Carina gaat opzoek

Het is een koude winterdag en het noorderlicht danst kleurrijk aan de hemel. Carina houdt van deze periode van het jaar en iedere keer als de lichten dansen voelt ze zich intens gelukkig. Maar diep van binnen voelt ze een groot gemis en daar wil ze verandering in brengen.

Carina is namelijk opgegroeid bij pleegouders en ze verlangt ernaar om haar eigen ouders te leren kennen. Het enige wat ze van ze heeft is een klein fotootje waarop ze staan afgebeeld. Haar pleegouders begrijpen haar verdriet en staan achter haar besluit om haar ouders te gaan zoeken.

De instantie die haar pleegouders hadden ingeschakeld toen zij haar wilden adopteren konden haar niet helpen omdat alle gegevens tijdens een brand in het archief waren verbrand. Ze moest het dus doen met de vage herinneringen die zo nu en dan bij haar boven kwamen en de herinneringen van haar pleegouders. Het enige wat zeker is, is dat ze uit het hoge noorden kwam.

De afgelopen tijd had ze heel wat uren in oude kranten zitten speuren om enige aanknopingspunten te kunnen ontdekken en ze heeft nu een vermoeden waar ze ongeveer moet gaan zoeken.

Naast het oude fotootje heeft ze nog wat andere kleinigheden die in het mandje hadden gelegen toen ze bij het tehuis was afgegeven. Wat wel vaststaat is dat de mensen die haar naar het tehuis brachten niet haar ouders waren geweest, maar mensen die haar echte ouders hadden geholpen toen die hadden gesmeekt de kleine meid in veiligheid te brengen.

 

Carina bereidt zich voor op een barre tocht die zij zal moeten ondergaan. Een barre tocht over eindeloze witte vlaktes en ruige bergtoppen. Voor deze tocht had ze zes trouwe husky’s om de slee te trekken. Ze heeft er nu al een aantal maanden aan training opzitten en de dag dat ze met haar husky’s vertrekt komt snel dichterbij.

Ondanks dat haar pleegouders achter haar besluit staan, maken ze zich ongerust maar ze weten dat Carina niet zal rusten voordat ze haar ouders heeft gevonden. Er zijn afspraken gemaakt dat Carina regelmatig van zich zal laten horen, zodat zij zouden weten dat alles goed met haar gaat.

 

Vandaag is het dan zover. Carina en de husky’s zijn er klaar voor. De sleede wordt keer op keer geïnspecteerd of alles is ingeladen en alles compleet is. Liefdevol neemt ze afscheid van haar pleegouders en vertelt hun dat ze veel van ze houdt. Dan pakt ze de teugels en geeft de leider van de roede husky’s het commando voor vertrek. De slee glijdt voort door de sneeuw en al snel verdwijnt ze in de verte.

 

Tijdens de tocht ontmoet Carina behulpzame mensen die haar adviseren welke route ze het best kan volgen op weg naar haar volgende bestemming. Ze waarschuwen haar voor de gevaren bij diverse punten die zij zou kunnen tegenkomen. Soms krijgt ze ook wat waardevolle uitrusting mee om haar te helpen als zij in een noodsituatie zou geraken. De honden doen het goed en Carina is maar wat trots op haar maandenlange training die zij de honden gaf.

 

Plotseling worden de weersomstandigheden extremer en Carina besluit om een plek te zoeken waar zij zou kunnen schuilen. De sneeuwstorm en de krachtige windvlagen dreigen de slee omver te werpen en uiteindelijk ziet ze in de verte een oude hut waar ze op af stuurt. De hut is niet fraai, maar hopelijk houdt hij het nog even, denkt ze. Ondanks dat de honden op zich buiten kunnen vertoeven brengt ze ze toch naar binnen in de kleine ruimte. Buiten verankert ze de slee en pakt het nodige voer voor de honden. Binnen is er een kleine schouw, waar ze een vuurtje in kan stoken met het hout wat de eigenaar heeft achtergelaten. Ze hoopt maar dat de eigenaar niet komt opdagen, maar gezien de staat van de hut zal dat niet gebeuren.

Buiten gaat de sneeuwstorm met zijn krachtige windvlagen ongehinderd door en regelmatig hoort ze het kraken van het hout. Van slapen zal wel niet veel komen, denkt ze en kijkt naar de honden die prinsheerlijk liggen te rusten voor het vuur.  Ze maakt wat te eten voor zichzelf en valt daarna, net als de honden toch nog in slaap.

