De Oliebol

In een kleine bakkerszaak woont een kleine oliebol en zijn naam is Olivier. Olivier is geen gewone oliebol, nee hij is heel anders dan zijn vrienden. Die vinden hem maar eigenwijs en weet je waarom? Omdat Olivier niet in de olie gebakken wil worden.

 

Ik zal jullie vertellen hoe dat zo gekomen is.

 

Op een koude winterochtend is de oliebollenbakker bezig met het maken van zijn oliebollenbeslag. In die beslagkom tussen de massa bevindt ook Olivier zich. De bakker roert driftig in de kom en Olivier wordt van hot naar her geworpen.  Plots maakt de bakker een vreemde beweging en Olivier stuitert uit de beslagkom en rolt over de keukentafel tegen een berg meel op.

‘Oei,’ moppert Olivier. Nu heb ik er genoeg van en ik wil ook niet in die hete olie belanden, dat lijkt me heel erg.’

 

Hij kijkt om zich heen en ziet Meel, Gist, Melk en Rozijn druk in de weer zijn. Ze laten zich gewillig door de bakker in het beslag mengen. Samen willen ze de lekkerste oliebol worden van het hele land.

Hé, Oliver,’ roept Meel. ‘Waar ga jij naartoe?’

‘Ik…, ik…, ik wil niet in de olie gebakken worden,’ stottert Olivier.

Meel, Gist, Melk en Rozijn kijken hem verbaast aan. Ze vinden het maar vreemd, een oliebol die niet de olie in wil

‘Dan ben je toch geen oliebol,’ roepen zijn vrienden.

‘Nou en, dan maar geen oliebol,’ antwoordt hij.

 

Op hetzelfde moment komt Moppie, de nieuwsgierige poes van de bakker de keuken binnen en kijkt in het rond. Haar blik valt op Olivier die nog steeds tegen de berg meel aanligt. Voorzichtig sluipt Moppie naar Olivier en duwt hem van het meel weg.

‘Wat ben jij?’ vraagt Moppie, terwijl ze haar roodachtige kopje schuin houdt.

‘Ik ben een meelbal van melk, gist en rozijnen en ik wil niet in die afschuwelijke hete olie.

Oliver vertelt haar zijn zorgen over het afschuwelijke lot wat hem te wachten staat.

Moppie glimlacht en zegt: ‘Maak je geen zorgen kleine Oliver, ik zal je wel helpen.’

Voorzichtig neemt ze Olivier in haar bek en draag hem naar haar geheime plekje in de keuken.

Daar legt ze hem in haar warme dekentje waar Olivier zich onder kan nestelen. Daar voelt hij zich veilig en gelukkig.

 

Terwijl Meel, Gist, Melk en Rozijn samen met de andere bollen in de olie worden gebakken en veranderen in heerlijke goudgele oliebollen, geniet Olivier samen met Moppie van de warmte en de gezelligheid onder het dekentje.

 

Vanuit zijn geheime schuilplaats heeft Olivier zicht op de winkel en ziet hij dat zijn vrienden na het bakken in een grote glazen schaal worden gegooid. Sommige ruziën zelfs een beetje omdat ze niet in het midden willen liggen, maar naar buiten willen kijken. De mensen die in de bakkerswinkel staan, kijken verlekkerd naar de schaal en hopen dat zij niet te laat zijn om zo’n overheerlijke bol te kunnen kopen.

‘Rustig maar,’ roept de bakker. ‘Er is genoeg voor iedereen.’

‘Bakker, ik wil er 40 van u,’ zegt een vrouw.

‘Ik heb er maar 5 nodig, want ik ben maar alleen,’ roept een man.

‘En ik wil er graag 15 van u,’ zegt weer een ander.

Zo gaat het de gehele dag door en Olivier ziet de ene na de andere vriend uit de bol verdwijnen en in een grote witte zak de winkel uitgaan.

 

Zo ontdekt Olivier dat het niet erg is om niet gebakken te worden in de olie en dat het anders zijn soms juist iets heel bijzonders kan zijn. Ten slotte heeft hij nu een heel bijzondere vriendschap met Moppie.

Olivier is nu een buitengewone oliebol, een oliebol die niet in de olie is gebakken en dus ook niet bang hoeft te zijn dat anderen hem op een schaal zullen neerleggen. Nee, daar is hij niet mooi genoeg voor in zijn witte bol waar hier en daar een rozijn uitsteekt.

 

Zo zie je maar anders zijn dan andere, hoeft echt niet raar te zijn. Zeker niet als het je eigen keuze is en het jou gelukkig maakt.