raam,’ antwoordt Beer.