Het Wolwinkeltje van Tante Jans

Wroeging

Futloos ligt Bromknor voor zijn hok. Hij verveelt zich stierlijk en een eindje verderop staat Bokkenpoot. Ook hij heeft nergens zin in. Zelfs voor zijn grote liefde Grietje heeft hij geen aandacht. Koos de kat ligt heerlijk in het zonnetje te spinnen. Prinsheerlijk rekt hij zich eens even uit om vervolgens weer verder te doezelen. Kees de haan houdt hem goed in de gaten. Hij heeft het niet zo op de kat en zijn pesterijtjes is hij zat.

Grietje zit in een dip. De laatste keer dat ze Mette had gezien had ze weer eens heel lelijk tegen haar gedaan. Daar voelt ze zich nu heel erg schuldig over. Na die keer had niemand Mette nog gezien en Grietje is bang dat ze is vertrokken, net als Annabel toentertijd. Ook zij was toen plotseling verdwenen. Misschien ben ik wel de aanleiding dat ze zich niet meer laat zien, denkt ze. Het gekke is, ik mis haar, maar durft het aan niemand te vertellen. ‘Waarom heb ik altijd zo’n grote bek. Ik moet eens leren wanneer ik mijn bek moet houden,’ fluistert ze in zichzelf.   

‘Wat hoor ik nou. Vraag jij jezelf af wanneer jij je mond moet houden,’ vraagt Piet de rat die achter haar staat.

Grietje schrik en doet net alsof haar neus bloed. ‘Nou nee, niets hoor Piet. Gewoon…,’

‘Ja hoor eens Grietje. Ik zie toch dat je ergens meezit. En als ik je hoor fluisteren dat je je bek moet houden, dan is er iets aan de hand. Zo ken ik jou niet. Vertel op. Overal is er een oplossing voor,’ antwoordt Piet.

Grietje heeft er helemaal geen zin in om Piet te vertellen wat haar dwars zit en met opgeheven hoofd wandelt ze naar Bromknor.

‘Hallo Grietje, waar heb ik jouw bezoekje aan te danken,’ vraagt hij?

‘Nou, gewoon. Ik kom even gezellig bij jou op bezoek. Is daar iets mis mee. Jeetje, je bent al net zo erg als Piet. Ik ga al,’ antwoordt Grietje.

Na deze, voor haar gevoel, afwijzing wandelt ze verder de tuin in. Nu voelt ze ook nog de tranen branden en die laat ze dan ook rijkelijk vloeien. Oh, wat voelt ze zich rot en haar buik begint een beetje pijn te doen van de spanning. Niemand zal begrijpen dat ik Mette mis, denkt ze.

Tante Jans loopt door de tuin en aait Grietje over haar koppie. Ze wandelt verder de tuin in en Grietje kijkt haar na. Ze ziet Tante Jans naar het hok van Bromknor lopen en daar blijft ze staan en praat tegen hem. Grietje kan niet horen waar ze het over hebben en haar dipje is als sneeuw voor de zon verdwenen en omgeslagen in nieuwsgierigheid. Ze ziet dat Tante Jans in haar richting wijst en dan slaat haar nieuwsgierigheid weer om in achterdocht. Ze hebben het over mij, denkt ze. Ik weet het zeker.

Nu loopt Tante Jans naar het schuurtje en haalt er een tuinstoel uit. Ze zoekt een zonnig plekje op en neemt plaats. Plots ziet Grietje Bromknor opstaan en verdwijnt achter de schutting. Even later komt hij terug met Teun de pitbull en Grietje voelt een woede in zich opkomen. Ze denkt te weten wat er aan de hand is. Ze willen haar natuurlijk weghebben. Zij is immers de aanleiding van het vertrek van Mette, denkt ze. Waarom mag ik anders niet weten wat Tante Jans met Bromknor heeft besproken. Ze willen me gewoon uit de tuin verdrijven. Zie je wel dat ze me niet mogen.

Oh, wat gaat er toch allemaal om in dat koppie van Grietje?