 

Carina wordt wakker van een geluid en ontdekt dat het van buitenaf komt. Ze kan het geluid niet thuisbrengen dus gaat op onderzoek uit. Plotseling hoort ze het snuiven van een dier en ze begrijpt dat er waarschijnlijk een bruine beer of een vos rondom de hut zwerft. Ze weet ook dat ze erg schuw zijn en dat ze hopelijk ook weer snel vertrekken, maar zeker weet je het maar nooit. Stel dat het dier gewond is of honger heeft. Carina pakt haar geweer en zorgt ervoor dat deze in haar bereik ligt.

Inmiddels hebben ook de honden de geur van het dier opgevangen en worden onrustig. Blijkbaar reageert het dier daarop en vertrekt. Opgelucht haalt Carina adem en voorzichtig probeert ze naar buiten te komen. Daar wordt de omvang van de storm haar duidelijk, maar gelukkig is de sleede zelf niet beschadigt al merkt ze dat haar uitrusting hier en daar wel wat schade heeft opgelopen. De honden worden weer ingespannen, maar Carina besluit om voorlopig de honden niet te laten trekken.

De vlakte is één grote witte massa en de oriënteringspunten zijn als het ware verdwenen in de sneeuw. Carina bestudeert haar kaart en navigeert met haar kompas, dat herhaalt ze diverse malen en intussen prikt ze hier en daar in de sneeuw om te zien of de ondergrond ook veilig is. Pas als ze zeker weet dat ze de juiste route volgt durft ze het aan om de honden weer in te zetten.

 

Eindelijk bereikt ze een afgelegen dorpje in het diepe noorden waar ze een oude vrouw ontmoet die nieuwsgierig is waarom zo’n jong meisje zo’n barre tocht onderneemt. Carina vertelt haar de reden en dan vertelt de oude vrouw haar dat ze weet waar ze haar ouders zou kunnen vinden en ze neemt haar mee naar een prachtig bevroren meer dat omringt wordt door gigantische bergen.

‘Ik denk dat jij aan de overkant van het meer vindt waar je naar opzoek bent,’ zegt de vrouw.

Ze kijkt haar verbijsterd aan: ‘Denkt u dat echt.’

‘Ik weet het bijna wel zeker.’

 

Carina maakt zich klaar om de overtocht te maken in de hoop dat de oude vrouw haar de juiste richting heeft gewezen. Naar mate ze dichter bij de oever van het meer komt gaat haar hartje steeds sneller kloppen.

 

Aan de oever komen twee mensen naar de aankomende bezoeker en zijn benieuwd wie of dat zou kunnen zijn. Ze krijgen immers niet zo vaak bezoek. Als de sleede naderbij komt zien ze dat het een jong meisje is en hun nieuwsgierigheid wordt nog groter.

Als Carina haar husky’s maant om te stoppen kijkt ze naar de twee mensen, die haar vaag bekend voorkomen en begrijpt plots dat haar doel is bereikt. Het kan niet anders, dit zijn ze.

Ze grijpt naar het fotootje in de binnenzak van haar jas en geeft het de twee mensen, die haar verbijsterend aankijken. ‘Carina,’ vraagt de vrouw zacht en Carina knikt.

Tranen van vreugde stromen over hun wangen en ze sluiten elkaar in de armen.

 

Ze verzorgt allereerst haar trouwe honden en dan gaat ze met haar ouders mee naar hun kleine huisje aan de rand van het meer. Ze vertellen haar de reden waarom ze haar toentertijd in veiligheid hadden laten brengen en tegen de tijd dat zij haar weer wilde ophalen konden zij haar niet meer vinden. De twee mensen waar ze haar aan hadden toevertrouwd waren in een sneeuwstorm omgekomen en niemand kon hen vertellen of er ook een klein meisje was gevonden.

‘Al die tijd hebben wij gedacht dat je was omgekomen in die storm. Een storm die verschrikkelijk had huisgehouden in deze omgeving,’

Carina knikte en vertelde dat zij die berichten in oude kranten had gelezen.

 

Na al die jaren had ze dan eindelijk haar ouders gevonden en ze maakte plannen om elkaar regelmatig te gaan zien. Haar ouders begrepen maar al te goed dat Carina daarginds een ander leven had. Een leven waar ze was opgegroeid en waar haar vrienden woonden, maar vooral ook die twee lieve mensen die hun kind zo liefdevol hadden grootgebracht.