Sibel's vangst

‘Freek…., Freek…., kijk eens. Kijk wat ik heb gevangen?’

Verbaast kijkt Freek naar de aanstormende Sibel, die opgewonden zijn kant op komt rennen.

‘Wat heb jij ineens,’ vraagt Freek verbaast?

‘Kijk eens, zijn ze niet mooi,’ en trots laat ze een potje aan hem zien.

‘Deze heb ik gevangen, ik vind ze toch zo mooi. Kijk sommige hebben zeven stippen, maar andere hebben er maar vijf. Weet jij waarom dat is?’

Freek haalt zijn schouders op omdat hij haar het antwoord schuldig moet blijven. ‘Maar waarom heb je ze in een potje gestopt?

‘Nou gewoon, ik wil net als jij alles onderzoeken.’

‘Maar waarom, jij doet toch altijd hele andere dingen met je vriendinnen?’

‘Zij zijn stom!’

‘Wat bedoel je daarmee, heb je ruzie met ze?’

Verdrietig buigt ze haar kleine hoofdje en knikt.

‘Maar Sibel, zo erg kan het toch niet zijn?’

‘Ja wel, ze lachte me uit omdat ik deze beestjes bewonderde en ik ze aan jou wilde laten zien.’

‘Ach joh, daar moet je je niets van aantrekken. Hoe vaak hebben ze mij al niet uitgelachen. Heus dat komt vanzelf wel weer goed. Geloof mij nou maar, straks zijn ze het alweer vergeten.’

‘Ja je hebt gelijk, maar toch wil ik deze beestjes samen met jou bestuderen.’

‘Lieve Sibel, dat is erg lief van je, maar deze lieveheersbeestjes horen te vliegen en niet in een gesloten potje te zitten.’

‘Maar ik vind ze zo mooi, kan ik ze echt niet in het potje laten zitten?’

Freek kijkt Sibel lachend aan en zachtjes antwoordt hij: ‘Lieve Sibel, ik vind jou ook erg mooi en zou jou ook in een potje willen doen, zodat ik de hele dag naar je zou kunnen kijken…’

En dan gebeurt er plotseling iets wonderlijks. De lieveheersbeestjes bevrijden zich uit het potje en vliegen vrolijk weg. Als Freek naar het potje kijkt ziet hij tot zijn grote schrik dat Sibel hem vanuit het potje lachend aankijkt. Hij begrijpt er niets van. Hoe kan dat nou?

Freek weet zich geen raad, het potje is met geen mogelijkheid open te krijgen en hem stuk gooien dat durft hij niet. Stel je voor dat hij haar verwondt. Nee, hij moet…

Plotseling krijgt hij een idee. Juf Grentina, ja zij weet vast raad. Behoedzaam loopt hij met het potje naar de klas waar de juf aan het werk is.

‘Hallo Freek, kom je mij helpen. Misschien zou je de planten water kunnen geven, daar ben ik nog niet aan toegekomen.’

‘Juf…, juf….,’ mompelt Freek en kijkt haar verdrietig aan.

‘Maar Freek, wat is eraan de hand,’ vraagt ze ongerust.

Freek laat haar het potje zien waarin Sibel vrolijk naar haar zwaait.

‘Oh Freek, heb je misschien weer eens een wens uitgesproken? Je weet toch dat je daar heel voorzichtig mee moet zijn.’

‘Is dat wat er is gebeurd en is dit echt weer mijn schuld?

‘Ja Freek, je weet toch dat je een Gnoom bent en dat je heel voorzichtig moet zijn met het uitspreken van een wens. Waarom zit ze in het potje?’

Freek vertelt haar dat Sibel lieveheersbeestjes had gevangen en dat ze deze niet vrij wilde laten omdat ze ze zo mooi vond. ‘Nou en toen zei ik dat ik haar ook mooi vond en dat ik haar ook wel in een potje zou willen stoppen om elke dag naar haar te kunnen kijken en toen gebeurde het. Wat moeten we nou doen, straks komen de andere erachter en dan….’

‘Tja, daar moeten we inderdaad iets aan doen. We moeten zien dat dit probleem wordt opgelost, maar hoe? Ik hoop maar dat we hier geen problemen mee krijgen.’

‘Moeten we nu weer naar de vijver, net als de vorige keer,’ vraagt Freek.

‘Ik ben bang dat er niets anders opzit.’

Plotseling vliegen er diverse kleine lichtgevende bolletjes door de klas die zich om Freek heen verzamelen. De bolletjes vermengen zich tot één grote bol en spat abrupt uiteen.

Voor hem staat Elenora de wondermooie fee, die hem liefdevol aankijkt.

‘Wel Freek, je hebt wat je wenste. Nu kun je elke dag naar haar kijken. Wat is ze mooi he?’

‘Sorry Elenora, dit was niet de bedoeling. Ik weet dat ik mijn wens niet had mogen uitspreken, maar weet u ik vind Sibel heel erg lief en toen zij het over de lieveheersbeestjes had, ging het eigenlijk vanzelf. Ik moet nog zo wennen aan het idee dat ik anders ben dan de andere. Soms is dat best wel moeilijk en ik heb het echt niet met opzet gewenst.’

‘Ik weet het, ook ik ben jong geweest,’ antwoordt Elenora. ‘Ook ik had het er soms wel eens moeilijk mee, maar je moet echt leren je wensen niet uit te spreken.’

‘Kunt u haar weer bevrijden?’

‘Ja dat kan ik, maar je begrijpt toch wel dat je voor deze actie gestraft zal worden.’

‘Dat vind ik niet erg, als Sibel maar weer uit dat potje komt. Ik zal alles doen wat u van mij vraagt.’

‘Goed, de straf laat ik juf Grentina bepalen. Ik denk dat zij wel een geschikte straf kan verzinnen. Wel Freek, ik zal je ook deze keer weer helpen, maar wees in het vervolg wat voorzichtiger. Tot ziens lieverd.’

Elenora veranderd weer in een prachtige lichtgevende bol en vliegt weer de wijde wereld in.

‘Kijk Freek, ik ga ze vrijlaten,’ hoort Freek roepen.

Verbaast draait hij zich om en ziet dat Sibel het potje opendraait en de lieveheersbeestjes vrijlaat.  

‘Zo, nu zijn ze weer vrij. Je hebt gelijk ze horen in de natuur van hun vrijheid te genieten en niet in een potje opgesloten te zitten,’ fluistert ze.

‘Dank je Sibel, dat heb je goed gedaan. Weet je ik moet de juf helpen met klusjes, misschien kan jij het weer goed gaan maken met je vriendinnen.’

‘Ja, dat ga ik doen,’ antwoordt ze en vrolijk rent ze weer weg. 

 

Freek loopt naar juf Grentina en vraagt waar hij haar mee kan helpen.

‘Ik stel voor dat je de komende twee weken als straf een aantal karweitjes in de klas verricht en dan vergeten we maar weer snel wat er vandaag is gebeurd. Wat denk jij.’

‘Dat vind ik goed. Gelukkig is alles goed afgelopen en weet u, ik help u graag dus eigenlijk is die straf niet zo erg.’