De Familie Poppels

De Lunch

Mama Mette is in de keuken en maakt voor de familie de lunch klaar. Door alle gebeurtenissen van de afgelopen tijd is Moeder wat stilletjes. Vanzelfsprekend is ze blij dat ze een nieuw thuis hebben gevonden, maar ze wordt verscheurd door heimwee. Heimwee naar haar tuintje.  Alles wat ze had geteeld en waar ze zoveel liefde in had gestopt was in één klap verdwenen. Ze maakt zich zorgen, zeker nu de winter voor de deur staat. Hoe moeten ze daar, zonder enige voorraad, doorheen komen, vraagt ze zich af.

‘Mam, krijgen nog wat te eten,’ roept Elv. ‘Ik heb zo’n honger!’

‘Alles op zijn tijd schat,’ zegt vader. ‘We moeten er rekening mee houden dat we het deze winter zwaar krijgen. Met het vlees dat we hebben ingezouten, daar komen we de winter niet mee door. Drude, morgen moeten we op jacht. Al ligt de sneeuw tot onze knieën, we zullen er echt aan moeten geloven.’

De-familie-Poppels-De-lunsch

Drude kijkt zijn vader bedenkelijk aan. Hij begrijpt maar al te goed dat ook hij, nu zijn steentje moet gaan bijdragen. ‘Ja pap,’ antwoordt hij.

Elv kijkt haar broer begripvol aan alsof ze weet wat er op dit moment door hem heen gaat.

Draakje gaat naast Elv aan tafel zitten en kijk van de één naar de ander.

Moeder legt wat rauwe spek op ieders bordje. Ernaast legt ze een stuk brood, althans het brood wat ze geprobeerd heeft te bakken.

‘Pa…, als jullie willen eten, zal ook de keuken in orde gemaakt moeten worden. Zo kan ik niets eetbaars klaarmaken,’ zegt moeder en legt bij iedereen nog wat geraspte winterpeen op hun bord.

Elv kijkt verlegen naar haar bord en denkt. Zo’n slechte lunch heeft moeder hen nog nooit voorgeschoteld. Ook Drude schudt wat met zijn hoofd. Het is dat ze zo’n honger hebben, maar hier wordt hij niet blij van. Niet dat hij ondankbaar is. Nee hij weet best dat er andere zijn die het nog slechter hebben getroffen.

Moeder Mette kijkt hen met een hulpeloze blik aan en dat zien de andere ook. Ze willen haar niet beledigen en proberen toch hun lunch te nuttigen, ook al is het niet te pruimen.

Moeder ziet dat ze haar sparen en met tranen in haar ogen loopt ze terug naar de keuken. Papa ziet wat er gebeurt en voor hij ook naar de keuken loopt om moeder te troosten fluistert hij: ‘Misschien lust draakje het wel. Kijk maar, het water loopt uit zijn bekje.’

In de keuken treft hij moeder huilend aan. De tranen rollen over haar wangen en vader gaat liefdevol naast haar zitten. ‘Je hebt het zwaar hè? Kom op schat, ik zal ervoor zorgen dat we de winter doorkomen. Ik zal er ook voor zorgen dat je snel weer kan koken en bakken zoals je dat gewend bent,’ fluistert vader haar toe. ‘Weet je, ik begrijp best dat de kinderen dit eten niet weg kunnen krijgen. Hier krijgen ze pijn van in hun buikjes. Het komt allemaal wel weer goed schat. Echt geloof me maar.’ Voorzichtig veegt hij de tranen van haar gezicht.

Moeder Mette knikt en zegt: ‘Ik zou niet weten hoe ik ze met deze middelen gezond kan houden,’ en vragend kijkt ze vader aan.

Maar dan horen ze opeens een hels kabaal uit de woonkamer komen.

‘Mam…, pap, schreeuwt Elv. ‘Komen jullie eens kijken!’

Als ze in de woonkamer komen, staat de voordeur open en zien ze een gevulde uitgeholde boomstam staan. Drude en vader dragen hem samen naar binnen. De stam wordt op de tafel gezet en moeder Mette haalt de stam leeg. Verbaast kijken ze elkaar aan.

‘Hoe is dit mogelijk. Ik zou bijna in sprookjes gaan geloven. Dit is onze redding, maar wie gunt ons dit,’ vraagt moeder?

De-familie-Poppels- boomstam

‘Kijk mam, een pot zure bommen. En…, en…, een pot prinsessenbonen. Die lust ik wel niet, maar jij wel hè mam’ roept Elv.

‘En dit, wat is dit,’ vraagt Drude. ‘Als dit zoete knollen zijn, dan wil ik er graag nu één van. Gatverdammen, ze zitten in een soort water. Mam, moeten we dit echt eten?

‘Ja lieverd, daar word je sterk van en het is reuze gezond. Wees blij dat ze ons dit hebben gebracht, maar ik ben wel heel benieuwd wie ons dit heeft aangeboden. Waarom laten ze zich niet zien,’ vraagt moeder?

‘Misschien zijn ze vergiftigt,’ fluistert vader. ‘Nee…, nou overdrijf ik. Maar dat was wel het eerste wat in mijn gedachten op kwam. Sorry ik wil jullie niet bang maken.’

Moeder Mette kijkt hem boos aan en moppert: ‘Heb je nou je zin. Nu eten ze helemaal niets meer. Dat is niet leuk wat je daar beweerd!’

Vader buigt zijn hoofd. Hij vindt zichzelf een grote oen. Ik moet in het vervolg beter opletten wat ik zeg, denkt hij en probeert een manier te vinden om dit alles weer recht te breien. ‘Als ik nou als eerste de producten proef. Als er niets met mij gebeurt dan weten we zeker dat we het kunnen eten, ja toch?’

Ongelovig kijken ze hem aan, maar dan zegt Elv: ‘Laat mij het maar doen. Ik ben niet bang. Als jij het durf dan doe ik het ook pap.’

Drude laat zich niet kennen en zegt dat ook hij het wel wil proberen.

‘Nou nee, ik ben de moeder dus ik doe het. Jullie willen er natuurlijk van snoepen. Dat gaat niet gebeuren.’

Plotseling wordt er aan de deur geklopt en kijken ze elkaar vragend aan.

Wie zou dat kunnen zijn?