Blijven of niet?

Na de barre zoektocht naar hun oude dorpje mogen Jorhim, Foxie, Davidri en Grentina even bijkomen in het huisje van Karel. De logeerkamer is klein, maar ze zijn gelukkig samen en het is er warm. Nu ze van de schrik zijn bekomen moeten ze een oplossing voor hun probleem bedenken. Kabouter Karel had ze gisteren meegenomen naar de plek waar eens hun trotse dorpje had gestaan. Al snel begrepen ze dat de er inderdaad geen kans van slagen zou zijn om hun oude dorpje weer op te bouwen. Inmiddels hadden ze kennis gemaakt met de overige bewoners van Oetel en ze moeten toegeven dat hun ouders geen woord gelogen hadden. Het is inderdaad een vriendelijk volkje en altijd bereidt om te helpen. Kortom er wordt goed voor ze gezorgd en ze mogen in alle rust besluiten waar ze in de toekomst naar toe willen gaan.

 

Karel roept ze voor het ontbijt en gezamenlijk schuiven ze aan de ontbijttafel aan.

‘Goedemorgen,’ groet Karel. ‘Laat het jullie smaken!’

‘Eet smakelijk,’ roepen ze in koor!

‘Wat zijn de plannen voor vandaag,’ vraagt Karel. ‘Hebben jullie al een besluit voor de toekomst kunnen nemen?’

‘Eigenlijk willen wij u vragen of er een mogelijkheid bestaat of wij in Oetel zouden mogen blijven,’ antwoordt Jorhim.

‘Is dat wat jullie willen?’

‘Ja, we hebben het gisteravond besproken en we zijn het erover eens dat dit is wat we willen. Het is jammer dat ons dorpje niet meer kan worden opgebouwd, maar misschien is er in de buurt toch een plekje waar wij kunnen wonen.’

Karel pakt een map uit zijn la en spreidt deze uit op de tafel. ‘Laat me eens kijken,’ begint hij. ‘Kijk, hier aan de rand van de berg bevindt zich een grot waar jullie een verblijf kunnen bouwen. In ieder geval kunnen jullie daar blijven totdat jullie eventueel een andere optie hebben gevonden. Natuurlijk mogen jullie blijven.’

‘Meent u dat echt,’ roepen ze in koor.

‘Ja, wij als bewoners van Oetel hebben met elkaar overleg gehad over jullie situatie en met zijn alle zijn we tot de conclusie gekomen dat wij jullie zoveel mogelijk willen helpen. Daarbij komt dat jullie niet de enige Gnoom in ons midden zijn. We hebben namelijk al een kleine Gnoom, onze Freek. Voor hem zou het ook heel fijn zijn om andere Gnomen te leren kennen. Ik moet jullie wel waarschuwen, het is een echt ondernemertje, maar heel grappig. Na het eten zal ik jullie meenemen en dan kunnen we jullie besluit aan iedereen vertellen.’

Gespannen volgen Jorhim, Foxie, Davidri en Grentina Karel naar het dorpsplein, waar de meeste Oetelnaren druk in de weer zijn. Als ze Karel zien aankomen komen ze op hem af en vragen hem of hij nieuws heeft.

Oetel-10-Blijven-of-niet?

Karel knikt en duwt de vier naar voren. ‘Dit worden onze nieuwe bewoners. Voorlopig worden ze gehuisvest in de grot aan de rand van de berg. We zullen ze dus moeten helpen met het inrichten van hun onderkomen. Ik weet zeker dat zij het daar naar hun zin krijgen en dat ze snel hun steentje bij zullen dragen aan onze gemeenschap.’

Oetel-10-Blijven-of-niet? 2

Als het viertal ’s avonds weer in hun bedje liggen moeten ze een traantje wegpikken van zoveel liefde en hulpvaardigheid. ‘Onze ouders hadden ons al vertelt dat dit zo’n vriendelijke gemeenschap was, maar deze hulp en liefde had ik nooit voor mogelijk gehouden,’ fluistert Foxie.

‘Dat ben ik met je eens en we zullen er ook alles aan doen om hun vertrouwen niet te beschamen. Gelukkig hebben we alle vier onze eigen vaardigheden waar we onze dank mee kunnen uitdrukken.’

‘Wat een grappig ventje is die Freek hè,’ oppert Grentina. ‘Zo…. Lief en ondeugend.’

‘Weet je wie ik grappig vind,’ lacht Davidri.

‘Nou, wie dan,’ vraagt het drietal?

‘Zo…Zo…, die vind ik zo grappig. Hij komt naar mijn toe en vraagt: ‘Zo…zo, dus jij denkt erover om bij ons te blijven?’

‘Wat is daar zo grappig aan,’ vraagt Foxie.

‘Niets, maar elke vraag of zin die hij uitspreekt begint hij met ‘Zo…, zo…’ en dat vind ik grappig.

 

Oetel-10-Blijven-of-niet?-3

 

Zo fluisteren ze nog even door en het lijkt erop dat Oetel er dus 4 nieuwe bewoners bij heeft.

Welkom Jorhim, Foxie, Davidri en Grentina, welterusten.