Effe Winkelen

Het is vakantietijd. De mooiste van het jaar om in je eigen woonomgeving door te brengen, althans dat geldt voor onze woonplaats dan. Bij de sluizen is het één en al gezelligheid. Het blijft leuk om te zien hoe de plezierbootjes aan- en afmeren. Man of vrouw schreeuwen elkaar opdrachten toe hoe of zij te werk moeten gaan. Een enkele keer hoor je een grauw en een snauw, meestal om hun eigen onkunde te verbergen of omdat ze nerveus worden bij zoveel toekijkers. Op weg naar huis besluit ik om even langs mijn dochter en de kleinkinderen te gaan.

Mijn kleinzoon ziet me vanuit de tuin aankomen. Hij zit prinsheerlijk in zijn zwembadje. Springt eruit en rent de huiskamer binnen.

‘Opa, opa,’ roept hij en zijn zusje kijkt mij smalend aan. Ze sterkt haar armpjes naar me uit en probeert haar broer opzij te duwen. Voor het eerst hoor ik haar het woordje ‘Opa,’ zeggen en haar mooie blauwe oogjes stralen. Ik neem ze beide op en wandel met ze naar de tuin. Daar nestel ik me in één van de tuinstoelen en begroet de buurvrouw, die ook van het zonnetje zit te genieten. De kinderen genieten volop van het water en voor ik het weet ben ik behoorlijk nat van het gespetter. ‘Pap, ik moet nog even naar het winkelcentrum, zegt mijn dochter. Ga je mee?’

Nou is winkelen nu ook weer niet één van mijn grootste hobby’s, maar ik besluit om toch mee te gaan. De kits worden aangekleed en we stappen in de auto.

Mijn kleindochter wordt in de buggy gezet en mijn kleinzoon loopt trots voor ons uit. Zo af en toe komt hij naast zijn zusje lopen en houd stevig haar handje vast, alsof hij bang is dat ze uit de buggy valt. Om zich heen turend, alsof hij het centrum beter kent dan wie dan ook, weet hij precies waar hij naar toe moet.

‘Opa, volg mij maar, ik weet waar de Bob de Bouwer pyjama’s liggen.’

Ik kijk mijn dochter aan en ze vertelt me dat ze hem een Bob de Bouwer pyjama had beloofd.

In de winkel bekijk ik het gebeuren van een afstand.

Mijn dochter en haar zoon waren druk bezig om een pyjama te kiezen die hij leuk vond. Vanzelfsprekend moet hij er ook nog in zijn maat zijn. Eindelijk is de pyjama gekozen en kunnen we weer verder. Bij één van de vele kledingwinkeltjes ziet mijn dochter een rokje wat ze wel leuk vindt en ze besluit om deze te gaan passen.

‘Luuk, blijf jij even bij opa en Nina, dan gaat mama even deze rok passen,’ hoor ik haar zeggen.

Hij knikt smalend en kijkt mij vluchtig aan. Ik negeer hem, maar houd hem wel in de gaten.

Plots zie ik hem achter het wagentje knielen en hoor het geritsel van een tasje dat zijn moeder daar had neergelegd. Ineens ben ik hem kwijt en mijn eerste gedachten zijn dat ik de deur in de gaten moet houden zodat hij mij niet ontglipt.

Intussen is zijn moeder klaar met het passen van het rokje en ik zie dat ze haar hand voor haar mond houdt. Ik loop op haar af en kijk mijn ogen uit. Daar staat mijn kleinzoon met zijn nieuwe pyjama achterstevoren aan.

‘Joh, dondersteen. Ik kan je ook geen minuut alleen laten. Die kan je niet aanhouden hoor. Een pyjama is voor als je naar bed gaat. Bovendien is het er veel te warm voor om hem boven je kleren te dragen. Als de mensen je zo zien lachen ze je allemaal uit,’ zegt mijn dochter.

Het gebeuren is zo komisch dat ik moeite moet doen om niet in lachen uit te barsten en daarmee mijn dochters gezag te ondermijnen.

Mijn kleinzoon begrijpt er niets van. Kom nou, nu heeft hij een Bob de Bouwer pyjama, dus wil hij hem dragen ook. Trots kijkt hij mij aan en vraagt: ‘Opa, is hij niet mooi?’

Ik knik alleen maar.

‘Even wachten mam, ik kom zo terug,’ rent naar buiten, keert enige tijd later terug en roept blij. ‘Nee hoor mam. Ze lachen me niet uit!’

Mijn dochter haalt haar schouders op en zegt. ‘Kom, we gaan weer verder.’

En weet je wat. Dat kleine joch had nog gelijk ook. Niemand die hem nakeek, of hem uitlachte, maar warm had hij het wel.

 

Einde