De Beer

In het berenbos wonen, hoe kan het ook anders, beren. In dat bos woont een heel speciale beer. Hij is altijd speels en vrolijk. Juist omdat hij zo vrolijk en speels is, ergeren de andere zich wel eens aan hem. Ze vinden hem ook niet slim en daarom noemen ze hem Dummy. Dummy zelf haalt zijn schouders ervoor op. Plezier maken vindt hij veel leuker dan al dat luieren wat de andere doorgaans doen. Hij geeft er niets om dat hij niet zo slim is als de andere.

 

Op een druilerige dag besluit Dummy om op ontdekkingsreis te gaan. Met zijn enorme poten stampt hij door het bos, springt hier en daar over een konijn of haas. Af en toe rust hij even uit om de heerlijke geur van de bloemen op te snuiven.

Plotseling hoort hij in de verte een zacht spetterend geluid en besluit om te gaan kijken waar of dat vandaan komt. Zijn ogen worden groot van verbazing als hij midden in dat gigantische bos een geweldige rotspartij ziet, waar met een enorme snelheid het water neerdaalt. Rondom de waterval verschijnt een schitterende regenboog. De kleuren overweldigen hem en het zonlicht laat de druppels dansen.

Opeens ziet hij iets glinsteren in het water. Het is niet zo moeilijk om te ontdekken wat het is, het water is immers zo helder als kristal. Het is een zalm, die moeite heeft om tegen de stroom in te zwemmen. De zalm is niet van plan om het op te geven. Nee, hij zou en moet de stroom overwinnen. Dummy bewondert de inspanning en besluit de zalm te helpen.

Hij springt in het water en zwemt naar de zalm. Voorzichtig duwt hij hem met zijn poten stroomopwaarts.  Na een tijdje bereiken ze een rustigere plek in de rivier. Daar kan de zalm even uitrusten en hij bedankt Dummy voor zijn hulp. ‘Bedankt beer, echt waar. Bedankt!’

Eigenlijk begrijpt hij het niet zo goed. Wat is dit voor een beer denkt hij. Houdt hij mij voor de gek of zo. Beren kunnen toch gigantische hoeveel heden zalm veroveren?

Dummy loopt op zijn gemak weer verder. De zalm, nog steeds niet begrijpend wat hem is overkomen, vervolgt ook weer zijn weg.

Even later laat Dummy zich van de waterval afglijden en als hij uit het water klimt voelt hij een zacht briesje langs zijn berenhuid glijden. Hij schut het water van zich af en gaat weer verder op avontuur. Als hij omhoogkijkt ontdekt hij boven op de rots een sprookjesachtige fee. Met haar schitterende witte jurk en haar glinsterende vleugels is zij net zo mooi als die prachtige waterval van zonet, denkt hij.

De fee zwaait naar hem en bedankt Dummy voor het helpen van de zalm.

‘Jij hebt een goed hart Dummy. Elke andere beer zou hem hebben verorberd. Weet je, ik geef jou een magisch geschenk,’ fluistert ze.

Gracieus zwaait ze met haar toverstokje en plotseling voelt Dummy een vreemde sensatie door zijn lichaam stromen.

‘Vanaf nu, ben jij de slimste beer uit het hele bos. Vanaf nu, gaat iedereen je met je eigen naam aanspreken. Nooit zal iemand je meer Dummy noemen. Je heet Bruno, dat is de naam die jouw papa en mama je ooit hebben gegeven.’

 

Vanaf die dag heeft niemand hem meer aangesproken met Dummy. Bruno heeft zich na die dag ook nooit meer dom gevoeld. Integendeel hij is heel slim en als er een probleem is dan komen ze bij hem om raad vragen. Zo nu en dan denkt hij nog wel eens aan de dag dat hij de zalm een pootje heeft geholpen en hij de fee ontmoette.

 

En weet je hij is altijd vrolijk en speels gebleven, dus als er iemand in jouw omgeving is, die net als Bruno speels en vrolijk is. Denkt dan nog maar eens aan Bruno.