Er is storm opkomst in Oetel

Ergens op deze mooie aardbol bevindt zich een gigantisch groot en prachtig bos. Het is een bijzonder bos waar de bewoners in harmonie met elkaar samenleven.

Midden in dat mooie bos woont ook een kaboutergemeenschap dat de naam ‘Oetel’ draagt. Niemand weet waar de naam vandaan komt, maar dat doet er ook niet toe. De kabouters die daar wonen zijn vrolijk en altijd bereid om elkaar te helpen. Hun huisjes zijn kleurrijk en stralen een warme sfeer uit.

Oetel heeft ook een leider, zoiets als een burgemeester in jullie dorp. Zijn naam is Karel en kabouter Karel houdt alles goed in de gaten, maar soms gebeuren er dingen waar hij toch echt niets aan kan doen.

 

Vandaag wandelt kabouter Frummel met een mand vol vruchten naar zijn geliefde kabouterdorpje, maar zijn onderbuikgevoel zegt hem dat er iets niet klopt. Ongerust kijkt hij naar de hemel en fluistert:

‘Oh jee, dat gaat fout! Ik denk dat er storm opkomst is. Ik moet snel de andere waarschuwen. 

 

 

Het onderbuikgevoel van Frummel bedriegt hem niet. Nog geen uurtje later breekt er een hevige storm boven het dorpje los. De windt speelt met de bomen alsof het luciferhoutjes zijn en hier en daar valt er een boom om. Frummel moet tegen de storm opboksen en verliest daarbij zijn mand met fruit.

Als hij in het dorp aankomt, is niets meer wat het ooit was. De verwoesting is enorm en verbijstert kijkt hij om zich heen. Hij weet zich geen raad. Waar is iedereen, vraagt hij zich in stilte af?

De regen slaat op de kleine kabouterhuisjes neer en de kabouters schuilen angstig bij elkaar in het huisje van kabouter Karel en hopen dat de storm snel overwaait. Ondanks dat zijn huisje staat te schudden probeert kabouter Karel zijn dorpelingen te troosten.

Eindelijk gaat de storm liggen en durven de kabouters één voor één naar buiten te gaan. Verschrikt kijken ze om zich heen. Niets, maar dan ook niets is er nog intact. Het is een wonder dat het huisje van kabouter Karel wel overeind is blijven staan. Oké, al de luiken zijn dan wel weggewaaid en het dak is beschadigd, maar vergeleken met al die andere huisjes heeft het huisje van kabouter Karel de storm goed doorstaan.

Het dorpje ligt er troosteloos bij, maar ondanks hun verdriet om het verlies van hun huisje laten de inwoners van kabouterdorp Oetel zich niet kennen. Met vereende krachten besluiten ze hun dorpje weer op te bouwen.

Tussen de vernieuwde huisjes zoeken ze hun bezittingen bij elkaar en al snel wordt er een start gemaakt aan de eerste nieuwe huisjes.

Overal is het geluid van bouwende kabouters te horen en vrolijk zingen ze de mooiste liederen. Het kan niet anders dan dat het verwoeste dorpje nog mooier wordt dan het was voordat de storm over hun huisjes raasde.

Einde