Het Theater

Al dagen regent het pijpenstelen in Oetel en de kleintjes kunnen niet naar buiten omdat het daar koud, drassig en nat is. De spelletjes die ze in huis spelen gaan al snel vervelen en daarom worden ze druk en baldadig. Hun ouders hopen maar dat het spoedig ophoudt met regenen, maar helaas daar heeft niemand invloed op.

 

Bijna iedereen had al iets met de kleintjes ondernomen, maar ook de oudere verlangde ernaar om de zon weer te zien schijnen. Kokkie had koekjes met ze gebakken en Flits had getracht hen één of ander kunstwerkje te laten maken. Nu verwijdt hij zichzelf dat hij allang aan zijn plan had moeten beginnen. Het plan dat hij had bedacht tijdens het openingsfeest. Hij zal nu toch echt eens aan het werk moeten, denkt hij.

 

Flits pakt een potlood en tekenpapier en driftig begint hij een ontwerp voor een theater te schetsen.

Als we een theater hadden gehad dan had iedereen nu volop bezig kunnen zijn, prakkiseert hij. 

Eindelijk breekt de zon door en Flits is klaar met zijn ontwerp. Hij legt de andere uit hoe en wat er moet gaan gebeuren. Iedereen is dolblij met het plan en ijverig gaan ze aan het werk. De voorbereidingen verlopen voorspoedig, maar dan gebeurt er iets tragisch.

 

Kabouter Flits is druk in de weer met het stapelen van een aantal doorgezaagde planken, maar dan valt plotseling de stapel om. Flits tracht nog om achteruit te springen, maar helaas vallen er een aantal bovenop zijn been. Hij jammert het uit van de pijn en Dokkie wordt er bijgehaald. Met haar eerste hulpkoffertje rent ze naar Flits, maar ze heeft al snel in de gaten dat het ernstig is.

 

‘Beste Flits, dat ziet er niet zo goed uit. Je been is gebroken en je zal zeker twee weken volledige rust moeten nemen.’

‘Maar Dokkie, dat kan toch niet. Kijk eens om je heen, dan komt het project toch nooit af.’

‘Natuurlijk wel,’ antwoordt Dokkie. ‘Je zult de anderen vanuit een stoel aanwijzingen moeten geven, maar jij mag absoluut niets doen. Ik zal je been verzorgen en spalken.’

 

‘Ome Flits, weet u wat! Wij gaan een stoel op wielen voor u maken en dan kunt u overal komen om ons aanwijzingen te geven,’ oppert Hans.

‘Dat is een uitstekend plan,’ antwoordt Flits.

 

IJverig zagen ze twee gelijke stukken uit een boomstam en Kabouter Karel snijdt twee stevige pinnen met zijn mes. Lizzy komt met een oude stoel waar ze de wielen aan kunnen bevestigen en Kabouter Karel bevestigt de twee ronde stukken aan de stoel. De uitgesneden pinnen slaat hij door de ronde stukken, zodat zij stevig aan de stoel zijn bevestigd.

 

Ondanks de pijn in zijn been is Flits vanuit zijn rolstoel druk in de weer met het uitdelen van bevelen. Hij ziet erop toe dat alles gaat zoals hij dat had gepland en na een week van hard werken zien de bewoners van Oetel een mooi theater ontstaan waar iedereen aan heeft meegewerkt.

Kabouter Flits is maar wat trots op zijn dorpsbewoners, zelfs de kinderen hebben enorm hun best gedaan en hij weet zeker dat ze nog veel plezier gaan krijgen van dit theater.

 

In het geheim heeft hij al een heel mooi theaterstuk op papier gezet en geniet nu al van alle andere voorstellingen die zij met zijn allen kunnen gaan uitvoeren.