Nu komt ook Piet de rat uit zijn schuurtje en gaat met Bromknor en Teun in gesprek.

‘Ik begrijp het vrienden. Gelukkig is het eindelijk zover. Nu moeten we Bokkenpoot nog overtuigen, maar laat dat maar aan mij over. Ik zal ook even met Jos de egel gaan praten. Hij is nog maar kort bij ons, maar ook hij heeft een inbreng. Tot later,’ roept Piet.

Grietje heeft hun gesprek gehoord en is boos. Erg boos. Ik heb het goed aangevoeld. Ze willen mij allemaal hier weghebben, denkt ze. Fier staat ze op en gaat naar Bokkenpoot.

Bokkenpoot staat achter de schutting aan de was van de buren te peuzelen.

‘Hee Bokkenpoot, is het waar. Wil jij ook dat ze mij uit de tuin verwijderen,’ vraagt ze hem?

Hij stopt met kauwen en draait zich om. ‘Nou ja, als ze allemaal willen dat jij vertrekt, stem ik ermee in,’ antwoordt hij en gaat door met waar hij mee bezig was.

Met gebogen hoofd loopt Grietje terug naar haar plekje. Het is haar nu wel duidelijk. Het duurt niet lang meer of zij moet vertrekken.

‘Kra…, kra…, kra…, je zit goed in de penarie Grietje. Eigen schuld, dikke bult, kra…, kra…, kra…,’ krijst de kraai.

En voor Grietje hem kan antwoorden vliegt hij weg. ‘Wat weet jij, dat ik niet weet,’ schreeuwt ze hem na.

‘Is er iets,’ vraagt Piet.

Grietje draait zich om en ziet Piet staan. ‘Doen jullie nou maar niet alsof er niets aan de hand is, ik heb alles gehoord. Jullie kunnen allemaal de pot op,’ blèrt ze en draait haar kont naar hem toe en laat een hele harde wind.

Piet schut met zijn hoofd en antwoordt: ‘Weet je Grietje, je komt er binnenkort wel achter.’

Als Grietje zich weer omdraait is Piet alweer verdwenen. Ik werk me steeds verder in de nesten, denkt ze en plotseling verdwijnt haar boosheid in zelfmedelijden. Het is mijn eigen schuld. Ik zal het boetekleed aan moeten doen.

 

Als ze de volgende morgen wakker wordt staan alle dieren om haar heen. Ook Jos de egel is aanwezig en Grietje begrijpt dat de tijd is gekomen dat ze de tuin moet verlaten. Met gebogen hoofd stottert ze: ‘Sorry. Ik begrijp het. Ik heb het verdiend,’ maar voor ze verder nog iets kan zeggen neemt Piet het woord.

‘Ja Grietje, je hebt het verdiend. We staan allemaal achter ons besluit, maar we kunnen niet om Tante Jans heen…’

Grietje hoort al niet meer wat hij zegt en verlaat de tuin. Tegen zo’n overmacht kan ik niet op, denkt ze.

De anderen kijken haar na en dan vraagt Bokkenpoot. ‘Wist ze al wat wij bekokstoofd hadden?’

‘Geen idee,’ antwoordt Piet. ‘Ik denk het niet, volgens mij heeft niemand van ons iets losgelaten. Misschien is haar fantasie op hol geslagen.’

‘Ja, dat kan niet anders,’ fluistert Bokkenpoot.

Plotseling gaat de keukendeur open en komt Tante Jans de tuin in. ‘Waar ga je naar toe Grietje,’ roept ze.

Grietje draait zich verdrietig om en ziet Tante Jans. Tot haar grote verrassing ziet ze Tante Jans staan met Mette in haar armen.

Grietje komt stapje voor stapje dichterbij en loopt op Mette af. Er rollen tranen van geluk over haar geitenneusje.

‘Surprise …, surprise…,’ roepen allen in koor!

 

Lieve kinderen,

Die Grietje toch, wat kan zij zich toch altijd van alles en nog wat in dat kleine koppie halen.  Altijd plagen, maar Oh zo’n klein hartje!