De Familie Poppels

Op Zoek naar een nieuw huis

‘Laten we gaan,’ fluistert mama Mette. ‘De grond is nog steeds in beweging.’

Gezamenlijk trekken ze de kar voort en als ze zich een eindje verderop omdraaien zien ze de gespleten grond, waar de lava doorstroomde nog steeds breder wordt. De lava is vervangen door water dat met zich met een enorme kracht voortstuwt.

Ieder is in zijn eigen gedachten verzonken. Ze zetten de kar weer in beweging en rijden dieper het bos in. Papa Tron let goed op zijn vrouw en kinderen. Het bos wordt groter en robuuster en na twee dagen reizen vindt papa Tron het veilig genoeg om te stoppen. Nieuwsgierig kijken ze in het rond en dan verschijnt er een glimlach op het gezicht van papa Tron.

‘Waar lacht u om, pap,’ vraagt Drude.

‘Ja, dat zou ik ook wel willen weten,’ vraag mama Mette.

‘Kijk eens goed om jullie heen,’ antwoord papa. ‘Het bos hier is nog mooier dan waar we vandaan komen. Het is heel jammer dat we op zo’n nare wijze moesten verhuizen, maar ik denk toch dat we een mooi nieuwe woning kunnen opbouwen. Ik heb er goede hoop op.’

Mama Mette knikt en Elv begint plotseling te huilen en jammert dat ze zonder haar dagboek niet kan leven.

‘Dit is een rotverjaardag,’ roept ze.

Verschrikt kijken ze haar aan. Door de spanning zijn ze helemaal vergeten dat Elv vandaag jarig is.

Drude pakt haar beet en geeft haar een dikke knuffel. ‘Gefeliciteerd zusje. Ik heb geen taart, geen slingers, maar kijk eens,’ zegt hij trots en geeft haar haar dagboek.

Elv weet niet wat ze ziet en kijkt haar broer verheugd aan: ‘Jij hebt mijn dagboek,’ en ze omhelst hem.

‘Wat lief, maar je hebt hem wel vies gemaakt. Je had je handen moeten wassen.’

Drude begrijpt er niets van en net als hij haar wil antwoorden omhelst ze hem weer en zegt: ‘Het was maar een grapje. Dank je wel. Dit is het allermooiste cadeau wat ik ooit voor mijn verjaardag hebt gekregen.’

‘Zo, is het wel genoeg. Laten we opzoek gaan naar een nieuw onderkomen,’ oppert papa Tron.

Ze rijden nog een eindje verder en moeten zo hier en daar wat bomen omzeilen. Zo af en toe moet er ook een rotsblok worden verplaatst om dieper het bos in te kunnen. Uiteindelijk moeten ze stoppen omdat ze niet verder kunnen. Vermoeid en zuchtend staan ze bij een nieuw obstakel, maar dat is er één die hen een geweldige kans biedt. Het is een enorme dikke boom die hen als het ware uitnodigt om erin te komen wonen.

‘Wat vinden jullie van deze boom,’ vraagt Drude.

‘Lijkt me een mooi woning om in te gaan wonen,’ stelt papa Tron voor.

‘Denk je echt dat we erin kunnen wonen,’ vraagt mama Mette.

‘Ik hoop het zo. Het is een mooie boom,’ zegt Elv

‘Eerst zien, dan geloven,’ fluister mama Mette.

Papa en Drude gaan eerst kijken en mama en Elv wachten geduldig af.

Elv voelt een koude rilling over haar rug lopen en als ze om kijkt voelt ze een hete adem in haar nek, maar dan is het ook opeens weer verdwenen.

2.1 looking
Sprookjesverhalen-Poppels eg

Ze kijkt om zich heen maar ziet niets verdachts. Zal de vermoeidheid van de afgelopen dagen wel zijn, denkt ze en besluit om ook maar op onderzoek uit te gaan, net als haar broer.

De boom wordt van alle kanten bekeken en Elv wandelt met haar dagboek in de hand rondom de boom en ontdekt als eerste een ingang. Het is hier best wel eng, denkt ze.  Ze hoort de bomen kraken, maar de vogels fluiten hun lied en daar ontspant ze van. Ze wil Drude roepen, maar haar trots weerhoudt haar daarvan en al sloffend loopt ze naar de ingang van de boom.

‘Zal ik de anderen toch maar roepen. Wie weet wat er in die boom verscholen zit. Misschien zit er wel een wolf of een beer,’ fluistert ze. Toch sluipt ze dieper de boom binnen en neemt de ruimte goed in zich op.

Er verschijnt een glimlach om haar mond.

‘Daar ga je voor boeten,’ hoort ze plots achter zich en als ze zich omdraait ziet ze dat Drude haar glimlachend aankijkt.

Elv wordt een beetje boos en wil hem met haar dagboek om zijn oren slaan, maar Drude vangt de klap op door zijn arm uit te steken, maar toch raakt haar boek zijn hoofd.

‘Rotgozer, je laat me bijna doodschrikken. Als je dat nog één keer durft te doen dan zal je er spijt van krijgen.’

Drude slaat een arm rond haar schouder en zegt dat het hem spijt: ‘Sorry, ik kon het niet laten. Je zag er zo bang uit. Die tik heb ik verdiend.’

‘Dat kan wel zo zijn, je bent gewaarschuwd. Trouwens, hoe kom jij hier,’ vraagt Elv.

 

Einde deel 2