Ariana en het muisje

Ariana is een lief snoezig meisje en met haar blonde krullen steelt ze menig hart. Ze heeft een enorme grote hond die luistert naar de naam Woef. De hond is wel een kop groter dan Ariana, maar papa zegt altijd: ‘Let maar eens op, eens komt daar verandering in.’

Ariana begrijpt hem niet en haalt haar schoudertjes op. ‘Het zal wel,’ moppert ze.

Samen spelen ze veel in de tuin en Ariana klimt dan steevast boven op de rug van Woef en struinen samen de tuin door.

‘Hupsakee Woef, sneller,’ roept ze.

Moeder kijkt vanuit het keukenraam op ze neer en roept dat ze voorzichtig moet zijn. Het is maar goed dat Woef zo sterk is en dat Ariana zich goed vasthoudt, anders weet ik het zo net nog niet, denkt ze.

Plotseling ziet Ariana een muisje door de tuin rennen. Hij is op zoek naar iets lekkers, denkt ze. Misschien lust hij wel een lekker stukje kaas, snel springt ze van Woef af en rent naar de keuken. Uit de koelkast pakt ze stiekem een plakje kaas en legt het in de tuin, maar dan ziet ze de ondeugende poes tevoorschijn komen. ‘Nee hè, daar heb je Flassie, die wil natuurlijk de kaas stelen.

Maar Woef heeft de poes ook gezien en begrijpt dat het de poes in eerste instantie om het muisje gaat. Onverhoeds springt hij op en blaft naar de poes van de buren. Flassie schrik en maakt dat ze wegkomt, dan maar geen lekker muisje, denkt ze spijtig.

Ariana en Woef zijn blij dat ze het lieve muisje en de kaas gered hebben, het muisje is hen zo dankbaar dat ze een klein dansje voor hen opvoert en de poes van de buren kan alleen maar likkebaardend toekijken.

 

Nu hebben Ariana en Woef er een nieuw vriendje bij, één die af en toe een stukje kaas komt halen en als dank iedere keer een ander dansje demonstreert. Een dansje waar het kleine muisje uren voor oefent, maar dat heeft ze over voor dat lekkere stukje kaas.

Einde